De agrarische ontwikkeling van China
China kent 800 miljoen plattelandsbewoners. De transformatie van de agrarische sector in China is noodzakelijk om het doel dat het land zich gesteld heeft, het bouwen van een stabiele en productieve samenleving, waar te maken. Wat China presteert in de agrarische sector beïnvloedt niet alleen de wereldvoedselmarkt maar heeft ook een diepgaande invloed op de wereldwijde oorlog tegen de honger.
Sinds 1978 is het bruto binnenlands product van China gemiddeld met 9,4 procent per jaar toegenomen; zijn agrarische productie met 5,2 procent en zijn plattelandsindustrie met 31 procent. Het aantal mensen op het platteland dat onder de officieel bekende armoedegrens leeft is van 40,6 procent afgenomen tot minder dan vijf procent.
Desondanks staat de rurale sector in China nog steeds voor enorme uitdagingen. De agrarische productiviteit blijft laag en de groei van het rurale inkomen blijft achter bij het stedelijk inkomen. Bijgevolg is de vooruitgang in de armoedevermindering sinds het midden van de jaren ‘90 gestagneerd.
De toetreding van China tot de wereldhandelsorganisatie, WTO bedreigt de boeren door de concurrentie van goedkope import wat hen kwetsbaar maakt door economische onzekerheid en risico’s.
Hier volgen de meest opmerkelijke feiten uit het boek.
Robert Fogel, Nobelprijswinnaar economie in 1993, wijst de pessimistische visie met betrekking tot zuid en zuidoost Azië van de hand als zou de duurzaamheid lijden onder de snelle groei. Hij voorspelt ook dat de groei van deze regio zich nog een hele generatie zal voortzetten. Duurzame groei op een hoog niveau is mogelijk omdat deze landen in hoge mate het vermogen hebben arbeidskrachten in te zetten en hun productiemiddelen aanzienlijk op te voeren vooral door een hoger niveau van onderwijs en door kwaliteitsverbetering door technologische vernieuwing.
De trage groei van de inkomens van de boeren en de toenemende ongelijkheid tussen de rurale en urbane gebieden is een hoofdbekommernis. Het opvoeren van de agrarische productie door de landbouw te subsidiëren kan op de lange duur niet leiden tot een hoger inkomen van de boeren. Om op een doeltreffende en duurzame wijze hun inkomen te vergroten, is een versnelde overschakeling nodig van de arbeid in de landbouw naar andere sectoren. Daarvoor is ook nodig de ontwikkeling van een geïntegreerde markt voor landbouwproducten op nationale schaal, het bevorderen van de agrarische technieken en het integreren van de Chinese economie in de wereldmarkt.
De Chinese rurale economie heeft te maken met vijf kritische punten:
- De moeilijkheid om het inkomen van de boeren te verhogen
- De instabiliteit van de graanproductie
- Het toenemende dispuut over de beschikbaarheid van boerenland
- De tekortschietende openbare investeringen in onderwijs en gezondheidszorg
- Het gebrek aan organisaties die opkomen voor plattelandsbewoners
Het dispuut over het boerenland heeft te maken met pachthervormingen.
Er moet geld beschikbaar komen om de migratie van het platteland naar de stad te bevorderen. Er moet worden geïnvesteerd in het onderwijs van kinderen uit plattelandsgezinnen zodat toekomstige generaties meer kansen krijgen. Dit is cruciaal omdat optimisme bij plattelandsbewoners over de toekomstmogelijkheden van hun kinderen opstandigheid of andere vormen van instabiliteit kan voorkomen. Ook belangrijk zijn de grondstoffenmarkten en de markt voor onroerend goed, respectievelijk de verpachting van gronden, de ontwikkeling van de agrarische productiviteit en het boereninkomen. Om de groei van de agrarische productiviteit te bevorderen is een aangepast fiscaal regime nodig en een goed geïnformeerd lokaal bestuur. Ook op technisch gebied moet er versnelling komen in de aanpassingen.
De toetreding van China tot de WTO heeft in de westelijke delen van het land tot nu toe een negatieve invloed gehad. Het boereninkomen, de armoede, de ruimtelijke ongelijkheid, en de verhouding tussen de rurale en urbane tewerkstelling zijn zwakke punten. Een toegenomen mondiale integratie biedt de boeren uit het westen van China de kans om aan te pikken bij de rest van het land door teelten met een hogere toegevoegde waarde of door over te stappen op niet agrarische tewerkstelling. China richt zijn aandacht tot nu toe teveel op stedelijke beleidsmaatregelen; het moet ook maatregelen treffen ter bescherming van het ongerepte natuurlijke milieu in de westelijke regio’s.
Het vasteland van China kan zich spiegelen aan de boerenbond van Taiwan. Dit type organisatie dat er is “voor de boeren, van de boeren en door de boeren” kan nuttig zijn voor het ontwikkelen van markten en het bevorderen van technologische veranderingen in de westelijke regio’s van China. Collectief zullen boeren meer koopkracht hebben en betere mogelijkheden ook tot het aangaan van leningen waardoor ze toegang hebben tot essentiële agrarische toeleveringen zoals bestrijdingsmiddelen, meststoffen, tractoren en ploegen. Door toenemende prikkels – voorschotten liever nog dan subsidies – en begeleiding en aanmoediging van overheidswege, kunnen boeren ondernemers worden die op zoek gaan naar winst. Onderzoeksinstituten kunnen de innovatie bevorderen en teelten ontwikkelen die beter zijn aangepast aan de westelijke provincies. Boerenorganisaties kunnen ook behulpzaam zijn bij een lokaal spaarsysteem voor de ontwikkeling van West China. Bij de verwijzing naar het leereffect van het experiment in Taiwan wordt er wel voor gewaarschuwd dit voorbeeld niet blindelings te kopiëren maar bij deze vorm van agrarische hervorming rekening te houden met verschillen in terreingesteldheid, klimaat en schaal.
Bij de analyse van de groei van de agrarische productiviteit in China zou de conventionele methode die een schatting maakt van de totale agrarische opbrengst aan vaste prijzen, kunnen leiden tot een vertekend beeld als de relatieve prijzen van de agrarische producten aanzienlijk veranderen. Een studie van de periode van hervorming getuigt van een matige groei in de productie en de productiviteit terwijl de officiële cijfers de prijs van de totale input onderschatten en bijgevolg de opbrengsttoename overschatten. Dit betekent ook dat de verschillen tussen de diverse regio’s wel eens groter zouden kunnen zijn dan aanvankelijk aangenomen en dat de hervormingen wel eens minder doeltreffend zouden kunnen zijn dan de officiële statistieken voor de minder ontwikkelde regio’s aangeven.
Een verbetering van de agrarische doeltreffendheid en productiviteit zal de Chinese boeren instaat stellen om mee te doen op de wereldmarkt. In dat verband zijn doelmatigheidsstudies van toenemend belang bij het beoordelen van de agrarische economie van China. Een regionaal protectionisme heeft naburige landen ervan weerhouden om te profiteren van de surpluseffecten door technologische veranderingen en heeft ook geleid tot monopolievorming, corruptie en handelsconflicten tussen verschillende districten.
Een efficiënter gebruik van hulpbronnen, respectievelijk inputs, vraagt om maatregelen ter ondersteuning van de boeren. Het boerenland is steeds meer gefragmenteerd op grond van de gezinsverhoudingen. Deze fragmentatie heeft aantoonbare invloed op de technische doeltreffendheid van rijstproducenten in de zuidoostelijke regio van China. De grootte van de kavels speelt mee in de efficiëntie van de productie. Aangetoond is dat met de bestaande technologie een aanzienlijke winst in productiviteit kan worden bereikt door de consolidering van het land, dat wil zeggen het voorkomen van verdere fragmentatie.
Een zelfvoorzieningsbeleid met betrekking tot granen is voor China belangrijk. Men verwacht dat de graanproductie in China zich zal herstellen van de teruggang die plaatsvond in de late jaren ‘90. Een blijvend herstel van de graansector in China is ermee gebaat dat de binnenlandse graanmarkt meer concurrentieel en beter geïntegreerd wordt met de wereldmarkt.
Of er in de toekomst voldoende graan zal zijn is een reden tot bezorgdheid. Toch is het beter dat China meer aandacht geeft aan het inkomen van de boeren dan dat het zich zich bezorgd maakt over de graanzekerheid, en ook dat het de boeren aanmoedigt om zoveel mogelijk rekening te houden met de comparatieve regionale voordelen bij het kiezen van hun teelten.
Het platteland kent zijn onzekerheden en risico’s.
De beslissing over welk gewas te zaaien wordt bepaald door het afwegen van risico’s en het inschatten van mogelijke opbrengsten. Gemengde teeltsystemen van sojabonen en maïs komen aan de orde met gegevens van de 11 belangrijkste provincies op het gebied van de sojabooncultuur, gedurende de periode 1986 tot 2002. De resultaten tonen aan dat de beslissing om te diversifiëren mede bepaald worden door de relatieve prijzen van teelten, de risico’s zoals klimaatwisselingen en prijsschommelingen, de mate van toegankelijkheid tot de internationale markten en de ontwikkeling van marktmechanismen.
Terwijl risico’s en onzekerheden steeds belangrijkere factoren worden voor de agrarische productie en het welbevinden van boerengezinnen, gaat de mogelijkheid om een beroep te doen op de verzekeringsmarkt een toenemende rol spelen in het beheersen van het risico binnen de hervormde rurale economie. Verzekeringen spelen op allerlei gebieden zoals gezondheidszorg, levensverzekering, oogstopbrengsten en vermarkting. De resultaten tonen aan dat de vraag naar producten uit de verzekeringswereld in de eerste plaats bepaald wordt door het opleidingsniveau van diegene in het gezin die de beslissingen neemt, soms ook van een aantal kinderen in het gezin en de plaats waar ze gevestigd zijn. De vraag naar verzekeringen is vaak aanzienlijk lager dan feitelijk gewenst. De behoefte varieert bovendien met de diverse soorten van verzekering. Het verschil tussen de behoefte aan en de feitelijke vraag naar verzekeringen is toe te schrijven aan hogere prijzen ofwel het niet beschikbaar zijn of onaangepast zijn van de verzekeringsdiensten.
Hoe zal de agrarische goederenmarkt van China er in de toekomst uitzien?
Men werkt in China op de agrarische beurs al met “futures”; dit is een vorm van op voorhand op de beurs verkopen van de oogst tegen een overeengekomen prijs lang voordat deze is binnengehaald. Dit systeem blijkt een doeltreffend middel te zijn voor Chinese boeren om hun prijzen te verzekeren, risico’s te begrenzen en winsten veilig te stellen. Het helpt ook bij de vorming van een rationele prijsverwachting op de markt zowel op korte als op lange termijn.