Ga naar de inhoud

Als startende boer kan een inspirerende film als extra motivatiebron werken. Ikzelf heb dan wel geen melkkoeien  (waar de film voornamelijk over gaat) zoals op mijn broer en ouders’ bedrijf De Zwaluw, maar wel melkgeiten op mijn gemengd bedrijf, dus het leek me toch niet slecht om de film eens te bekijken. Voor de film ‘dansen met gehoorde dames’ viel waarschijnlijk bij iedere bioboer in Vlaanderen een uitnodiging in de mailbox. Mijn moeder wou me wel graag vergezellen, waarschijnlijk ook omdat ze zo nog eens de kans kreeg om een zeldzaam moeder-zoon uitstapje te maken. Blijkbaar vonden vele Vlaamse boeren een uitstap naar die film de moeite, want niet vaak zag je zoveel bioboeren in één bioscoopzaal in Gent! Allemaal geïnteresseerd in hoe iemand anders boert? Als jonge boer zie ik inderdaad wel graag hoe iemand anders het aanpakt, en wens ik vooral mijn kennistank steeds bij te vullen. Hebben wij dan echt een Nederlander nodig om ons te vertellen hoe het moet? En dan nog een boer met Jersey koeien, de ‘kleine’ bruine koetjes, helemaal niet  gekend als het ras bij uitstek voor de vlaamse melkveehouder (zouden er in België 10 boeren met Jersey’s zijn stel ik mij onwetend de vraag?). In zijn verhaal waren er wel degelijk zaken die elke Vlaamse boer toch even tot denken kon aanzetten. Zou elke boer er zo bij stil staan waar de koe moet wachten voor ze naar het slachthuis vertrekt? Zou elke boer de tijd nemen om de koeienstront te analyseren? En nog beter, zou elke boer ook zelf zo gepassioneerd zijn door het eindproduct dat uiteindelijk op de tafel van de consument komt? Het zou toch moeten! Hierop zou volgens mij elke boer “ja” moeten kunnen zeggen. Om het even ben je nu bioboer of gangbare boer. Ik stel me luidop de bedenking of je nog wel boer bent anders, of anders de term industrieel moet krijgen. De boer uit de film probeert in de film zijn visie te geven op landbouw, en hoe hij dat in zijn praktijk waarmaakt. Uiteraard legt elke boer zijn eigen klemtonen, en stelt iedereen voor zichzelf andere werkpunten. In de film komt het nut van de hoorns van de koeien aan bod, de bedenkingen die hij heeft bij antibioticagebruik, de zoektocht naar een smaakvolle kaas die kan concurreren met de gekende kazen, de band die hij heeft met zijn koeien en de vele keuzes die daarmee gepaard gaan. Het is volgens mij een film vóór de boeren. Om de motivatie een boost te geven, en ook kleine en grote zaken te blijven bijsturen op het bedrijf. Veranderingen die het leven van de boer, van de koeien en soms ook voor alle mensen rond ons kan verbeteren. Maar zullen onze koeien na het zien van deze film allemaal gehoornd door het leven gaan? Neen, dat is geen gestelde prioriteit op ons landbouwbedrijf. Buiten het inkruisen van natuurlijk hoornloze dieren om het pijnlijke onthoornen te vermijden, is de omschakeling naar dieren met hoorns volgens ons zeer intensief, en die enkele koeien die nu hoorns hebben zijn de schrik van alle andere koeien die zich niet kunnen verweren. Net zoals in de film kozen we enkele jaren geleden om het antbioticagebruik terug te schroeven tot 0, omdat het gewoon niet nodig blijkt in 98% van de situaties. Die 2% zijn moeilijke afwegingen waar we in noodsituaties nog altijd in het belang van het dier antibiotica kunnen gebruiken. We kozen er bijvoorbeeld ook voor om de kalveren te laten zuigen bij hun moeders, een beslissing met een grote impact, met vooral in de startperiode negatieve gevolgen die gepaard gingen met kalversterfte. Eén van de problemen die in ‘dansen met gehoornde dames’ ook aan bod kwam was dezelfde kalversterte door het afwenden van antibioticagebruik. Wanneer een verandering doorvoeren zoveel extra tijd en inspanningen kost, en maandenlang niet het gewenste resultaat geeft, dan staat de boer onder druk en loert de gemakkelijkere oude gewoonte om de hoek. Maar toch is er steeds nog kans op slagen, alleen weet je nog niet hoe. Proberen, ondervinden en bijsturen maakt elke verandering op lange termijn mogelijk hebben we ondervonden, maar enkel wanneer je er een prioriteit voor jezelf van gemaakt hebt: “Ik wil mijn kalveren laten zuigen bij hun moeder!” Op dezelfde manier blijven zoveel boeren nog steken in de oude overgeërfde gemakkelijke gewoonten, van in de tijd dat de ‘ongeleerde boeren’ de geleerde verkopers van ‘wondermiddeltjes’ normalerwijs geloofden, en hun eigen gezond boerenverstand opzij schoven. Het bewijs dat het gezond boerenverstand weer van onder het stof moet gehaald worden bij vele boeren, wordt in de film geleverd. De omschakeling in het landbouwbedrijf hoeft niet klakkeloos dezelfde te zijn, maar dat  er andere manieren zijn, om efficiënt en toch ook economisch te boeren, dat moeten vooral vele ‘gewone’ boeren willen zien in deze film.

Maar wie brengt deze film tot bij die boeren die toch niet in de bioscoop waren?

Jens Mouton, Koolmees (met praktijkvoorbeelden van biobedrijf De Zwaluw)