Ga naar de inhoud

Herwaardering van de planeet vraagt een Wervel-wind voor duurzame landbouw in de samenleving

De ecologische toestand van de planeet is desastreus: bodem, lucht en water, biodiversiteit en ecosystemen, kortom alle ecologische indicatoren, staan wereldwijd op rood. Ook al is hier en daar, op een of ander vlak, een vleugje vooruitgang vast te stellen, het totale beeld evolueert dramatisch. Landbouw is mede oorzaak maar draagt ook de gevolgen van het verlies aan verbondenheid met wat ons ecologisch draagt.

De economische overleving van boeren en tuinders is desastreus.

Vele boeren in het Zuiden, maar ook bij ons, stoppen met hun activiteiten en ontvluchten het platteland: militair geweld of faling beroven boerenfamilies van hun ‘grond van bestaan’. Velen trekken naar de stad of emigreren om elders een precair bestaan te vinden. Paradoxaal genoeg oogt de toekomst van de ‘blijvers’ er met minder boeren en tuinders niet rooskleuriger op. Minder boeren blijven produceren aan te lage prijzen. De ‘industrialisering’ van de landbouw zet zich door, meestal ten koste van bodem-, eco-kwaliteit en sociale verbondenheid.

 

Wat doen nieuwe stedelingen, de uitgestotenen uit de landbouw?

De meerderheid onder hen die het platteland ontvluchten, vinden geen plaats in de industriële smeltkroes van de moderniteit. Ze belanden in slums en/of in de armoede. Meestal zonder voldoende inkomen voor een gezonde voeding. Diabetes blijkt frequenter onder sloppenwijk-bewoners en armen in de grote steden dan in de welstellende bevolkingslagen en buurten. Is diabetes een beschavingsziekte? Ja, maar dikwijls ook gelinkt aan inkomen: het is het vooral een ziekte van de armen! Als er al voldoende voedsel geproduceerd wordt om de wereldbevolking te voeden, dan is naast de voedselverspilling ook de gevarieerde en kwaliteitsvolle voeding belangrijk. Die variatie en kwaliteit zijn evenmin gerealiseerd. Want vooral variatie is het grote probleem in de voedselvoorziening van behoeftige bevolkingsgroepen.

Neemt in verhouding tot de omvang en de ernst van de crisis ook het besef toe dat we afstevenen op een keerpunt?

Je zou het kunnen denken, want hult niet iedereen zich in de al te ruime jas van duurzaamheid? Toch komt er geen “momentum” voor daadkrachtige verandering. Er leeft fatalisme: ”Too little too late” of ook ‘Het zal wel allemaal zo erg niet zijn’. Het duurzaamheidsjargon creëert een vals gevoel van veiligheid: “Ze zijn er toch mee bezig!”. Mensen zijn buitengewoon in staat zichzelf iets wijs te maken. Ook de vraag gaan we zelf niet het slachtoffer worden van de (noodzakelijke) verandering.

Wervel-vind

Tijd voor Wervel om out of the box te denken, voorbij de beperkingen, en op te komen voor duurzame landbouw als ‘systeem’: transitie op de agenda plaatsen om een hartverwarmende Wervel-wind van landbouwherwaardering door de samenleving te laten waaien. Tijd voor verbinding van de drie aspecten van de crisis, het besluit van het Brundtland- rapport: People, Profit, Planet, het sociaal, economisch en ecologisch kapitaal, moeten simultaan ontwikkelen – en niet ten koste van elkaar – om tot duurzame landbouw te komen. Profit wordt pas profit als het niet ten koste gaat van People én Planet! Anders is het diefstal of beter gezegd: roofbouw. Het vraagt om een creatief proces van verbinding op alle niveaus van de samenleving maar vooral ook om een ommekeer in het beleid, dus om een politiek en sociaal draagvlak in de samenleving.

———

De ‘heilige drievuldigheid’ People-Planet-Profit

klinkt bij sommigen misschien nogal neoliberaal. Het is oorspronkelijk ook een afgeleide van de één-god Profit. Bedrijfsleiders en investeerders knielen enkel voor winst. Nog altijd. People en Planet zijn er onlangs aan toegevoegd onder druk van het middenveld om de roofbouw op mens en planeet af te remmen. Maar kunnen we mensen, planeet en economische winst wel naast mekaar zetten alsof ze samen “duurzame ontwikkeling” zijn? Is economische winst niet maar een deel van de hele economie die we willen verduurzamen? En is de hele economie niet gewoon een hulpmiddel om mens en planeet duurzaam te ontwikkelen? Kunnen organisatievormen zonder winstgevend doel dan geen meerwaarden produceren, geen duurzame ontwikkeling?

Het bekt natuurlijk wel lekker, maar als we toch een hulpmiddel naast de betrokken actoren willen zetten, en we willen nog altijd de krachtige P van Power gebruiken, waarom dan niet People-Planet-Plusvalue*, om maar iets te zeggen, om wat ruimer te kijken?

* Plusvalue = meerwaarde

Patrick De Ceuster

———

Landbouw met de drie P’s ontwikkelen is verbinding creëren

Financieel kapitaal vervangt dikwijls het ecologisch en sociaal kapitaal. Of het sociale kapitaal, de band met de gemeenschap, kalft af, wat op zijn beurt ook een invloed heeft op het ecologisch kapitaal. De dominantie van de economie verhindert dikwijls het ontstaan van een nieuwe ecologische economie. Als je het ene beïnvloedt, verandert ook het andere. Je moet landbouw dus als een integraal systeem zien wil je komen tot duurzame landbouw.

En als het gaat over de verbinding tussen de drie P’s, dan is biologische landbouw de enige vorm van landbouw die van staatswege en in Europa als systeemlandbouw gereglementeerd en gelabeld is. En dan is biologische landbouw de enige ‘systeemlandbouw’ die zich wereldwijd heeft georganiseerd om aan die verbondenheid vorm te geven. Dat dit nog onvoldoende is om de verbondenheid van biologische landbouw als systeem te realiseren is waar, maar het is alleszins een keuze die de weg toont. Daarom is het interessant om te kijken naar landbouw vanuit het perspectief van de biolandbouw. Niet om er uitzonderlijke kwaliteiten aan toe te schrijven maar om ervan te leren hoe we vanuit een exploitatielandbouw de transitie naar een duurzame ‘systeem’-landbouw kunnen realiseren.

Enkele handvaten om dit te doen:

Bio steunt op vijf duurzaamheidspijlers. Ecologische, maar ook de sociale en economische duurzaamheid maken deel uit van het systeemdenken. Bovendien spelen de rechtsvormen (bijvoorbeeld wat betreft grondeigendom; zie biogrondfonds) en de ideologie hierin een belangrijke rol. Van ideologie alleen kan je niet eten. Maar als we een landbouwsysteem uitbouwen dat niet alleen de intentie heeft om vanuit deze vijf pijlers naar het systeem te kijken maar er ook dagelijks in de praktijk van bedrijfsopbouw en als sector mee bezig is om het te realiseren, zorgt dat ervoor dat het niet alleen financieel aantrekkelijk is als model, maar dat het ook ecologisten en sociaal gemotiveerde burgers in de samenleving aanspreekt.

De bio-beweging is gelaagd: niet iedere biologische boer ziet ‘bio’ op dezelfde manier. Er is een grote interne diversiteit die men pas ten volle kan begrijpen wanneer men de teelt-ecologische, de bedrijfsecologische én de globaal-ecologische aspecten in die gelaagdheid leert kennen en onderscheiden. Hierin liggen ook mogelijkheden tot samenwerking en integratie van de drie P’s.

Waar vandaan komt nu deze verscheidenheid? Boeren en boerinnen laten zich bij hun bedrijfsontwikkeling leiden door een samenhangend geheel van ideeën. Je zou dit kunnen omschrijven als een grondhouding die bepalend is voor zijn omgang met de samenhang van de drie P’s. Die grondhoudingen vertrekken vanuit de relatie van de boer ten overstaan van de levende natuur. Deze houding kan variëren van dominator, over rentmeester en partner, of  participant, en zelfs tot een houding die vertrekt vanuit een eenheidsbeleving.

Hoe sterk is de verbondenheid van de ‘bedrijfsleider’ met zijn omgeving?

Domineren of heersen houdt in dat boeren het recht op exploitatie van de natuur als vanzelfsprekend ervaren, wat kan ik gebruiken? Als rentmeester gebruik je de natuurlijke context om te produceren maar tegelijk ook te bewaren; je ziet jezelf als partner in de zin dat je de natuurlijke rijkdommen gebruikt om duurzaam te produceren. In de eenheidsbeleving betrek je het hele universum als referentiekader. Of dus: wat je doet en wat gedaan wordt, maakt deel uit van wie je bent/kan zijn; een aanslag op het geheel is een aanslag op jezelf. Je referentiekader is deel uitmaken niet alleen van de instandhouding maar vooral ook van de ontwikkeling van ons/het bestaan.

Dat dit kader vraagt om verduidelijking en concretisering, hoeft de lezer niet te verontrusten. Niet alleen Wervel, maar zovelen met ons, zijn op zoek of leveren concrete bijdragen aan deze duurzame ontwikkeling, waar we zeker in het verder verloop van deze rubriek op zullen terugkomen.

Overigens zijn uw bijdragen en ideeën hiervoor van harte welkom!

Louis De Bruyn