Ga naar de inhoud
investeren alsof bodemvruchtbaarheid en boereninkomens belangrijk zijn

 

Op 23 maart organiseerde Wervel een studiedag over de rol van banken en hun invloed op de landbouwsector. In de inleidende presentatie legt Bert Vander Vennet (Wervel) via concrete voorbeelden uit hoe banken landbouwers in de richting duwen van specialisatie en schaalvergroting, en investeringen richting directe verkoop en diversificatie bemoeilijken. Ons huidig financieel model is zeer sterk vervlochten met de industriële landbouw. Duurzame landbouw heeft nood aan een alternatief financieel systeem.

Analyse van ons huidig financieel model

Conventionele landbouw zit vast in de “innovatietredmolen”: investeringen leiden tot schaalvergroting en lagere prijzen, waardoor andere landbouwers ook moeten mee-investeren, willen ze hun bedrijf behouden in de toekomst. Banken volgen dit model, en van landbouwers die leningen aangaan, wordt verwacht dat ze de productie opdrijven, omdat de prijzen zullen dalen en de toekomst in de grootschaligheid ligt. Luc Weyn van Fairfin legt verder uit hoe banken als BNP Paribas, KBC, ING en Deutsche Bank concreet investeerden in multinationale ondernemingen die het niet te nauw nemen met de principes van duurzame landbouw. Zo werd er bijvoorbeeld geïnvesteerd in WILMAR, een onderneming die verantwoordelijk is voor grootschalige monoculturen in Azië die weinig bijdragen aan de lokale voedselsoevereiniteit.

Naast investeren in concrete projecten en bedrijven, spelen banken nog een andere rol: speculatie. Banken kopen aandelen en andere financiële producten zonder interesse voor het bedrijf of het product zelf, maar louter omdat ze belang hebben bij een meerwaarde bij verkoop. Speculatie speelt een grote rol in ons voedselsysteem. Sinds de financiële crisis interesseren banken zich meer voor voedsel. Concreet maken landbouwers gebruik van “futures”, ze bespreken op voorhand een prijs zodat ze minder marktrisico lopen. Op zich een goed idee, maar doordat deze futures ook internationaal verhandeld worden, neemt ook speculatie toe. Zo was de wereldwijde prijsstijging van voedingsproducten in 2008 deels te wijten aan speculatie.

Alternatieven zijn nodig. Zij bestaan, en sluiten aan bij recente economische theorieën. In de stroming van de ecologische economie stelt Costanza vast dat het huidige economische model succesvol was (vooral dan in het Westen) en welvaart bracht. Maar dit model is momenteel schadelijk op meerdere vlakken. Andere waarden, zoals samenwerking, altruïsme, ecologie, zouden nu meer moeten primeren. Daarnaast vertelt Daly dat we in een eindige wereld zitten en dat de economie dus niet eeuwig kan blijven groeien.

Twee ideeën werkten we op de studiedag verder uit.

  • Qua investeringen, stelt Tim Jackson dat we veel meer in ecologische en sociale projecten moeten investeren.

  • Qua financiële modellen die niet tot groei leiden, brengt Bernard Lietaer interessante inzichten. (lees hier meer over Lietaers analyse) Intrest is de belangrijkste drijfveer voor economische groei, aangezien interest een impliciete belofte is dat we meer zullen produceren in de toekomst. Veel mensen vergeten vaak het exponentiële karakter van groei en interest en meteen ook dat deze stijging niet lineair verloopt. Als we ons ecosysteem observeren, dan constateren we dat dit ecologisch gezien onmogelijk is (*). We stellen daarom voor dat we richting renteloze leningen moeten kijken indien we deze fout willen rechttrekken.

In het praktische deel van de studiedag, behandelden we de banksector zelf, het biogrondfonds en socrowd, een initiatief rond renteloze leningen

Concrete oplossingen

Andere investeringen

Alternatieve financiering kan via diverse strategieën. De politiek kan bepaalde acties ondernemen, maar ook wijzelf, als burgers en als spaarders, stelt Luc Weyn van Fairfin (www.fairfin.be).

De politiek kan alvast drie zaken doen (1) schadelijke investeringen vermijden (2) speculatie op voeding verbieden en (3) spaar- en investeringsbanken uit elkaar halen.

Als burgers of middenveldorganisaties moeten we acties ondernemen om de aandacht van het grotere publiek op deze problematiek te krijgen, zodat regeringen sneller maatregelen zullen treffen richting een duurzamer financieringsmodel. Als spaarder kunnen we zelf al naar het eerlijke bankwijzerinitiatief surfen (www.eerlijkebankwijzer.nl), waar verschillende banken worden beoordeeld op duurzaam investeringsbeleid. Vermits banken hun investeringsbeleid niet willen vrijgeven, zijn deze beoordelingen alleen gebaseerd op beleidsteksten en toevallige investeringsinformatie. Toch is wel al zeker dat Triodos met kop en schouders boven de andere banken uitsteekt. In tegenstelling tot de andere banken speculeert het nauwelijks.

Als spaarder kunnen we zo meebepalen in welke richting we onze samenleving duwen, aangezien ons spaargeld wordt aangewend voor bepaalde investeringen. We kunnen dus het best ons geld p een rekening met duurzaamheidscriteria zetten (Krekelsparen bij BNP Paribas, Solidariteits- en Wereldsparen bij VDK of alle rekeningen bij Triodos). Daarnaast is het mogelijk direct in te tekenen op aandelen, zoals Oxfam Fairtrade CVBA en Ecopower en indirect door in te tekenen bij instellingen die gespecialiseerd zijn in duurzame investeringen zoals Alterfin en Incofin of Hefboom en Crédal. De laatste mogelijkheid is via duurzame beleggingsfondsen zoals Triodos Pioneer Fund. Voor meer info: zie www.fairfin.be/duurzame-bankproducten.

Het biogrondfonds

Een ander interessant initiatief is het biogrondfonds (www.landwijzer.be/biogrondfonds). Leen Laenens legt uit dat het doel van het fonds is om de duurzame toegang tot landbouwgrond te verzekeren voor professionele biobedrijven. Zowel startende boeren als bestaande biobedrijven komen in aanmerking. Het biogrondfonds onttrekt gronden aan de speculatieve economie en brengt ze onder in een collectieve eigendomsstructuur. Grond hoort in gemeenschappelijk bezit te zijn. Zeker in het geval van biolandbouw waar, in tegenstelling tot de industriële landbouw, zeer veel zorg besteed wordt aan de bodem en het bodemleven. Het biogrondfonds wil dit moeilijke en langdurige werk verzekeren voor de toekomst. Het fonds werd tussen 2011 en september 2012 ontworpen door 4 partnerorganisaties (LandInZicht, het CSA-netwerk, Landwijzer en het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling) en is nu volop bezig met de concrete opstart.

Het Biogrondfonds geeft mensen de kans zich actief te verbinden met lokale duurzame landbouw; niet enkel als consument, maar ook als financier en facilitator. Door mee te investeren en te participeren in lokale bio-bedrijven kunnen de aandeelhouders niet enkel duurzaam beleggen in waardevaste grondaandelen, maar ook voor zichzelf, voor hun kinderen en voor hun kleinkinderen de toegang tot gezonde voeding verzekeren. In de herfst van 2013 wil het Biogrondfonds starten met de communicatiecampagne. Vanaf dan start het fonds ook met de eerste projecten rond grondaankopen voor bio-bedrijven. Eén aandeel zal een nominale waarde hebben van 250 euro. Dit bedrag is ook symbolisch: 1 ha kan voor ongeveer 200 mensen groenten telen en 200 aandelen betekent 50.000 euro, de gemiddelde waarde voor 1 ha landbouwgrond. Het fonds wil starten met 1 à 3 projecten, maar tegen 2016 wil het een tiental projecten realiseren (20 à 50ha) en in 2018 hoopt het fonds 100 ha te hebben.

Socrowd

Als laatste concrete oplossing introduceert Greg Van Elsen Socrowd (www.socrowd.be). Deze organisatie is gegroeid uit Netwerk Rentevrij en maakt deel uit van Fairfin. Netwerk Rentevrij is een kredietverlenende coöperatieve die renteloze leningen geeft aan organisaties met een maatschappelijke meerwaarde en heeft als aandeelhouders Fairfin, Ethias, Triodos, KBC, de provincies, het Kringloopfonds en particulieren. De organisatie wil geld hanteren als middel tot maatschappelijke verandering en niet louter vanuit winstbejag. Met andere woorden: het maatschappelijk rendement staat centraal. Hiervoor hanteert het twee principes: (1) renteloze leningen en (2) cofinanciering van het project door de achterban van de lenende organisatie, wat de participatie verhoogt. Sinds de opstart in 2005 heeft Netwerk Rentevrij 100 leningen gecofinancierd ter waarde van 4,5 miljoen euro, waarbij meer dan 1000 particulieren en organisaties betrokken waren.

Sinds enkele jaren is er een nieuw fenomeen aan het opkomen: crowdfunding. Dit is een alternatieve en creatieve manier om een project te financieren, niet via een klassieke bank, maar via een breed publiek dat in het project gelooft. Daarbij de verspreiding via nieuwe media helpt om zoveel mogelijk geïnteresseerden warm te maken voor een project. Socrowd is ook gebaseerd op deze aanpak, maar heel specifiek hanteert Socrowd nog steeds de principes van Netwerk Rentevrij: het sociaal doel van de betrokken organisatie, de cofinanciering van stakeholders/sympathisanten en het concept van de renteloze leningen. Hoe werkt het concreet? Socrowd keurt een project goed op basis van verschillende criteria, waarbij het project maatschappelijk relevant moet zijn maar ook financieel haalbaar. Wanneer acht onafhankelijke experts groen licht geven, wordt het project gelanceerd op de website, waarbij een doelbedrag en een deadline worden vooropgesteld. Particulieren of organisaties kunnen dit project steunen door aandelen te kopen van Socrowd cvba. Indien het doelbedrag gehaald wordt, verdriedubbelt Socrowd dit bedrag en het geeft daarvoor een renteloze lening aan de betrokken organisatie, waarna de organisatie de lening aflost. De aandeelhouder kan zijn aandeel daarna verkopen of een ander project steunen. Eén aandeel blijft de hele tijd 100 euro waard. Alles bij elkaar maakt Socrowd het mogelijk voor organisaties om hun achterban financieel te betrekken op een veilige en duurzame manier, aangezien de organisatie een renteloze lening krijgt om haar project te realiseren (niet gratis dus), er geen administratieve last voor organisatie is, aandeelhouders beschermd worden tegen een eventueel falen van hun organisatie en aandeelhouders steeds hun geld kunnen terugvragen. Verschillende projecten van duurzame landbouwbedrijven werden reeds ingediend bij Socrowd, wat het potentieel ervan aantoont voor een duurzamer landbouwmodel.

Conclusie

Tijdens de studiedag werd duidelijk dat het mainstreamfinancieringsmodel problematisch in elkaar zit en soms zelfs een drijfveer is voor onduurzame investeringen. Gelukkig zijn er reeds verschillende alternatieven voorhanden, van duurzame banken tot een biogrondfonds dat landbouwgrond ter beschikking stelt voor biolandbouw, tot Socrowd, dat renteloze leningen geeft aan maatschappelijk waardevolle projecten. Ook het succes van NewB, de nieuwe coöperatieve bank (www.newb.coop), illustreert dat er draagvlak is voor een grotere maatschappelijke rol van geld.

Aan jou de keuze wat er met je spaargeld gebeurt!

Bert Vander Vennet


VOETNOOT (*) Voinov, A.A. and Farley, J. (2007) Reconciling sustainability, systems theory and discounting. In: Ecological economics.