Grote strijdbaarheid op het tweede Boerenforum
Op 9 mei kwamen een vijftigtal boer(inn)en en sympathisanten samen voor het tweede Boerenforum. Met uitzicht over een stel uitzinnige zeugen werd het debat gevoerd over wat de landbouwsector vandaag beroerd.
Het codewoord van de dag is autonomie. Want daar staat het Boerenforum voor. Over de grenzen van biologisch en gangbaar heen willen we onze geliefde stiel terug in eigen handen nemen; ons losrukken uit de klauwen van bank, slachterij, veiling, supermarkt, veevoederfirma of coöperatie. De Martenshoeve vormt het ideale decor. Bij de bedrijfsovername, enkele decennia terug, sloeg boer Gaston alle voorgeschotelde bedrijfsmodellen (en bijhorende leningen) af. Hij houdt een honderdtal zeugen en produceert bijna alle voeder zelf, met een minimale inzet van pesticides en zonder kunstmest. De dieren lopen buiten en hoeven quasi geen antibiotica. Gaston levert zowel in de korte als lange keten. Recent stapten zijn zonen in het bedrijf en realiseerden ze de kers op het bedrijf: de nagelnieuwe hoeveslagerij “Mattes”. Nu ja, nagelnieuw. Gaston gaat er prat op om zoveel mogelijk tweedehandsmaterialen te gebruiken. Ook dat draagt bij tot zijn autonomie.
Wil de boerin autonoom zijn, dan moet zij een stabiele en betaalbare toegang hebben tot grond. Dit werd besproken in de eerste sessie over de nieuwe pachtwet en de visie op grondgebruik. Koen D’Hoore situeert de pachtwet als een correctie op het absolute eigendomsrecht van landeigenaars. Het is normaal dat de gebruikers (landbouwers) in dit systeem beschermd worden. Dat eigenaars weinig voordeel hebben aan het verpachten van grond, kan wel zijn. Maar daar moet de boer niet het slachtoffer van zijn. Die wordt in het huidige marktsysteem al genoeg benadeeld. Esmeralda Borgo stelt dat de rigide pachtwet bijzonder weinig ruimte biedt voor nieuwkomers en geen mogelijkheid biedt om bijvoorbeeld agro-ecologische productiewijze vast te leggen in de overeenkomst tussen eigenaar en gebruiker. Iedereen erkent echter dat sleutelen aan de pachtwet bijzonder moeilijk is. Daarvoor is een breder voedsel-grondenbeleid nodig. Het centraal stellen van de herkomst van onze voeding in zo’n beleid, zou de sleutel kunnen zijn om heel wat onevenwichten met betrekking tot toegang tot grond en boereninkomens op te lossen.
Wil de boer autonoom en duurzaam zijn, dan moet hij in het kleine en dichtbevolkte Vlaanderen zijn bedrijf zien in te passen in de omgeving, ook in woonzones en natuurgebieden. Dat boeren vandaag rode en oranje kaarten krijgen, omdat de Vlaamse overheid de veehouderij decennia heeft laten industrialiseren, is bijzonder zuur. “Krijg het maar eens uitgelegd aan een boer die heeft geïnvesteerd in hagen, poelen en weidevogelbeheer. Natuurlijk is die boos.”, zegt Dirk Cuvelier van de Regionale Landschappen in de sessie over de instandhoudingsdoelstellingen. Maar Boerenforum gaat niet mee in de polarisatie tussen landbouw en natuur, die wordt opgestookt door de grote landbouworganisaties. Op de lange termijn is iedereen immers verliezer in dit verhaal. We moeten beslissen voor welk soort landbouw er plaats is in Vlaanderen. Wij kiezen voor een landbouw die in harmonie is met de omgeving, afgestemd is op lokale noden, en met véél boeren. Jos De Clerq verwoordde het als volgt: “Veefabrieken moeten kleur bekennen en zich gaan vestigen in industriegebied. Zo hebben de familiale boeren geen last meer van IHD’s”.
Boer en boerin kunnen maar autonoom zijn, als ze zelf kunnen beslissen over prijs en afzet. Daar ging het over in de afsluitende plenaire sessie. Raf Verbeke schetste hoe de lage melkprijzen in 2009 leidden tot betogingen en enorme solidariteit onder de Waalse en Duitstalige melkboeren. Daaruit ontstond Fairebel. Dit is een melkcoöperatie met het gelijknamig melkmerk dat van de supermarkten 10 cent extra verkreeg voor hun, bovenop de marktprijs. Het extra geld wordt in een sociaal fonds gestort dat wordt aangeboord voor o.a. de syndicale werking van Fairebel, en voor boeren in nood. Raf benadrukt dat de aanwezigheid van zo’n fonds, de reden is waarom zij zo sterk staan in het maatschappelijk debat. Ludo Dobbels tracht boeren samen te brengen om sterker te staan tegen de actoren hogerop in de voedselketen. Dit doet hij met wisselend succes. De schrik om zich te verenigen tegen de grote spelers in, leeft immers bij veel boeren. Voor Ludo kan een betere prijs ook alleen maar bekomen worden als de problematiek beseft wordt door de consumenten.
Het Boerenforum weet nu waar het aan toe is. We gaan op zoek naar een strijdkas zodat we van onze tractor kunnen komen om onze belangen te verdedigen. En we doen een charmeoffensief naar de consumenten en vragen hen onze strijd te ondersteunen.