Ga naar de inhoud

Groene zorg op boerderij heeft groeipotentieel

Op zoek naar nieuwe toekomstperspectieven verbreedt de landbouwsector zijn activiteiten. Boeren worden bijvoorbeeld hoteliers of natuurbouwers. In de zorgsector wint de geïntegreerde en gepersonaliseerde aanpak in een huiselijk kader aan belang. De vermaatschappelijking van de zorg, heet dat. De tendensen in beide sectoren ontmoeten elkaar op steeds meer zorgboerderijen in Vlaanderen.
Land- en tuinbouwers hebben een aantal natuurlijke troeven in handen om uit te blinken in ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en kinderopvang. Verblijven en werken op de boerderij doet voor veel zorgbehoevenden dienst als laagdrempelige gezondheidstherapie. Het engagement van boer en boerin zorgt voor een behoeftegestuurde hulp op maat.

Eind januari werd het Steunpunt Groene Zorg opgericht om de brug te slaan tussen nog meer zorginstellingen en landbouwbedrijven. “De respons vanuit beide sectoren blijkt een dikke meevaller te zijn”, zegt coördinator Hilde Weckhuysen twee maanden later. De aanvragen bij het steunpunt voor gerichte informatie stromen vlot binnen. Een eerste tussenbalans.

Is de groene zorg een nieuwe uitvinding?
Weckhuysen: Helemaal niet. In vroegere tijden was het een courante praktijk dat zorgbehoevenden spontaan opgevangen werden op de boerderij in de buurt. Soms hoor je een oude boer daar nog wel over vertellen. Het oudste voorbeeld van groene zorg op gestructureerde wijze is de psychiatrische opvang in Geel. Meer dan een halve eeuw geleden startte men daar met de opvang van patiënten in opvanggezinnen, waaronder heel wat landbouwgezinnen.

Hoe is die opvang op boerderijen uit de mode geraakt? Kwam dit door de specialisatie op de landbouwbedrijven?
Fout. Het keerpunt kwam toen de maatschappij zijn zorgsector institutionaliseerde. Het paste niet langer dat bijvoorbeeld mentaal gehandicapten zonder professionele begeleiding hun tijd sleten op de boerderij. En dus werden deze mensen uit de maatschappij weggeplukt om ze vervolgens in zorginstellingen te plaatsen. Vandaag is weer een omgekeerde beweging aan de gang: de opvatting dat zorgbehoevenden soms ook nood hebben om eens op adem te komen buiten de muren van de instellingen wint veld. En dus kijken steeds meer zorgvoorzieningen uit naar geschikte plaatsen waar ze patiënten en cliënten gedurende één of meerdere dagen per week kunnen plaatsen.

En dus komen de probleemjongeren, gehandicapten en bejaarden weer het ritme van de seizoenen opsnuiven bij de boer en boerin?
Dat is voor velen inderdaad een optie. In de zorgsector zijn er trouwens al 68 instellingen die de groene zorg integreren in hun werking. Sommigen werken samen met één of meerdere land- en tuinbouwbedrijven die groene zorg aanbieden. In totaal telt Vlaanderen momenteel 73 professionele land- en tuinbouwbedrijven die fungeren als zorgboerderij. Vaak zijn het gemengde bedrijven, maar er zijn ook grote en gespecialiseerde bedrijven die mensen opvangen. Daarnaast is er ook sprake van groene zorg op de eigen boerderijtjes van sommige instellingen, in een aantal sociale werkplaatsen met boerderijactiviteiten en op sommige manèges of andere groenvoorzieningen. Een optelsom leert dat nu al zo’n 1.600 cliënten gebruikmaken van de groene zorg.

Waarom is de boerderij zo’n geschikte biotoop?
Voor alle duidelijkheid: het echt meewerken op de boerderij is bij groene zorg niet van tel. De toegevoegde waarde schuilt in de typische kenmerken van de meeste familiale land- of tuinbouwbedrijven. Denk aan de natuurlijke omgeving, de rust, het zelf zorg dragen voor planten en dieren, de niet-medische sfeer, de duidelijke structuur en het vaste levensritme, de soberheid en nuchterheid die het doorsnee land- en tuinbouwersgezin kenmerkt…

Wat doen de zorgbehoevenden zoal op de boerderij?
Vooral handenarbeid zoals het uitmesten van de stal, schoonvegen, voederen. De ene kan natuurlijk wat meer dan de andere, maar machines bedienen is alleszins uit den boze. Vaak moeten de boer en boerin wat proberen in te spelen op zaken die hun gasten graag doen. Dat kan bijvoorbeeld door wat kleinvee aan te kopen of door enkele kalveren en biggen af te zonderen in de stal. In sommige gevallen zijn ook grotere investeringen vereist om bijvoorbeeld de toegankelijkheid voor rolstoelpatiënten te voorzien. Gelukkig kunnen boeren voor dergelijke investeringen voortaan een tussenkomst genieten van 40 procent vanwege het landbouwinvesteringsfonds.

Durf je beweren dat het verblijf op de boerderij ook een positieve therapeutische werking heeft?
Uit de opgedane ervaringen in het verleden weten we dat er zeker sprake is van heilzame effecten. Al is het maar doordat patiënten minder behoefte hebben aan kalmeer- en andere geneesmiddelen wanneer ze zich een hele dag kunnen uitleven op de boerderij. Helaas is hierover weinig cijfermateriaal beschikbaar. Voor ons steunpunt is het een belangrijke uitdaging om de empirische bevindingen wetenschappelijk te gaan onderbouwen. Nu steunt de groene zorg nog teveel op zijn vernieuwende visie en te weinig op harde wetenschappelijke cijfergegevens.

Waarom beslist een land- of tuinbouwer eigenlijk om zorgboer te worden?
Goeie vraag. De weinige boeren die afhaken, zijn diegenen die verwacht hadden een extra werkkracht te krijgen of die vooraf een verkeerde inschatting maakten van de doelgroep. De begeleiding van de zorgbehoevenden vergt heel wat tijd en energie waardoor het bedrijfsrendement onvermijdelijk een stukje daalt. Tot hiertoe ontvingen boer en boerin voor hun opvang een onkostenvergoeding tussen 0 en 5 euro per dag en per persoon, uitbetaald door de zorginstelling die de patiënt of cliënt uitstuurt. Met dat geld moeten ze een maaltijd en drank aanbieden aan hun gast. Onnodig te vertellen dat je een flink pak motivatie nodig hebt om als zorgboer aan de slag te gaan. Niet zelden zijn het boerinnen met een of andere background in de zorgsector die het voortouw nemen. Al hoeft dat niet noodzakelijk zo te zijn. Blijkbaar trekken heel wat landbouwersgezinnen de zorg voor planten en dieren relatief makkelijk door naar de zorg voor mensen.

Is er een betere financiële regeling voor de zorgboerderijen in het verschiet?
Het Steunpunt Groene Zorg heeft van de overheid opdracht gekregen om een voorstelbesluit rond financiële regeling te onderbouwen. In opdracht van het steunpunt werkt ook de vzw De sleutel, een voorziening voor drugshulpverlening, een aantal deelopdrachten uit. Deze input is van belang zodat de ALT de uitvoeringsbesluiten, die kunnen gedragen worden door zowel de zorg- als de land- en tuinbouwsector kan koppelen aan het goedgekeurde decreet Duurzame Landbouw. In het voorstel zit een dervingsvergoeding vervat van maximaal 40 euro per dag. Voor een nevenactiviteit op de boerderij is dat toch niet slecht. Het is de Administratie Land- en Tuinbouw die deze opening gecreëerd heeft en daar zijn we hen erg dankbaar voor. Nu is het onze grootste bekommernis ervoor te zorgen dat deze vergoeding effectief zal kunnen uitgekeerd worden vanaf 2005 en dat dit bedrag fiscaal wordt vrijgesteld. Als dat lukt, zal blijken dat Groene Zorg als nevenactiviteit op het land- of tuinbouwbedrijf nog een flinke groeimarge heeft.

Is het niet jammer dat de steun niet gedragen wordt door zowel Landbouw als Welzijn?
Zeker. Enerzijds zijn de zorginstellingen razend enthousiast over het concept van de groene zorg, maar anderzijds hebben ze weinig of geen middelen om tijd te investeren in de begeleiding en ondersteuning van de zorgboer(inn)en. De zorgboerderijen verwachten toch wat ondersteuning bij hun opvangtaken. Het is niet evident om zonder begeleiding bijvoorbeeld probleemjongeren op te vangen. In de toekomst zou het daarom wenselijk zijn dat welzijnsvoorzieningen die aan groene zorg meewerken hiervoor ook de nodige middelen krijgen van de overheid.

Heeft het Steunpunt Groene Zorg nog meer wensen?
We hebben al kunnen bekomen dat zorgboeren die een geldige overeenkomst afsluiten met zowel zorginstelling als gast niet meer hoeven te vrezen voor de sociale inspectie. Maar er blijven inderdaad nog knelpunten. Er zou bijvoorbeeld een regeling moeten komen zodat personen met een ziektevergoeding die premie niet kwijtspelen wanneer ze weer wat arbeidsritme proberen op te bouwen op de zorgboerderij. En misschien moeten in de toekomst ook mantelzorgers zorgboerderijen kunnen inschakelen in de thuiszorg. Op het Steunpunt merken we dat deze mensen op zoek zijn naar opvangplaatsen voor personen met een handicap, personen met psychische problemen en ouderen.

Hebben we eigenlijk veel zorgboerderijen in vergelijking met het buitenland?
We doen het in Vlaanderen zeker niet slecht. Onze 73 zorgboerderijen leveren heel wat toegevoegde waarde door de diverse doelgroepen die ze opvangen. In andere landen is dit in mindere mate. In Duitsland staat de arbeidszorg centraal, in Noorwegen de kinderopvang, in Nederland de geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en wat bejaardenopvang. Anderzijds staat Nederland wel verder qua wettelijke regelingen. Anders dan in Vlaanderen zorgt de welzijnssector daar voor een belangrijke financiële bijdrage. Een aantal boerderijen zijn er zelfs helemaal kunnen overschakelen op de zorgfunctie en produceren nog nauwelijks landbouwproducten.

Meer informatie: Steunpunt Groene Zorg, Hilde Weckhuysen, tel 016/24 49 22 of Katrien Goris, tel 016/24 47 65.
ontleend aan VILT 22-3-2004

Therapeutische werking zorgboerderij onmiskenbaar

Dokter Jos Schols is verpleeghuisarts en medisch directeur van zorginstelling ‘De Riethorst’ in het Nederlandse Geertruidenberg. Hij is ook hoogleraar Chronische Zorg aan de Universiteit van Tilburg. In 2003 voerde hij een pioniersstudie uit naar de therapeutische impact van een zorgboerderij voor dementerende bejaarden.

Onze ouderenzorg vindt voor een deel plaats in kraaknette instellingen, waar vakbekwame professionals de bejaarden een uitstekende zorg aanbieden. Daarbij is er, zoals we ons tegenwoordig meer en meer realiseren, vaak sprake van institutionele overkill. De patiënt krijgt als het ware het keurslijf van de zorg opgedrongen, hoe goed bedoeld ook. Die institutionele benadering zien we ook nog enigszins terug op de dagbehandeling van een verpleeghuis.

Denken we er ook nog wel eens aan dat veel hulpbehoevenden in de eerste plaats uitkijken naar een plek waar ze zich echt thuis voelen en waar ze weer gewoon zichzelf kunnen zijn? Zo’n mogelijkheid wordt geboden door de zorgboerderij.

Om een nieuwe vorm van dagbehandeling en –besteding te kunnen aanbieden, zijn we in ‘De Riethorst’ in 2001 gestart met een dergelijke boerderij. Het idee kwam van een ergotherapeute wiens echtgenoot een melkveebedrijf runde dat te kleinschalig geworden was om commercieel competitief te blijven. Omdat onze instelling in een landelijke omgeving actief is en dus heel wat plattelandsbewoners verzorgt, waren we ervan overtuigd dat opvang op een zorgboerderij voor veel cliënten zorg op maat zou betekenen.

Mede met behulp van een aantal private fondsen zijn we erin geslaagd om deze boerderij te verbouwen in functie van de gasten: tot een echte zorgboerderij dus. Er komen dagelijks gemiddeld twaalf bejaarden, waaronder dementerenden en chronisch zieken met een lichamelijke handicap. Elk van deze cliënten komt een of meerdere dagen per week (overdag) naar de boerderij. Tot op heden wordt daarbij bewust gekozen voor cliënten die affiniteit hebben met het boeren- of tuindersleven. Op het bedrijf is melkvee aanwezig, maar ook kippen, konijnen en geiten. Verder zijn er ook een boomgaard, een moestuin en een bloementuin. Er is nog wel wat productie, maar de economische rendabiliteit is natuurlijk niet optimaal.

De zorgboerderij heeft in feite een tweeledige functie: het is een boerenbedrijf én tevens een moderne zorgaanbieder. Naast de zorgboerin werken er twee verzorgenden. Aan de beherende zorgboerin betaalt De Riethorst maandelijks 1.600 euro huurgeld voor het gebruik van de infrastructuur en met de personeelskosten is een kleine 6.000 euro gemoeid. Daar moet nog een dagprijs per cliënt bijgeteld worden van 8 euro, voor onder meer de middagmaaltijd . Een optelsommetje leert al gauw dat een dergelijk systeem voor de zorgboerin best interessant is. Voor alle duidelijkheid: alle bedragen die De Riethorst uitbetaalt, worden gedekt door de Nederlandse gezondheidszorg.

Dat uitgaven aan zorgboerderijen maatschappelijk verantwoord zijn, lijdt geen twijfel. In 2003 heb ik een eerste kleinschalig onderzoek uitgevoerd naar de therapeutische effecten bij dementerenden op onze boerderij. De effecten werden vergeleken met de therapeutische impact van de dagbehandeling in ons verpleeghuis. Hoewel de bevindingen nog gestaafd moeten worden met meer en grootschaliger onderzoek, mag je gerust stellen dat de zorgboerderij een zegen is voor de levenskwaliteit van de onderzochte doelgroep.

Zo bleek bijvoorbeeld dat 76 procent van de dementerenden gedragsproblemen hadden vóór ze naar de boerderij gingen. Tijdens hun verblijf op de zorgboerderij was van die problemen helemaal geen sprake meer. Blijkt ook cliënten op de zorgboerderij ook veel minder geneesmiddelen slikken! Tekenend is bovendien dat alle gasten op de boerderij steeds actief bezig zijn en geen middagdutje nodig hebben. Op onze traditionele dagbehandeling in het verpleeghuis waren nadrukkelijk minder dementerende cliënten actief betrokken bij de activiteiten die er werden ingericht.

Deze bevindingen maken in feite het heilzame effect duidelijk van doelgroepgerichte zorg waarbij mensen op eigen ritme en initiatief zinvolle bezigheden kunnen uitvoeren. Daardoor verhogen ze finaal hun zelfredzaamheid. Wij zijn ervan overtuigd dat hierdoor ook hun kwaliteit van leven stijgt!

Voortbordurend op dit principe zou je bijvoorbeeld op termijn ook kunnen denken aan een zorgboot voor dementerende binnenvaartschippers. Maar natuurlijk kunnen we geen rechtbanken nabouwen voor bejaarde advocaten. We moeten immers niet vergeten dat een zorgboerderij als locatie universele waarden herbergt. Dat is in de praktijk al gebleken bij verstandelijk gehandicapten, chronisch psychiatrische patiënten, zelfs bij delinquenten! Van natuur, rust, dieren en planten kan in feite iedereen genieten.

Hopelijk zal een en ander zich straks nog veel meer verspreiden in Nederland, maar ook in andere landen. Ik twijfel daar niet aan, zeker wanneer de heilzame therapeutische werking van de zorgboerderij nog beter wetenschappelijk gedocumenteerd wordt…

Zorgboeren halen therapie uit ziekensfeer

 “Vroeger lirpen er op elke boerderij een of meerdere mensen rond die niet aan de bak komen op de reguliere arbeidsmarkt. Waarom zou dat nu niet meer kunnen?” Samen met echtgenoot en zoon runt boerin Els nabij Hasselt op het Swijsenhof een wel zeer gemengd bedrijf: varkens, melkkoeien, akkerbouw en sinds vorig jaar een hoevewinkeltje. En dan is er ook nog de groene zorg op de boerderij. “Ik vind het vanzelfsprekend dat mensen voor mensen zorgen!” Vilt aanhoorde het niet alledaags verhaal van een boerin boordevol verloren gewaande idealen.

Boerin Els werkte als verpleegkundige in de thuiszorg, tot ze niet meer kon weerstaan aan de lokroep van de boerderij die haar echtgenoot exploiteerde. Eerst startte ze met de opvang van hulpbehoevenden op het landbouwbedrijf, later kwam er ook het hoevewinkeltje bij. Van specialisatie en schaalvergroting wil Els niet weten. “Geld is toch niet het enige in het leven”, zo heet het, “al zal de bedrijfsstructuur toch aangepast moeten worden indien mijn zoon de boerderij binnen enkele jaren wil overnemen”. Maar vooralsnog is de verbreding van de activiteiten een soort verzekering tegen lage marktprijzen of opbrengsten. “Door de catastrofale varkensprijzen kwam het resultaat van het landbouwbedrijf de laatste jaren op nul uit. We moesten al onze winst puren uit de hoeveverkoop”.
Zorgboerin

Vier jaar geleden ging Els met de provincie Limburg naar Nederland om zorgboerderijen te bezoeken. Bij onze noorderburen werden al langer gehandicapten, psychiatrische patiënten, drugverslaafden, ex-gedetineerden en zelfs langdurige werklozen en bejaarden op boerderijen opgevangen. De vlam sloeg in de pan, en ook Els ging aan de slag als ‘zorgboer’. De vaste cliënten heten Guido en Jean-Marie, twee licht mentaal gehandicapten die de dag doorbrengen met het verzorgen van dieren, het reinigen van stallen en de aanvoer van producten en materiaal. “Op een boerderij valt altijd wel iets te beleven”, zegt boer Raymond terwijl hij druk bezig is met de verzorging van zijn koeien.

Intussen is er alweer ‘gezinsuitbreiding’ in het vooruitzicht. Straks arriveert op het Swijsenhof nog een 83-jarige licht dementerende man bij die de beslotenheid van het bejaardentehuis in de stad wil ontvluchten. De bejaarde wil weer met groen en grond bezig zijn. Els heeft voor de nieuwe gast al een tuintje gereserveerd: “Wij bieden hem het buitenleven aan”. Voor haar is zorg voor hulpbehoevenden een taak die gewoon bij het leven hoort. Zij wil de cirkel weer sluiten: ouders die voor kinderen instaan en kinderen die later weer voor de ouderen zorgen. Het past ook in het nieuwe bejaardenbeleid om ouderen zolang mogelijk in het gewone milieu en tussen de mensen actief te laten zijn.

Het ritmisch geluid van de keerborstel dringt door tot in de woonkamer. Ritme en muzikale vibraties zijn voor Guido belangrijker dan het propere eindresultaat. Hij neemt z’n tijd. Elke plek mag minstens drie keer genieten van zijn streling. Urenlang is hij woordeloos één met z’n borstel, de binnenkoer en de eerste lentezon. Daar begint en eindigt zijn wereld en is hij gewoon gelukkig. “Ik Zou hier altijd willen zijn…”, hakkelt hij ons even later vriendelijk toe.

Twee dagen per week is hij hier, afwisselend met Jean-Marie. Als hij ’s morgens om acht uur z’n overall aantrekt, verandert hij plots in de gedaante van ‘hulpboer’. Hij mest de stallen uit, brengt voeder aan, raapt de eieren en verzorgt de konijnen. Els: “We hebben het bedrijf ook wat aangepast in functie van de zorgmedewerkers. De konijnen zijn hun sector. Ze aaien zo graag…urenlang.
Investering

Voor Els en Raymond betekent een zorgboerderij investeren in mensen. De zorginstelling waar Guido en Jean-Marie verblijven, betaalt een onkostenvergoeding van welgeteld 5 euro per dag. Met dat bedrag moet Els een middagmaaltijd serveren en de nodige drank voorzien. Van een vergoeding voor de gepresteerde zorgen of voor het rendementsverlies van het bedrijf is tot hiertoe nog geen sprake geweest. Het knaagt een beetje, maar Els relativeert: “Ach, je krijgt zoveel andere dingen terug als je merkt dat de gasten zich goed in hun vel voelen en op het ritme van de seizoenen weer wat eigenwaarde opbouwen. Zij hebben mij nodig…en ik hen. En de landbouw bevestigt met zo’n initiatieven zijn maatschappelijke rol”.

Tien uur : koffiepauze. In de aanpalende woonkamer rinkelen tassen en keuvelen zorgboer en hulpboer lachend over ‘de gewone dingen van wereldbelang’: een zeug die moet biggen en de bieten die moeten gezaaid worden. Dan is er weer een stilte, maar niets tast de gezelligheid aan. In het begin kwam er elke maand een begeleider van de instelling langs waar Guido en Jean-Marie verblijven. Nu is dat nog één keer per drie maand.

Een bezoeker rijdt het erf op Els spoedt zich naar haar knusse winkeltje in een houten chalet. Kaas, boter, melk, yoghurt, of aardappelen, ze levert het allemaal en in de zomer opent ze haar ijsterras waar fietsers als honingbijen van uren in de omtrek naartoe komen gezwermd. Ze klaagt niet, hoewel ze elke dag van ’s morgens zes uur tot ’s avonds half acht in het getouw is. “Alleen op zondag tussen de twee melkbeurten in nemen we onze rustpauze. Eén keer per jaar ga ik met een vriendin op vakantie, en na enkele dagen haast ik mij om weer thuis te zijn”.
Diploma

Vergt de opvang van diverse sociaal en mentaal gehandicapten eigenlijk geen bijzondere opleiding of vaardigheden? Even weer die spontane lach en dan doordacht: “Ik ben wel officieel verpleegster, maar zorg zit vooral in je binnenste ik. Een mens moet zin hebben in de andere. Depressiviteit is de ziekte van deze tijd omdat mensen teveel met zichzelf bezig zijn”. Waarvan akte.

Lees ook:
geVILT: "Groene zorg op boerderij heeft groeipotentieel"
Zo gezegd: Jos Schols: "Therapeutische werking kijkboerderij onmiskenbaar"