Ga naar de inhoud

Manaus (Brazil)/ Brussel, 25 juli 2006: Gisteren kwam de Braziliaanse Federatie van sojahandelaren (1) met een akkoord naar buiten om twee jaar lang geen soja meer te kopen afkomstig uit nieuwe ontboste gebieden in het Amazonewoud. Dit akkoord is een duidelijk gevolg van de campagne die Greenpeace rond deze problematiek opstartte (2) (3). Voor Greenpeace is dit akkoord een eerste stap, maar er is voor de organisatie meer nodig om van een echte oplossing te spreken. Daarom dringt Greenpeace er bij de betrokken bedrijven op aan dat het moratorium van kracht blijft tot er een echte oplossing is voor het probleem.*

Het akkoord dat onderschreven wordt door bedrijven als Cargill, ADM, Bunge en het Braziliaanse bedrijf Maggi kwam er nadat grote supermarktketens en voedingsbedrijven als McDonalds de sojahandelaars vroegen om een meer duurzaam geproduceerde soja te leveren. In overleg met Greenpeace werden criteria uitgewerkt waarin onder meer was opgenomen dat er voor de sojateelt niet verder mag worden ontbost in het Amazonegebied zolang er geen afdoende regeling voor het landgebruik in het Amazonewoud wordt uitgewerkt en uitgevoerd. De sojahandelaars vroegen meer tijd om deze criteria te bediscussieren. Daarom zijn ze met een moratorium voor een beperkte periode van 2 jaar naar buiten gekomen. Intussentijd kan verder gewerkt worden aan de criteria, alsook aan een akkoord met de Braziliaanse overheid voor een verdere verfijning van de wetgeving en de verdere afbakening van beschermde gebieden in het Amazonewoud.

“/Voor Greenpeace is dit akkoord een stap voorwaarts, maar er is meer nodig dan woorden/”, zegt Wendel Trio, campagnedirecteur van Greenpeace België. “/Het is pas als er effectief verandering plaatsvind op het terrein dat we van een echt resultaat zullen kunnen spreken. Daartoe zijn verdere onderhandelingen nodig, ook met de Braziliaanse regering, en dus zullen we onze campagne moeten verderzetten. Bovendien heeft ook de productie van soja buiten het Amazonegebied schadelijke gevolgen en het zal dus zaak zijn om de vooruitgang in het Amazonegebied ook te kaderen in een wereldwijd initiatief dat er voor zorgt dat de productie van soja minder schade toebrengt aan mens en milieu./”

Greenpeace voelt zich hierin gesteund door Alpro. Het Belgische bedrijf koopt zijn soja onafhankelijk en buiten het Amazonewoud en is één van de Europese voedingsbedrijvenbedrijven die mee rond de tafel zaten. “/Duurzaam ondernemen betekent voor Alpro dat we in onze activiteiten rekening houden met de mens en de planeet. Daarom heeft Alpro nooit sojabonen uit het regenwoud aangekocht en zal het dit in de toekomst ook niet doen. De oorsprong van de sojabonen wordt gegarandeerd door een volledig traceringssysteem van de boer tot het eindproduct, en een directe lange termijn relatie met de lokale boeren. Voor Alpro is het dus zeer logisch om het moratorium tegen ontbossing in het Amazonewoud te ondersteunen”, aldus Jean Cornet, /Marketing & Innovation Director /van Alpro./

Op wereldschaal blijft de veevoedermarkt de grootste afnemer van soja. Greenpeace zal ondanks dit akkoord ook blijven campagne voeren voor duurzaam geproduceerde én GGO-vrije soja.

Soja is het belangrijkste handelsgewas in het Amazonewoud. De teelt van soja – waarvan een groot deel illegaal is – is nu één van de belangrijkste motoren van de vernietiging van het
Amazonewoud. Aan het einde van het plantseizoen 2004 – 2005 besloegen de sojaplantages in het Amazonegebied in totaal maar liefst 1.200.000 hectare. Gewelddadige conflicten over illegaal toegeëigende en ontboste landeigendommen zijn niet ongewoon, evenmin als slavernij op sojaboerderijen.