Afrika-voorstel in de WTO rond grondstoffen
Ontwikkeling is het doel: de Afrikaanse landen stippelen route uit
Het voorstel van de Afrika groep, een verbond van 41 Afrikaanse landen, dat zij op 7 juni 2006 in de WTO deden voor het beheersen van de handel in agrarische grondstoffen is een verfrissende kijk op hoe de armoede en de verbetering van de levensstandaard op het platteland aan te pakken in de context van de Doha-agenda.
door Carin Smaller en Sophia Murphy, 16 juni 2006
Het voorstel benadrukt de noodzaak om te komen tot stabiele, eerlijke en lonende prijzen voor grondstoffenproducenten en om structureel overaanbod op grondstoffenmarkten aan te pakken. Het voorstel betekent een uitdaging aan de leden van de WTO : is het hun ernst om iets voor ontwikkeling te doen met de Doha-agenda of niet ? In het vooruitzicht van de zogenaamde "Mini-Ministerial" – de samenkomst van de handelsministers van enkele WTO-lidstaten op 28 juni 2006 in Genève in een poging om te komen tot een afsluiting van de onderhandelingen – verstrijkt de tijd voor de gezamenlijke leden om een standpunt in te nemen. Dit is een laatste poging om te verzekeren dat de Doha-agenda de onderwerpen bevat die Afrikaanse landen overhaalden om in 2001 weer aan de onderhandelingstafel te komen, toen de Doha-agenda voor het eerst werd overeengekomen.
Sinds de Ministeriële Conferentie in Doha in november 2001 heeft een groep Afrikaanse landen met inbegrip van Ivoorkust, Kenia, Ruanda, Tanzania, Uganda and Zimbabwe, de WTO leden opgeroepen om de plattelandscrisis in ontwikkelingslanden, die het gevolg is van de daling van de grondstoffenprijzen, aan te pakken. Deze groep van Afrikaanse landen heeft de negatieve invloeden benadrukt van de kolossale machtsongelijkheid op grondstoffenmarkten, die een klein aantal multinationale bedrijven toelaat een steeds sterker groeiend aandeel in de winsten van de grondstoffenhandel in te palmen en het de producenten in ontwikkelingslanden onmogelijk maakt een eerlijke prijs te krijgen voor wat zij produceren. Op dit moment heeft de meerderheid van de WTO leden geen ernstige aandacht besteed aan deze zorgen hoewel de dalende prijs van agriarische grondstoffen een ernstige hindernis blijft om het armoedepeil te verlagen en de voordelen van een zich uitbreidende wereldhandel ten goede te doen komen van veel ontwikkelingslanden.
Op7 juni 2006 nam de Afrikaanse groep een standpunt in inzake deze vitale onderwerpen. Het voorstel van de Afrika groep onderkent vier terreinen ter insluiting in de Doha onderhandelingen:
(1) De opheffing van tariefescalatie omdat dit ontwikkeling ontmoedigt. Tariefescalatie betreft een tariefstructuur waarbij (douane)tarieven hoger zijn naarmate producten een hogere mate van verwerking hebben ondergaan. Zo zijn bv. tarieven op ruwe katoen aanmerkelijk lager dan die op kleding. Tariefescalatie stelt ontwikkelde landen in staat om grondstoffen tegen lage kosten uit ontwikkelingslanden te importeren ten dienste van hun eigen industrieën en beschermt tegelijk de industrieën van de ontwikkelde landen tegen importen van producten met een toegevoegde waarde, wat een ontmoediging betekent van de industriële ontwikkeling in ontwikkelingslanden.
(2) de aanvaarding van internationale systemen om het aanbod van grondstoffen te beheersen tot stabilisering van de prijzen. Voor grondstoffen zoals koffie en cacao zijn de wereldprijzen ernstig verstoord door het structurele overaanbod van de grondstoffen op de internationale markten. Overaanbod heeft de prijzen gedrukt met nefaste gevolgen voor kleinschalige koffie- en cacaoproducenten.
(3) Het toestaan van het gebruik van exportbelasting en exportbeperkingen om de grondstoffenprijzen te stabiliseren. Belangrijke leveranciers van grondstoffen voor de wereldmarkt of een aantal samenwerkende aanbieders kunnen daarbij scherpe dalingen van de wereldprijs voorkomen als het aanbod toeneemt. Dit laat landen ook toe de export te vertragen als zij grondstoffen wensen vast te houden ter wille van eigen voedselzekerheid. En het biedt landen een andere mogelijkheid voor toenemende overheidsinkomsten.
(4) Het onderhandelen over concretere maatregelen om niet-tariefbelemmeringen die de grondstoffenhandel beïnvloeden, op te heffen. Niet-tariefbelemmeringen kunnen gaan over gezondheids- en veiligheidsmaatstaven en verpakkingsvoorschriften, die behoren tot de
handelsregulering van ieder land. Andere niet-tariefbelemmeringen kunnen echter worden gebruikt als een manier om importen buiten te sluiten – oneerlijke discriminatie jegens producenten en exporteurs uit ontwikkelingslanden. Een beter systeem op multilateraal vlak is nodig om ervoor te zorgen dat maatstaven die ervoor in de plaats komen, het resultaat zijn van een gezamenlijk proces – idealiter een dat de grondslag vormt voor grondstofproducenten om de kwaliteit van hun goederen te verhogen.
Het voorstel van de Afrika groep is een belangrijk initiatief. Met de vraag naar systemen van aanbodbeheersing biedt het voorstel betekenisvolle alternatieven om de grondoorzaken van dumping aan te pakken (de verkoop van exporten tegen prijzen onder de productiekosten). De WTO heeft regels mbt. aspecten van agrarische dumping : de Overeenkomst inzake Landbouw bv., met richtlijnen voor het gebruik van exportsubsidies en het gegeven dat de lopende onderhandelingen de eventuele opheffing daarvan voorstellen. Exportsubsidies zijn echter maar een klein deel van het probleem. Tegelijkertijd ontmoedigen of zelfs verhinderen een aantal WTO regels noodzakelijke elementen van aanbodbeheersing met inbegrip van maatregelen mbt. het toepassen van productiecontroles of –prikkels (en een verbod op de invoering van meest nieuwe programma’s die productie zouden beperken of stimuleren).
Het oplossen van de problemen die bijdragen aan een bijna 40-jarige daling van agrarische grondstoffenprijzen gaat het vermogen van enige multilaterale organisatie teboven. Het Afrikaans voorstel doet een oproep voor de deelname van de UNCTAD, de VN organisatie voor Handel en Ontwikkeling, en de Internationale Grondstoffen Organisaties, de noodzaak benadrukkend van samenwerking tussen multilaterale instellingen voor het vinden van oplossingen. Niettemin zij er belangrijke stappen die de WTO kan doen. De Afrika groep heeft vier belangrijke terreinen voorgesteld. Geen daarvan zijn op passende wijze benaderd, noch in de landbouwonderhandelingen, noch in de NAMA-onderhandelingen (niet agrarische markttoegang). Bijkomende elementen die moeten overwogen worden in het multilateraal handelssysteem zijn : manieren om de macht te doorbreken die enkele bedrijven hebben op een aantal grondstoffenmarkten en betere dumpingmaatregelen om ervoor te zorgen dat de exportprijzen van grondstoffen een afspiegeling zijn van de productiekosten.
Dat zijn voorstellen die landbouworganisaties over de hele wereld ondersteunen. Landbouworganisaties zowel in de VS als in Kenia weten dat hun grootste uitdaging is de voortdurende en soms plotselinge daling van het landbouwinkomen te stoppen. Zij weten dat de uitbreiding van de export, lagere douanetarieven, maatregelen inzake exportsubsidies enz. alle hun verdienste kunnen hebben als landbouwbeleid, maar in de markten waarin boeren (niet opkopers of verwerkers of verdelers) thans handelen heeft dit beleid niets gedaan ter ondersteuning van de tewerkstelling (zowel op de boerderij als in de lokale economie).
De ontwikkelingsagenda zoals in Doha beloofd door de ontwikkelde landen is niet tot stand gekomen. Het Afrikaans voorstel biedt een serieuze kans om deze droevige stand van zaken te doorbreken. Het verdient zorgvuldig overwogen te worden door de leden van de WTO.
© Carin Samller en Sophia Murphy
www.iatp.org
www.tradeobservatory.org
bronnen:
African Group Proposal on Modalities for Commodities, June 2006 – www.tradeobservatory.org/library.cfm?refid=88066
Commodity Proposal by Côte d’Ivoire, Kenya, Rwanda, Tanzania, Uganda and Zimbabwe, June 2005
www.tradeobservatory.org/library.cfm?refid=73146
Submission on Declining Terms of Trade for Primary Commodities by Tanzania, Uganda and Kenya, May 2004
Available at: www.wto.org wt/comtd/w/130
Submission on the Implications of Declining Terms of Trade for Primary Commodities by Tanzania, Uganda And Kenya, March 2004
Available at: www.wto.org wt/comtd/w/124
Submission on the Crisis Created by the Long-Term Decline of Prices for Primary Commodities by Tanzania, Uganda And Kenya, July 2003
Available at www.wto.org WT/GC/W/508/Corr.1