GATS (General Agreement on Trade in Services)
De Algemene Overeenkomst over Handel in Diensten die ter discussie staat bij de WTO heeft ook invloed op landbouw en voedsel.
Daarover publiceerde IUF in het Verenigd Koninkrijk een studie, die uitkwam op 17 juni 2004 onder de titel : " The GATS Threat to Food and Agriculture ".
Hoewel de GATS dikwijks beschouwd wordt als iets wat hoofdzakelijk betrekking heeft op zaken uit de openbare sector zoals onderwijs, gezondheidszorg, energie, leidingwater en overheidsbemiddeling (staatshandelsondernemingen, rijksinkoopbureaus), maakt het brede terrein van de GATS en haar samenhang met uitgebreide rechten voor grensoverschijdende investeerders en met toegenomen concentratie van bedrijven, tot een algemeen onderwerp van aandacht voor de vakbeweging. Vanwege haar ambitieuze rijkweidte hebben de GATS-onderhandelingen ook belang voor arbeiders en vakbonden buiten wat traditioneel beschouwd wordt als ‘openbare diensten’. Ze zullen een verregaande invloed hebben op de samenleving, de vakbonden en diens leden.
Doordat GATS regeringen dwingt de levering en distributie van water te behandelen als een commerciële activiteit die openstaat voor buitenlandse firma’s, werkt deze overeenkomst als een mondiaal mechanisme wat bedrijven in de gelegenheid stelt om de levensnoodzakelijkheden als koopwaar te beschouwen. Voedsel wordt zo ook opgenomen in deze logica van de bedrijvendominatie door de GATS. Zij zal een enorme invloed hebben op landbouw en voedsel.
In deze studie wordt aandacht geschonken aan twee terreinen, waarop de GATS invloed heeft op de arbeiders in de landbouw en de voedingsindustrie : water en ‘milieudiensten’.
GATS : bedreiging van voedsel en landbouw
De Algemene Overeenkomst inzake Handel in Diensten (de GATS) is een van de pijlers van de WTO, tesamen met de Overeenkomst inzake Landbouw en de Overeenkomst inzake op de Handel betrekking hebbende Intellectuele Eigendomsrechten (TRIPS). De GATS schept een kader om een breed scala van openbare diensten open te stellen voor buitenlandse investeerders, afdwingbaar door sancties. Hoewel gesteld in termen van vrijwilligheid "selectief", "optioneel", is zij in feite een krachtige wig om voor multinationals die sectoren te openen, die voorheen algemeen beschouwd werden als te behoren tot de sfeer van openbare voorzieningen zoals gezondheid, onderwijs en nutsvoorzieningen zoals water en electriciteit. Veel vakbonden zijn ook in beweging gekomen om te beletten dat de voorzieningen overeenkomstig GATS "Mode 4" inzake vrije arbeidsmobiliteit een middel worden tot sociale dumping en afzwakking van arbeidsnormen.
Hoewel de GATS dikwijls beschouwd wordt als iets wat hoofdzakelijk betrekking heeft op zaken uit de openbare sector zoals onderwijs, gezondheidszorg, energie, leidingwater en overheidsbemiddeling (staatshandelsondernemingen, rijksinkoopbureaus), maakt het brede terrein van de GATS en haar samenhang met uitgebreide rechten voor grensoverschrijdende investeerders en met toegenomen concentratie van bedrijven, haar tot een algemeen onderwerp van aandacht voor de vakbeweging. Vanwege haar ambitieuze reikwijdte hebben de GATS-onderhandelingen ook belang voor arbeiders en vakbonden buiten wat traditioneel beschouwd wordt als ‘openbare diensten’. Ze zullen een verregaande invloed hebben op de samenleving, de vakbonden en diens leden.
Dit is bijzonder treffend in termen van de GATS als instrument voor het openbreken van markten, waarbij het vermogen en het recht van nationale regeringen om de activiteiten van buitenlandse ondernemingen te reguleren, ernstig wordt beperkt. Bovendien ondermijnt de aard van de privatisering en commercialisering, die door de GATS wordt opgelegd, de toegang van arbeiders en hun gemeenschappen tot essentiële openbare diensten. Dit is niet alleen een kwestie van beperkte toegankelijkheid. Het is een aanhoudende inbreuk op arbeidersrechten op levensnoodzakelijkheden zoals onderwijs, gezondheidszorg en water. Deze inbreuk op rechten is de harde werkelijkheid, die de zelfverklaarde ‘missie’ van de watermultinational Suez ondersteunt : "leverancier van levensnoodzakelijkheden". De GATS dient dus als een bedrijfsstrategie om deze noodzakelijkheden in te palmen, te beheersen en te verkopen aan wie het kan betalen.
Door regeringen te dwingen om de levering en distributie van water te behandelen als een commerciële activiteit die open staat voor buitenlandse ondernemingen, functioneert de GATS als een mondiaal mechanisme voor bedrijven zoals Suez om de levensnoodzakelijkheden te commercialiseren. Nog een andere levensnoodzakelijheid, nl. voedsel is ook opgenomen in die logica van de bedrijvendominantie door de GATS. De GATS zal een enorme invloed hebben op landbouw en voedsel. In deze studie behandelen wij twee terreinen waarop de GATS invloed zullen hebben op arbeiders in de landbouw en de voedselindustrie : water en ‘milieudiensten’.
Wat is de GATS ?
Het doel van de GATS is een geleidelijke opruiming van alle hindernissen voor de handel in diensten. De overeenkomst omvat zeer verschillende diensten zoals bankwezen, onderwijs, gezondheidszorg, afvalinzameling, toerisme en transport. Het idee is om deze diensten open te stellen voor internationale concurrentie, en zó ruim baan te maken voor grote multinationals die op winst uit zijn. In de aanlooponderhandelingen naar GATS 2000 verklaarde de website van de Europese Commissie uitdrukkelijk dat : "De GATS is niet alleen maar iets dat bestaat tussen Regeringen. Het is eerst en vooral een instrument ten dienste van het bedrijfsleven".
De WTO zoekt nu de GATS uit te breiden naar alle dienstensectoren. Zij zal volledig verplichtend zijn en leiden tot toenemend hogere niveaus van liberalisering zonder voorafgaande uitsluiting van enig welke dienstensector of leveringswijze. Dat betekent dat alle sectoren – inclusief water, gezondheidszorg en onderwijs – opengesteld moeten worden voor buitenlandse bedrijven. En eenmaal opengesteld is er geen weg terug, zelfs geen mogelijkheid voor beperkende overheidsmaatregelen.
Bron : www.GATSwatch.org
Er zijn vier hoofdredenen waarom de GATS wereldwijd de aandacht vraagt van vakbonden in de landbouw en de voedselindustrie :
1. Door een door winst gedreven commercialisering en privatisering van waterlevering en –distributie aan te moedigen bedreigt de GATS de levensvatbaarheid van de landbouw – de grootste verbruiker van zoetwater – en heeft een directe invloed op de werkzekerheid en de levens- en arbeidsvoorwaarden van landarbeiders.
2. De privatisering en commercialisering van milieudiensten onder GATS, inclusief afvalbeheer, -behandeling en -storting door privé-ondernemingen, vermindert verder de verantwoordelijkheid en het vermogen van nationale regeringen om het milieu en de beroepsveiligheid en –gezondheid van de arbeiders te beschermen en te waarborgen, ook van hen die werkzaam zijn in de landbouw en de voedselindustrie. Het is van belang om in te zien dat het openstellen van diensten ten gerieve van buitenlandse bedrijven ook landbouwvoorlichtings-diensten betreft, tot nu toe geleverd door regeringen aan landelijke gemeenschappen.
3. De GATS wordt gebruikt om de concentratie van bedrijven in de voedselhandelsketen te consolideren en onomkeerbaar te maken. Op effectieve wijze versterkt zij de greep van het bedrijfsleven op de voedselketen van "boer tot bord".
4. Door buitenlandse ondernemingen het recht te verlenen een ‘commerciële aanwezigheid’ te realiseren in alle WTO-lidstaten en een daarmee samenhangende bescherming te bieden aan buitenlandse investeerders, realiseert GATS basisbestanddelen van een multilaterale overeenkomst inzake investeringen binnen de WTO. Het is in feite een MAI met andere middelen (MAI is het eerder in WTO afgewezen ontwerp voor een Multilaterale Overeenkomst inzake Investeringen).
In 2002 hebben de Horeca-vakbonden van de IUF een beleidsverklaring afgelegd over de GATS, en daarbij de aandacht gevestigd op de wijze waarop de deregulering van de toerismesector de reeds kwetsbare tewerkstellingsvoorwaarden verder ondermijnt en leidt tot een versnelde verslechtering van het milieu. Een onderhanden IUF-studie zal de gevolgen onderzoeken van de GATS-aanmoediging tot concentratie in de handel, vooral waar het gaat om de situatie van de arbeiders in de landbouw en de voedselindustrie.
GATS, en water en de rechten van arbeiders
Aan de vooravond van het derde Wereld Water Forum in maart 2003 merkte een afgevaardigde vande FAO (Voedsel en Landbouw Organisatie van de VN) op : "Jammergenoeg heeft het internationale debat over waterproblemen de neiging de belangrijke rol van de landbouw, de grootste waterverbruiker, over het hoofd te zien." Dit cruciale feit krijgt nog steeds geen aandacht.
Volgens het Wereld Water Ontwikkelingsrapport van de VN wordt ca 70% van alle zoet water gebruikt voor landbouw, terwijl 22% bestemd is voor industrieel gebruik en 8% voor huishoudelijk gebruik. Dat betekent dat 70% van alle water dat wordt onttrokken aan rivieren, meren en aardwaterlagen bestemd is voor bevloeiing van teelten. Voor ontwikkelingslanden, waar landbouw overheersend is, loopt die waarde op tot 82% van alle zoetwaterverbruik.
De band tussen water en voedselproductie is kritisch als we de groeiende crisis in waterschaarste beschouwen. Waterschaarste laat zich vertalen in voedseltekorten – ondermijning van voedselzekerheid en beproeving voor meer dan een miljard mensen die voor hun bestaan afhankelijk zijn van de landbouw, waaronder 450 miljoen landarbeiders. De crisis zal verergeren als de behoefte aan water voor de landbouw toeneemt. De FAO schat dat om tegemoet te komen aan de noden van de toekomstige voedselproductie, het onttrekken van water voor de landbouw de komende 30 jaar met ca 14% zal toenemen. Een van de gevolgen is dat boeren in ontwikkelingslanden aankijken tegen toenemende concurrentie bij de aanspraak op de schaarse zoetwaterbronnen.
De FAO heeft ook de aandacht gevestigd op de onderlinge samenhang tussen water, bevloeiing van teelten en gezondheid. Slecht beheerde irrigatie is bv. verbonden met de verspreiding van door water overgebrachte ziektes. Dit beklemtoont de noodzaak om waterkwaliteit en –veiligheid te waarborgen als onderdeel van gezondheid en veiligheid van de landarbeiders en hun gemeenschappen.
Deze en andere langetermijneffecten van de uitbreiding van de GATS duiden op de systematische daarmee samenhangende inbreuk op rechten. Zoals de VN Commissaris voor de Mensenrechten in een rapport over handel en investeringen vaststelde : "Volgens het Comité inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten omvat de verplichting tot het respecteren van het recht op water het zich onthouden van willekeurige of onwettige afsluiting of uitsluiting van waterdiensten en van prijsopdrijving van het water in de mate dat het onbetaalbaar wordt." Het onduurzaam beheer van waterbronnen, dat onder de GATS wordt voorgestaan, bedreigt de levensvatbaarheid van een duurzame landbouw. In die zin ondermijnt de GATS het vermogen van nationale en lokale regeringen om bronnen van bestaan zoals water te beheren om tegemoet te komen aan de noden van duurzame agrarische productie, in het bijzonder voedselproductie. Van de weeromstuit ondermijnt dit de vooruitzichten op acceptabel werk in de landbouw, aangezien duurzame tewerkstelling in de landbouw een critisch aspect is van aanvaardbaar werk.
Een fundamentele dimensie van de GATS-overtreding van multilaterale verdragen inzake mensenrechten is de inbreuk op voorzieningen in de Internationale Arbeids Conventies van de ILO. Meer specifiek : de Internationale Conventie inzake Arbeidsvoorwaarden voor Plantagearbeiders (Plantation Convention, ILC No. 110, 1958) bevat voorzieningen betreffende de rechten van plantagearbeiders die ver moeten reizen naar de plantages. Artikel 13 (2) stelt dat ronselaars of werkgevers "aangeworven arbeiders moeten voorzien van al wat nodig is voor hun welzijn gedurende de reis naar de plaats van tewerkstelling, inbegrepen drinkwater." Artikel 86 stelt minimum normen voor de accommodatie van plantagearbeiders, wat inhoudt "aanbod van water". De nieuwe Internationale Conventie inzake Veiligheid en Gezondheid in de Landbouw (Safety and Health in Agriculture Convention, ILC No. 184, 2001) bevat ook uitdrukkelijke voorzieningen inzake het recht van arbeiders op drinkwater. Artikel 19 inzake sociale zorgfaciliteiten en de bijbehorende aanbeveling vereist dat arbeiders gegarandeerde toegang hebben tot "een passend aanbod van veilig drinkwater".
Deze ILO conventies laten zien hoe centraal water staat in de gezondheid en de veiligheid van landarbeiders, alleen deze rechten worden nog steeds niet gerespecteerd. Er is sprake van een watercrisis en het recht op toegang tot water wordt ontzegd. Nieuwe instrumenten ten dienste van bedrijven zoals de GATS dienen om de bestaande crisis aan te scherpen en scheppen mechanismen die een keerpunt in deze logica beletten door obstakels op te werpen om deze rechten te verwezenlijken. Dit conflict tussen de GATS en rechten is de wezenlijke aard van het WTO-regime.
Water blootstellen aan de zeggenschap van buitenlandse bedrijven
Door het afdwingen van de "liberalisering van alle diensten" en het verwijderen van de hindernissen voor de entree van buitenlandse bedrijven in de dienstensector, opent de GATS in feite openbare diensten zoals de waterdistributie voor de beheersing ervan door waterreuzen zoals Suez, Vivendi, Aqua Mundo en Thames Water. Feitelijk werkte de Europese Commissie nauw samen met deze firma’s bij het ontwerpen van de GATS en het verzoek aan de 109 WTO-leden waarin gevraagd werd om hun dienstensectoren te liberaliseren. Dit omvat verzoeken aan 72 landen om hun wateropvang, waterzuivering en waterdistributie open te stellen voor buitenlandse bedrijven.
Staatseigendom of staatsbeheer van nutsvoorzieningen en aanverwante diensten inzake water zijn allereerst geviseerd onder de GATS aangezien zij worden beschouwd als hindernissen voor buitenlandse concurrentie. Informatie die begin 2003 uitlekte toont dat de EU openbare waterbedrijven in landen zoals Brazilië, Bolivië, Botswana, Bangladesh, Tunesië en Honduras beschouwt als op te ruimen hindernissen om buitenlandse concurrentie toe te laten – een proces dat privatisering van openbare nutsvoorzieningen voor water vereist en een garantie is voor het verzekeren van het recht van buitenlandse bedrijven om deze markten te betreden en te domineren.
Het opvolgen van deze GATS-verzoeken – vooral aggressieve pogingen om de openbare waterdiensten open te breken voor buitenlands bezit – was een kritisch onderwerp op de Cancun-agenda van de EU en blijft een prioriteit in de post-Cancun-manoeuvres. Hoe ook andere aspecten van de WTO-onderhandelingen op dood spoor dreigen te raken, de EU – handelend met het oog op de belangen van de waterreuzen in het bedrijfleven – is vastbesloten de GATS-aanval op het water door te zetten.
Bolivia versus Bechtel : de toekomst onder GATS ?
Onder druk van de Wereldbank en het IMF kwam in 1999 de openbare waternutsvoorziening van Bolivië’s derde grootste stad, Cochabamba, in openbare aanbieding. Boliviaanse afgevaardigden verpachtten achter gesloten deuren ten overstaan van maar één bieder de watervoorziening van Cochabamba tot het jaar 2039 aan een nieuwe maatschappij, genaamd Aguas del Tunari, een onderafdeling van de grote Amerikaanse aannemingsfirma Bechtel. Toen het watersysteem nog maar een paar weken was overgenomen, steeg de prijs met 200% en meer, ten laste van plaatselijke gezinnen. Via een gelijktijdige waterwet die werd goedgekeurd door het Boliviaans Congres en de President, kreeg de maatschappij ook de honderden landelijke irrigatiesystemen en gemeenschappelijke bronnen in beheer. Daar hoorden projecten bij die door en op kosten van de plaatselijke bevolking waren gebouwd zonder hulp van de overheid.
In antwoord daarop werd een rurale/urbane volksalliantie gevormd – de Coordinadora voor de Verdediging van Water en Leven – om grootscheepse protesten te coördineren tegen de privatisering van de waterdiensten en de watersystemen op het platteland. Het lukte deze mobilisatie de regering in april 2000 te dwingen het contract op te zeggen.
Bechtel van zijn kant claimde bij het Internationaal Centrum voor Betwisting van Vestiging en Investering (ICSID), onderdeel van de Wereldbankgroep, een compensatie van 25 miljoen US$. Daarbij te bedenken dat in de eerste plaats de Wereldbank de privatisering in Cochabamba had afgedwongen. Om ICSID te kunnen inschakelen had Bechtel zijn Boliviaanse registratie moeten overzetten naar Amsterdam om gedekt te zijn door een verdrag tussen Bolivië en Nederland, waarin de Wereldbank wordt aangeduid als de arbiter bij investeringsbetwistingen.
Deze manoeuvres zouden overbodig geweest zijn als Bolivië zijn waterdiensten had ondergebracht binnen GATS. Als WTO-leden overeenkomen om investeringsovereenkomsten te laten vallen onder GATS, zouden de investeringen van Bechtel beschermd kunnen zijn onder de WTO. Hetzelfde instrument dat Bechtel vandaag gebruikt tegen Bolivië zou door andere bedrijven kunnen worden gebruikt om milieuwetten, gezondheidsregelingen en arbeidersbescherming te herroepen in elk willekeurig land – alles in naam van het neerhalen van handelsbelemmeringen.
In enigszins gewijzigde vorm overgenomen van : Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP), Water Services under the World Trade Organisation (WTO Cancun Series Paper No.6) 2003, pp. 8-9.
Verdedigers van de GATS brengen dikwijls in dat zij niet de waterprivatisering oplegt, maar zich alleen beperkt tot de distributie en het gebruik van water en niet gaat over de eigendom. Nationale regeringen kunnen eigenaars blijven van de waterbronnen. De wettelijke en politieke realiteit van GATS is echter dat dit bezit "op zich of krachtens zich zelf geen bescherming biedt voor het recht van een staat op het gebruik en de doorlopende regeling van waterbronnen". Het gebruik van het water kan voor decennia worden toegekend aan bedrijven die de volledige zeggenschap uitoefenen over prijsvorming en distributie van het water, terwijl de regering – in plaats van regelend op te treden om openbare toegankelijkheid van het water, milieubescherming, enz. veilig te stellen – feitelijk geconfronteerd wordt met de dreiging financiële compensatie te moeten betalen aan buitenlandse watermaatschappijen wegens inbreuk op hun rechten. Dit betekent dat alle toekomstige beleidsbeslissingen inzake regelingen van de watersector onderworpen zijn aan een beoordeling van financiële aansprakelijkheid.
De GATS houdt niet alleen in het verwijderen van hindernissen voor bedrijfswinsten zoals bij openbare waternutsvoorzieningen. Zij is ook ontworpen om deze veranderingen onomkeerbaar te maken, door te verhinderen dat er op het niveau van de openbare sector weer maatregelen ingevoerd worden tot beheer van de watervoorziening, zelfs als dit in het belang is van de waterbescherming. Een democratische regeringswissel leidend tot pogingen om de waterprivatisering ter herzien, of overheidsinterventie om het hoofd te bieden aan een crisis in de toegang tot water, zou kunnen worden aangevochten op grond van de GATS en kostbare handelssancties zouden kunnen worden opgelegd op grond van WTO-regels. Onder de GATS zullen regeringen gevangen worden in een proces van beoordeling van alle toekomstige waterbeleid in termen van mogelijke negatieve gevolgen voor de belangen van de privésector : "Regerngen zijn niet gerechtigd om eenvoudig redelijke wetten te stellen en maatregelen te nemen. In plaats daarvan moeten zij alle denkbare alternatieven en de invloed daarvan op investerende privé-ondernemingen onder ogen zien alvorens regelingen te kiezen die de minste invloed hebben op die bedrijven".
Zoals recente ervaringen met de privatisering van water hebben getoond, betekent het beheer van de waterlevering en distributie niet dat de overheid zich volledig terugtrekt. In veel gevallen voorzien regeringen in openbare financiële ondersteuning en subsidies om de winstgevendheid gedurende de contractperioe te garanderen.
Al 31 landen lijden onder watertekorten en men voorspelt dat in 2025 de vraag naar zoetwater het aanbod met 56% zal overstijgen. In veel laden in het Zuiden is toegang hebben tot water reeds een dringend algemeen probleem. Toch zal deze crisis verergeren door het feit dat de winstgevendheid van bedrijven in de eerste plaats bepalend zal zijn voor de toegang tot water onder GATS : "Een vorm van waterprivatisering, die niet levensvatbaar c.q. winstgevend blijkt te zijn, kan – op grond van principes zoals ‘volledig kostendekkend zijn’, wat de GATS toestaat –leiden tot heffingen op de basistoegankelijkheid tot waterleveringen, en zelfs op het verzamelen van regenwater".
Ongetwijfeld zal de GATS een ingrijpende invloed hebben op plattelandsgemeenschappen, vooral in ontwikkelingslanden waar de toegang tot water in de landelijke gebieden reeds in ernstige mate tekortschiet. In veel gevallen is de toegang tot water gewaarborgd door diensten die met moeite gefinancierd worden door plaatselijke overheden of openbare nutsvoorzieningen die steunen op een plaatselijke gemeenschap – nutsvoorzienignen die zouden worden weggevaagd door buitenlandse concurrentie. In een gemeenschappelijk communiqué aan de WTO in oktober 2001 hebben de regeringen van Cuba, Dominikaanse Republiek, Haïti, India, Pakistan, Peru, Oeganda, Venezuela en Zimbabwe vragen gesteld over de invloed van de GATS op landelijke gemeenschappen : "In de landelijke gebieden van veel ontwikkelingslanden wordt in deze basisvoorzieningen zelfs niet voorzien door de staat, maar door gemeenschappen en lokale autoriteiten die gebruik maken van gemeenschappelijke bronnen, zoals water . . . ".
Wat deze landen willen strookt niet met de logica en de langetermijngevolgen van de GATS. Waar het om draait is dat zodra deze "gemeenschappelijke bronnen" privébronnen worden, de plattelandssector – waar bijna een half miljard landarbeiders wonen en werken – versneld het loodje legt. De dreiging voor de landarbeiders en boeren in deze rurale gemeenschappen betreft zowel hun toegang tot water als mensenrecht als toegang tot water voor de agrarische productie waar hun kostwinning vanaf hangt.
De GATS en de gezondheid en veiligheid van de arbeiders en het milieu
Men moet ook begrijpen dat de GATS slaat op milieudiensten mbt. afvalwater en watervervuiling. Terwijl bedrijven het water onttrekken aan de landbouw en de watervoorraad vervuilen, eist GATS dus dan de diensten voor de behandeling en recycling van afvalwater, inbegrepen het herstel van vervuilde rivieren, ook open staan voor de invloed van buitenlandse bedrijven en beheerst worden door bedrijfswinst. Deze koppeling tussen excessief watergebruik en industriële watervervuiling aan de ene kant en op winst gebaseerd beheer en behandeling anderzijds, geven een beeld van de fundamentele onhoudbaarheid van het feit dat waterbronnen onder het GATS-regime vallen : "Aangezien winstmaximalisering vaak leidt tot aanmoediging van een toenemend verbruik, is het niet in het belang van private waterbedrijven zuinig om te gaan met water."
Er zijn veel manieren waarop de toenemende bedrijveninvloed op het water onder de GATS de landbouw in het algemeen en de landarbeiders in het bijzonder zal beïnvloeden :
Toenemende kostprijs van het water : Toenemende bedrijfsinvloed op het water leidt onvermijdelijk tot een hogere kostprijs voor water en bijkomende zaken. De kostprijs van water tbv. de landbouw zal ook toenemen. Ervaring uit het verleden toont dat werkgevers gewoonlijk toenemende productiekosten compenseren door verlaging van de arbeidskosten – hetzij door het aantal arbeiders te verlagen, hetzij door te bezuinigen op de lonen. Tegelijkertijd krijgen arbeiders te maken met stijgende waterprijzen voor hun leefgemeenschappen zodra privéwaterleveranciers hun kosten willen dekken. Dit verhoogt de kosten van levensonderhoud van arbeiders en hun gezinnen.
Toenemende concurrentie : Waterdistributie in handen van het bedrijfsleven zal de concurrentie mbt. het watergebruik doen toenemen met het grote risico dat de industrie voorrang krijgt en de landbouw tekortkomt. Dit komt omdat industriële firma’s een hogere prijs voor het water kunnen betalen en zelf een infrastructuur voor waterlevering kunnen subsidiëren. Dit zal leiden tot verminderde agrarische productie en een dreigende vermindering van de tewerkstelling in de landbouw. Bovendien zullen de rurale gemeenschappen waarvan de landarbeiders deeluitmaken, voor hun toegang tot water moeten concurreren met zowel de industrie als de landbouw.
Watergebruik : Dalende beschikbaarheid van water en stijgende waterprijzen zullen dwingen tot grote veranderingen in de agrarische productie. Dit geldt in het bijzonder voor landen en regio’s die te maken hebben met watergebrek, droogte of verwoestijning. Men zal afzien van teelten die veel water vragen en overstappen op teelten die minder water vragen. Dit betekent veranderingen in de landbouwpraktijk en –tewerkstelling en kan de lokale voedselproductie ondermijnen. Goed verdienende exportteelten die minder water vereisen, zoals katoen, kunnen in de plaats komen van essentiële basisvoeding zoals rijst, en zo de lokale voedselzekerheid ondergraven. Als zodanig is de levensvatbaarheid van bepaalde teelten bedreigd.
Waterwinning : Zoals ervaringen in een land als Bolivië hebben getoond, strekt waterwinning door buitenlandse bedrijven zich uit tot regenwaterwinning. Dit heeft ernstige invloed op teelten die het moeten hebben van regenwater. Het betekent ook vermindering van grondwaterherstel door regen, wat weer een negatieve invloed heeft op de landbouw. Zelfs de winning van regenwater als drinkwater wordt bedreigd door bedrijven die het recht op regenwater claimen en een waterbelasting invoeren.
Water en gezondheid : Het waterbeheer door bedrijven en stijgende kosten beïnvloeden de toegang van landarbeiders tot zuiver water, zowel op het werk als thuis. Op boerderijen en plantages zal op zuiver water bezuinigd worden en zal het gebruik worden beperkt. De verkrijgbaarheid van drinkwater voor arbeiders zou beperkt kunnen worden met ernstige gevolgen voor de gezondheid. In landelijke gemeenschappen heeft verlies aan toegang tot betaalbaar zuiver water directe invloed op de gezondheid van de gemeenschap, vooral als toenemende prijzen de mensen dwingen om onrein water te gebruiken voor drinkwater en voedselbereiding.
Pesticiden en water : Beperkingen van het watergebruik op de boerderij en/of een stijgende waterprijs kan betekenen dat landarbeiders het recht wordt ontzegd om het nodige water te gebruiken om zichzelf te reinigen na blootstelling aan agro-chemicaliën. Ieder jaar sterven 40.000 mensen aan pesticiden en 3 tot 4 miljoen mensen lijden aan vergiftigingsverschijnselen. De gezondheids- en milieuschade, veroorzaakt door agro-chemicaliën heeft ook betrekking op de gemeenschappen waarvan de landarbeiders deel uitmaken. Toegang tot zuiver water, zowel op de boerderijen als in de rurale gemeenschappen is noodzakelijk, maar niet voldoende om de gevolgen van blootstelling aan pesticiden te beperken.
Opschoning door het bedrijfsleven ? De opruiming van verouderde pesticidenvoorraden (een voorname oorzaak van water- en bodemvervuiling) zou onder de GATS beschouwd kunnen worden als een commerciële milieudienst. Het aantreden van buitenlandse bedrijven op deze ‘markt’ verstoort de prioriteiten en de methoden van opruiming van pesticidenvoorraden. Zij werkt ook discriminerend tov. armere gemeenschappen. Vervuiling door het bedrijfsleven kan niet worden opgelost door een opschoning door het bedrijfsleven.
Water en het milieu : Het openstellen van waterbeheer, afvalwaterbehandeling en alle andere milieudiensten voor buitenlandse bedrijven dreigt de milieuschade te vergroten die wordt veroorzaakt door industriële vervuiling. Men kan niet terugvallen op bedrijven om de watervervuiling te beperken die wordt veroorzaakt door de landbouw of door de afvloeiing van pesticiden naar de watervoorraad. Herstel van water en bodem, die zijn vervuild door pesticiden, en waterbehandeling zullen worden beschouwd als gecommercialiseerde milieudiensten onderworpen aan de logica van bedrijfswinsten. Minderbedeelde gemeenschappen zullen die diensten niet genieten aangezien kostendekkendheid een bepalende factor is bij bedrijfsbeslissingen. Ondanks de noodzaak om toxische watervervuiling op boerderijen en in gemeenschappen te verminderen, worden gebruikersheffingen toegepast. Gemeenschappen die te arm zijn om voor de bedrijven voldoende inkomsten te garanderen zullen verstoken blijven van de diensten van waterbehandeling.
Arbeidsgezondheid en beroepsveiligheid en het milieu : Voor landarbeiders zijn arbeidsgezondheid en beroepsveiligheid (AGV) niet te scheiden van het milieu. De taken van de lokale overheid inzake milieuproblemen, die nauw verbonden zijn met AGV in de landbouw en bij plattelandsgemeenschappen, daaronder begrepen het probleem van bodem- en grondwaterbesmetting door chemische pesticiden en kunstmest, worden beschouwd als commerciële, door winst gedreven activiteiten die armere regio’s en gemeenschappen dreigen uit te sluiten en kostendekkendheid als doel stellen en niet het milieu en de gezondheid van de arbeiders in de voedselproductie.
GATS kent alleen uitzonderingen voor milieubescherming als leven of gezondheid op het spel staat en die uitzonderingen zijn niet van toepassing op landbouwcrises of de voedselbehoefte van de plattelandsgemeenschappen.
Deze punten illustreren de samenhang tussen de watercrisis en de rechten en de bestaanszekerheid van landarbeiders. De GATS kunnen deze crisis alleen maar versterken door het ondermijnen van het vermogen van nationale en lokale regeringen om openbare bronnen, waaronder water te beheren. De GATS vormen daarom nieuwe hindernissen voor een duurzame landbouw waarvan passend werk een integraal element is.
Conclusies en aanbevelingen
De benadering van passend werk vormt het criterium voor de beoordeling door de vakbonden en voor het ondernemen van actie tegen de ingrijpende, door GATS bevorderde privatisering en commercialisering van basale openbare diensten.
Waar het voor de vakbonden echt opaan komt is de vergroting van de macht van het bedrijfsleven. De roep om transparantie schiet tekort in het aanpakken van dit centrale thema. Terwijl de onderhandelingen typisch in het geheim worden gevoerd, komen de gevolgen dikwijls in het openbare domein tot uiting. Het is zaak om een samenhangend politiek antwoord te ontwikkelen op grond van de erkenning dat de roofzuchtige aard van de door GATS aangestuurde privatisering een proces is waarin regeringen vrijwillig gehele sectoren prijsgeven. Dit leidt tot een inbreuk op basisrechten. Deze inbreuken doen zich dikwijls voor in strijd met nationale wetten, en heel zeker in strijd met internationale mensenrechtenconventies, overeenkomsten en verdragen.
Vandaar dat de vakbondsactiviteit ter verdediging van deze grondrechten zich in de eerste plaats moet richten op nationale regeringen.
De eerste stap moet daarom zijn het stoppen van de uitbreiding van de GATS en het bereiken van een algehele bezinning op de sociale en milieuschade toegebracht door de huidige GATS-verplichtingen. Er is in de GATS-overeenkomst voorzien in een herzieningsprocedure als voorwaarde tot verdere onderhandelingsrondes. Oproepen van ontwikkelingslanden om deze herzieningsprocedure toe te passen zijn in feite geblokkeerd. We kunnen in principe de toepassing van zo’n herziening vragen.
Deze herzieningsprocedure is echter op zich beperkt door het feit dat zij binnen de WTO moet worden uitgevoerd en daarom plaatsvindt in de context van de fundamentele WTO-oriëntatie op de expansie van het bedrijfsleven. We kunnen niet terugvallen op de GATS opdat deze zichzelf zou herzien en beperken.
Het stoppen van de GATS vereist in de praktijk een omvangrijk moratorium wat het stoppen van verdere onderhandelingen tot uitbreiding van de GATS zou eisen en het bevriezen van alle huidige GATS-verzoeken.
Een essentieel element van zo’n moratorium moet ook de herziening en herroeping van nationale wetgeving en beleid inhouden dat is geintroduceerd in overeenstemming met de GATS-verbintenissen. Het gaat hierbij bv. om wetgeving en beleid die in veel landen zijn ingevoerd om toe te laten dat buitenlandse investeerders op commerciële basis essentiële diensten zoals water aanbieden.
Het moratorium geeft ons een noodzakelijke adempauze waarin vakbonden een centrale rol kunnen en moeten spelen. In verschillende landen hebben vakbonden een proactieve rol gespeeld in parlementaire hoorzittingen over de noodlottige invloed van de privatisering van diensten. We kunnen op die ervaring voortbouwen bij het aanpakken van openbare herzieningen op nationaal vlak van de invloed van GATS en die gebruiken om een brede publieke oppositie op gang te brengen.
Het op deze wijze onderwerpen van de GATS aan een diepgaand openbaar onderzoek geeft ons een kritische kans om het belang van openbare diensten te herdefiniëren, in tegenstelling tot de bedrijfsopvatting van ‘het openbare’ als een ‘louter collectief van consumenten’. De arbeidersbeweging heeft traditioneel gestreden voor het voorzien in openbare diensten als een fundamenteel mensenrecht en de nadruk gelegd op de plicht van regeringen om dit recht te verdedigen. Regeringen die ontwikkelingslanden met een schuldenlast in de steek laten of toelaten dat deze gedwongen worden afstand te doen van fundamentele mensenrechten als gevolg van de GATS, moeten daarvoor verantwoordelijk worden gesteld. Dit is de eerste stap in het stoppen en omkeren van de van de GATS uitgaande bedreiging van voedsel en landbouw.