Grondverbonden rentmeester: Patrick Ruysschaert
Patrick Ruysschaert legt over zijn LEF uit dat hij experimenteert met alternatieve eiwitbronnen zoals lupine en hennep, met mengteelten en boslandbouw. Het is allemaal heel kleinschalig. Zijn collega’s, de grote, gevestigde boeren, komen eens kijken, glimlachen en keren terug naar hun maïsvelden en hun samengestelde, meestal ingevoerde voeders en kunstmest. Zij doen voort zoals hun ouders, handelaars en andere landbouwconsulenten het hun hebben geleerd.
Maar Patrick boert ook voort zoals hij het van zijn ouders heeft geleerd. Maar dan tegendraads, zoals zij het trouwens hebben voorgedaan. Zoals zijn vader als naoorlogse oud-student van de landbouwschool in zijn tijd een pionier van ‘de Boerenbond’ en ‘Marshall-landbouw’ was, kiest Patrick dan voor kleinschalige en lokale landbouw.
Patrick: ik boer op een kleiner hof dan mijn ouders met de kringloop van zelfvoorziening in zelfgeteelde dierenvoeders, organische bemesting van de akkers, seizoensgebonden groenten en fruit… Misschien ligt daar mijn lef want toen ik er vol idealisme aan begon, wist ik nog niet hoe moeilijk het overleven zou zijn in een wereld waar alles gericht is op grootschaligheid en groei-economie.
Ik investeerde al mijn middelen in de stoutmoedigheid om een oude verwaarloosde boerderij te kopen en… te redden. Als ik ze niet had gekocht, was ze allicht in handen gevallen van een of andere chirurg uit Gent met tienerdochters die hun ouders de oren van hun kop zaagden dat ze een paard wilden. De hoeve was nu wellicht een ‘chique doening’ geworden.
Van leraar naar boer
Patrick was geen boer toen hij zijn boerderij kocht. Hij was leraar en zijn vrouw ook. “Nu we na 17 jaar nog steeds ‘naarstig’ bezig zijn met de heropbouw van de hoevegebouwen en het praktiseren van een ‘lokale, ecologische en faire’ landbouw constateer ik dat ik, na veel kommer en kwel (volgens doorgaans goed ingelichte bron, zijnde mijn vrouw) een zeer goed voorbeeld ben van ‘boer zoekt loon’. Als ik leraar was gebleven, had ik nu een vast inkomen en op tijd vakantie, in plaats van alle dagen te zwoegen. Want werk heb ik genoeg maar qua overlevingskansen is het elke dag met moeite het hoofd boven water houden.”
Blijven zoeken naar oplossingen
Patrick: “Misschien zit mijn LEF in mijn stijve boerenkop die weigert op te geven en blijft zoeken naar oplossingen zoals ‘brede landbouw’ en een educatieve zorgboerderij (zonder subsidies weliswaar wegens ‘te klein’) en het sensibiliseren van de gewone consument en leraar. Waar ze me vroeger meewarig bekeken als de ‘Bokrijker met geitenwollen sokken‘ zie ik nu – mede door de recente voedselschandalen, financiële crisissen en een toenemend onbehagen – steeds meer goedkeuring. Dus blijf ik overtuigd van het adagium van mijn kleinbedrijf:
‘grondverbonden en bezield leven
als een bescheiden rentmeester,
met de maat van het genoeg,
de winst van het gratuite, het ritme van de stilte,
en de onmacht en kracht van het kleine.’
Laten we hopen dat mijn ‘lef’ ook nog eens ‘leefbaar’ wordt.”