Ga naar de inhoud

Diverse aspecten van biobrandstoffen passeren de revue.

I. Biobrandstoffen: een medaille met twee kanten

Volgens een nieuw rapport van het Worldwatch Institute kunnen biobrandstoffen steeds meer onze afhankelijkheid van olie terugdringen. De biobrandstoffenproductie is verdubbeld sinds 2001. Een verdere uitbouw van deze nieuwe industrie zal ons in staat stellen de uitstoot van CO2 te verminderen en een impuls te geven aan de landbouwsectoren, stelt het WWI.  In de VS kunnen biobrandstoffen binnen 25 jaar 37 % van de brandstofconsumptie voor transport voor hun rekening nemen. In Europa is dit 20 tot 30%.

Het rapport van het Worldwatch Institute bevat ook de eerste echte analyse van de potentiële sociale en ecologische impact van biobrandstoffenproductie. En daar knelt vaak het schoentje. Op 7 juni, aan de vooravond van een ontmoeting tussen de Europese energieministers, organiseerden drie belangrijke Europese milieuorganisaties een conferentie over duurzame biobrandstoffenproductie in de EU. De organisaties EEB, BirdLife en T&E waarschuwen voor de gevaren van een onzorgvuldige biobrandstoffenstrategie. Door de stijgende vraag zal steeds meer grond als landbouwgrond aangewend moeten worden. Dit kan dramatische gevolgen hebben voor de biodiversiteit in die gebieden. 

"De uitstoot van broeikasgassen moet omlaag, maar klimaatverandering en biodiversiteit moeten samen worden aangepakt. Als we er niet voor zorgen dat biobrandstoffen op duurzame wijze worden geproduceerd, zullen we opgescheept worden met ecologisch zeer schadelijke landbouwpraktijken die de degradatie van ecosystemen alleen maar zullen versnellen" aldus John Hontelez, secretaris-generaal van EEB. Aat Brunnen van Transport & Environment voegt daaraan toe dat de EU in haar strategie moet opnemen dat brandstoffen geproduceerd door het kappen van regenwouden niet zullen worden verkocht in Europa.

bron : e-zine Milieu van 6/06/2006 tot 10/06/2006

http://www.worldwatch.org/node/4079

II. Biobrandstoffen: de federale overheid omzeilt communautair struikelblok

• Het communautaire getouwtrek rond belastingvrijstelling voor biobrandstoffen kende zopas een positieve afloop.
• Drie productie-eenheden voor bio-ethanol in Gent, Wanze en nu ook Antwerpen zullen van de belastingvrijstelling kunnen genieten.
• Bio-ethanol komt als uiteindelijke winnaar uit de bus.

In het dossier van de belastingvrijstelling voor biobrandstoffen waren twee projecten, één in Wallonië (Wanze) en één in Vlaanderen (Gent), uit de bus gekomen als de voornaamste kandidaten om de productiequota’s te halen die door de Europese Unie worden opgelegd. De projecten waren al snel gekend, zowel wat betreft hun fasering als hun respectievelijke volumes. Een wetsvoorstel moest de modaliteiten van de belastingvrijstelling voor deze brandstoffen vastleggen. Een wijziging aan de oorspronkelijke tekst heeft echter een tijd verwarring gezaaid, tot op federaal niveau een nieuwe oplossing werd gevonden.

Hoewel men evolueerde in de richting van een compromis voor een goed geoliede toekenning van de marktaandelen van Belgische biobrandstoffen tussen de productie-eenheden in Wanze en Gent, stelden last-minute verwikkelingen het oorspronkelijke akkoord terug in vraag. Om in het noorden van het land een groter aantal operatoren toe te laten, werd de tekst gewijzigd, waarmee echter ook de geest van het akkoord veranderde. De nieuwe tekst stipuleerde dat een productie-eenheid niet meer dan de helft van de gedefiscaliseerde biobrandstofquota’s mocht produceren.

Gevolg: aangezien de belastingvrijstelling slechts betrekking had op 192 miljoen liter werd de Waalse productie-eenheid met een productiecapaciteit van 125 miljoen liter bio-ethanol per jaar buiten spel gezet. Wallonië stond op z’n kop, er werd gedreigd om de regering te doen vallen en er was een persoonlijke tussenkomst van Guy Verhofstadt nodig om de gemoederen te bedaren.

Het akkoord werd intussen aangepast in de zin dat de belastingvrijstelling voortaan betrekking heeft op 250 miljoen liter biobrandstof, een stijging met 30% ten opzichte van het oorspronkelijke akkoord. Het project van de Tiense Raffinaderijen in Wanze was gered, evenals dat van Antwerpen, de derde kaper in Vlaanderen.

Ondanks een moeilijke politieke context werd het systeem van de belastingvrijstelling op de productie gestemd. De industriëlen kunnen nu hun dossiers voorbereiden om te wedijveren voor de quota’s op de nationale markt. De groep Südzucker, de grootste suikerproducent van Europa, heeft overigens op 31 mei zijn beslissing bevestigd om BioWanze, de bio-ethanolfabriek in Wanze, te bouwen en daarbij de principes van het nieuwe akkoord na te leven.

Meer info:
Alco Bio Fuel, de eerste grote bio-ethanolfabriek in België
Fiscale vrijstelling van biobrandstoffen opent nieuwe perspectieven
Een eco-certificatie voor biobrandstoffen? De federale overheid onderzoekt de mogelijkheid…

Alterbusinessnews, 060602

III. Onderzoekers specificeren de energiewinsten en de milieuinvloeden van ethanol uit mais en biodiesel uit sojabonen.

De eerste uitvoerige analyse van de complete levenscyclus van biodiesel uit sojabonen en van ethanol uit mais toont aan dat biodiesel een veel geringere invloed heeft op het milieu en een veel hogere netto energieopbrengst heeft dan ethanol uit mais, maar dat geen van twee veel afdoet aan de energievraag van de VS.

De studie zal gepubliceerd worden in de editie van 11 juli 2006 van de : "Proceedings of the National Academy of Sciences".

De onderzoekers deden naspeuring naar alle energie die gebruikt wordt voor het laten groeien van mais en sojabonen en voor de omzetting van de teelten in biobrandstoffen. Zij hadden ook oog voor hoeveel (kunst)mest en bestrijdingsmiddelen mais en sojabonen nodig hebben en hoeveel broeikasgassen, stikstof, fosfor en verontreinigende bestrijdingsmiddelen ieder vrijzet in het milieu.

"Het kwantificeren van de voordelen en kosten van biobrandstoffen gedurende hun levenscycli maakt het niet alleen mogelijk om vandaag verstandige keuzes te maken, maar ook om betere biobrandstoffen op het spoor te komen voor de toekomst," zei Jason Hill, een postdoctoraal onderzoeker in het departement van ecologie, evolutie en gedrag en het departement van toegepaste economie; hij is tevens hoofdauteur van de studie.

De studie toonde aan dat zowel ethanol uit mais als biodiesel uit sojabonen meer energie opleveren dan nodig is voor het telen ervan en de omzetting in biobrandstoffen. Deze bevindingen weerspreken andere studies die stellen dat de productie van deze biobrandstoffen meer energie vraagt dan het oplevert. Er zijn echter grote verschillen in de opgeleverde energie. Biodiesel uit sojabonen heeft een meeropbrengst aan energie van 93% terwijl ethanol uit mais thans maar 25% energiewinst oplevert.

De onderzoekers waarschuwen dat geen van beide biobrandstoffen de groeiende vraag naar alternatieven voor petroleum geheel kan opvangen. De hele productie van VS-mais en -soja voor biobrandstof zou maar 12% van de vraag naar benzine en 6% van de vraag naar diesel kunnen invullen. Ondertussen zal de groei van de wereldbevolking en de toenemende maatschappelijke welvaart de vraag naar mais en sojabonen als voedsel doen toenemen.

De auteurs toonden aan dat er ook verschil is in de milieu-invloed van de twee biobrandstoffen. Biodiesel uit sojabonen produceert 41% minder uitstoot van broeikasgassen dan dieselbrandstof, terwijl ethanol uit mais 12% minder uitstoot van broeikasgassen geeft dan benzine. Sojabonen hebben een ander milieuvoordeel boven mais, omdat zij minder nitraatbemesting en bestrijdingsmiddelen, die terecht komen in grondwater, beken, rivieren en oceanen, nodig hebben. Deze landbouwchemicaliën verontreinigen drinkwater en nitraten verminderen de biodiversiteit in wereldwijde ecosystemen. Meststoffen op basis van stikstof, in hoofdzaak op maisakkers, veroorzaken de ‘dode zone’ in de Golf van Mexico.

"We voerden deze studie uit om van ethanol en biodiesel te leren," zei David Tilman, professor ecologie, tevens universiteitscurator en medeauteur van de studie. "De productie van biobrandstof voor transport is een opkomende industrie. Ethanol uit mais en biodiesel uit soja zijn succesvolle biobrandstoffen van de eerste generatie. De volgende stap is een teelt voor biobrandstof die een lagere inzet vraagt van scheikundige middelen en energie en een veel grotere energieopbrengst geeft samen met milieuwinst. Prairiegrassen hebben een grote toekomst."

Biobrandstoffen uit switchgrass, gemengde prairiegrassen en houtachtige gewassen, geteeld op marginale landbouwgronden of geproduceerd uit afval in de land- of bosbouw bieden de mogelijkheid om veel meer biobrandstof te leveren met grotere milieuvoordelen dan de ethanol uit mais en de biodiesel uit soja.

Volgens Douglas Tiffany, staflid onderzoek, departement van toegepaste economie en een andere coauteur van de studie, zijn ethanol en biodiesel producten van vroege bioraffinaderijen die in de toekomst in staat zullen zijn verschillende soorten biomassa te verwerken en omzettingstechnologieën te gebruiken voor een scala van biobrandstoffen en andere producten, afhankelijk van wat de markt vraagt.

Hill voegt er nog aan toe dat zowel ethanol als biodiesel een lange-termijnwaarde hebben als additieven omdat zij fossiele brandstoffen van zuurstof voorzien waardoor deze schoner verbranden. Biodiesel beschermt ook motoronderdelen wanneer deze is gemengd met diesel.

"Er is veel vraag naar ethanol als additief," zegt Hill. "De ethanolindustrie werd opgezet voor het gebruik van ethanol als een additief eerder dan als brandstof. Gebruik als biobrandstof zoals E85 is een recente en op dit moment niet duurzame ontwikkeling. Als zodanig wordt er amper genoeg mais verbouwd om de vraag te beantwoorden naar een 10%-additief."

Copyright © 1992-2006 by SeedQuest       Links:  

Source: University of Minnesota via SeedQuest

checkbiotech, 060711