Verkopen met lef
Stel: je bent aan het boeren, agro-ecologisch of niet. Die agro-ecologie zoals we ze in het vorige nummer van de Wervelkrant voorstelden, krijg je trouwens niet op een dienblaadje aangereikt. Zeker niet in het verstedelijkte, geïndustrialiseerde, gebetonneerde en geasfalteerde, lintbebouwde en verkavelde, ontboste en ruilverkavelde Vlaanderen. Maar dat even terzijde.
Stel dus: je bent aan het boeren in het spoor van je voorvaderen of als nieuwe boer. Het is je beroep.
Kun je ervan leven? Kun je er een redelijk inkomen uit halen? Is je bedrijf rendabel?
Je ‘aanbod’ van vakkundig gewonnen ‘producten’ breng je op de ‘markt’. Maar op die markt sta je ver van het punt waar ‘aanbod’ en ‘vraag’ samenkomen en de ‘prijs’ tot stand komt. Je bent als pietluttige speler uiteindelijk een prijs-nemer. Je kan niet anders dan je tevreden te stellen met wat je krijgt voor wat je verkoopt.
Ben je tevreden? “Als de boeren stoppen met klagen, …”— Ja, we weten het. Maar tegenwoordig loopt het toch de spuigaten uit. We gaan hier niet nog maar eens de klaagzang aanheffen. Evenmin gaan we de oorzaken nog maar eens uitspitten.
Wat we wel doen, is de koe bij de horens vatten: hoe kunnen boeren – de weinige die er nog zijn overgebleven of diegenen die er toch nog willen mee beginnen – tegen de grote krachten van dé markt in, verkopen met lef?
In plaats van te langen leste hun boerderij te moeten verlaten of verkopen, hoe kunnen boeren het gewin van de boerderij aan de man (M/V) brengen? En dat op een manier dat zij, die voor dat gewin zorgen, er ook iets aan winnen. In de vorm van inkomen, maar ook van voldoening als (beroeps)mens.
Kan dat nog? En hoe? Wervel heeft hierop geen alleenzaligmakend en eenduidig antwoord. We gaan dus op zoek naar uiteenlopende mogelijke antwoorden, op macroniveau van economie, maatschappij en politiek, maar vooral op het microniveau van boerderij en winkel.