Ga naar de inhoud
Landschap, regime & niche - Klik voor vergrote weergave

In 2008 onderzocht het Dutch Research Institute for Transitions (Drift) op vraag van de Nederlandse overheid de aanwezigheid van de randvoorwaarden voor een transitieproces in de eiwitketen. Drift stelde toen dat de druk op het eiwitregime nog niet krachtig genoeg is om het op autonome wijze in transitie te laten gaan. Zij stelden toen dat drie verschillende symptomen te onderscheiden zijn die voorwaarden lijken te zijn voor transities: tension, stress, en pressure. Deze begrippen maken ons alert op bepaalde ontwikkelingen in maatschappelijke systemen, en helpen onderscheid te maken tussen ‘ruis’ en dynamiek die relevant is voor transities. Wat duiding om de vele mist te doen opklaren.

d

Transitie: de terminologie

transitie

Structurele verandering in de structuur, cultuur en werkwijze van een deel van de maatschappij. Resultaat van economische, culturele, technologische, institutionele en ecologische ontwikkelingen die op elkaar inwerken en de basiswaarden van een systeem op de helling zetten. Het zijn geleidelijke veranderingen als je er middenin staat, maar van buitenaf neem je een versnelling van het veranderingsproces waar. Niettemin zijn het processen die lange tijd vergen – ten minste één generatie en soms zelfs langer – omdat grenzen, belemmeringen en barrières moeten worden geslecht en het overwinnen van die weerstanden vergt veel tijd en energie

landschap

Ontwikkelingen in het landschap zijn autonome ontwikkelingen die buiten het systeem plaatsvinden, en meestal een langere tijdshorizon hebben

regime

Stelsel van een dominante structuur, cultuur en werkwijzen die worden gedeeld door machtspartijen. Een regime omvat een hechte systeemconstellatie die een grote veerkracht en inertie kent en moeilijk is te wijzigen. Een voorbeeld van een regimespeler bij uitstek in Vlaamse context is de MRBB, spilholding achter de Boerenbond.

niche

Afwijkende ideeën en praktijken met een verhoudingsgewijs klein systeemaandeel.

Tension, Stress & Pressure Tension is de spanning tussen het regime en het landschap, stress doet zich voor binnen in het regime, en pressure is druk vanuit een niche op het regime. Deze drie condities hebben met elkaar gemeen dat ze het regime verstoren, vanuit de gedachte dat de werking van een systeem grotendeels wordt bepaald door het regime, zodat een verandering van het systeem gepaard moet gaan met ingrijpende verandering of vervanging van het regime. De drie drijfveren zijn indicatoren om te bepalen in welke fase van transitie het systeem zich bevindt.

Tension: spanning tussen regime en landschap

Tension treedt op waar de dominante wijze van vervullen van een maatschappelijke behoefte (zoals eiwitvoorziening) niet tegemoet komt aan de eisen die de maatschappij daaraan stelt of zelfs botst met het functioneren van andere maatschappelijke systemen. Klimaatverandering veroorzaakt een spanning tussen regime en landschap die meer aandacht krijgt, nadat de VN becijferde dat de bijdrage van dierlijke productie significant is. Ook de stikstofcyclus die uit evenwicht is zorgt voor spanning. Probeer maar eens aan natuurbeheer te doen in een context van nitraatvervuiling. Het regime voelt aan dat er een antwoord nodig is op deze spanning.

Voorbeelden zijn de wake-up call van Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche onlangs naar landbouwers om de waterkwaliteit echt in het oog te houden. Of het onderzoek naar de carbon footprint van de Vlaamse veehouderijproducten dat onder andere UGent uitvoerde op vraag van landbouwminister Kris Peeters. De zware milieulast van dierlijke productie ten gevolge van de onvoordelige voederconversie is onder wetenschappers, ngo’s en bewuste consumenten al decennia bekend, maar het is voor het eerst dat ook in brede kringen de relatie gelegd wordt tussen milieu en “wat je eet”. Ook de toenemende aandacht voor de negatieve gezondheidseffecten van te hoge dierlijke eiwitconsumptie is een uiting van tension. Getuige hiervan de media-aandacht voor de bestseller De voedselzandloper van arts Kris Verburgh. Een andere uiting van tension is de discussie rondom dierenwelzijn in intensieve veehouderij: de maatschappij – of individuen en organisaties in die maatschappij – keurt de productiewijzen af of wil er onder geen beding mee geconfronteerd worden. Volgens Drift was in Nederland in 2008 de tension in het systeem eiwitvoorziening nog niet sterk voelbaar: “Ons productiesysteem is prima afgestemd op de vraag en wringt niet zodanig met het landschap dat de functie voeding in gevaar komt. Op mondiaal niveau is het te verwachten dat tension binnenkort wél sterkt toeneemt als de vleesconsumptietrends in India en China doorzetten. Immers: in deze gebieden is de toekomstige omvang van de vraag ongekend.” Dat brengt ons bij de volgende regimeverstoring.

Stress: binnenin het regime

We spreken we van stress als verschillende componenten binnen het regime elkaar gaan tegenwerken. De quasi-volledige afhankelijkheid van overzeese eiwitten maakt de grondloze veehouderij zeer kwetsbaar. De varkenssector is al jaren in crisis. Maar ook meer grondgebonden sectoren als de melkveehouderij zien de laatste jaren een zeer grote uitstroom van landbouwers. De kapitaalsintensiviteit is onaantrekkelijk voor starters. De productie van overschotten van bulkgoederen met lage productprijzen, of de onevenwichtige verdeling van de meerwaarde tussen de verschillende ketenspelers zijn daar voorbeelden van. Of voedselcrises zoals de dioxinecrisis, of veeziektes, die consumenten opschrikken. De noodgrepen zoals ruimingacties kunnen geïnterpreteerd worden als teken dat het productiesysteem opereert op de grenzen van de draagkracht. Deze crises veroorzaakten grote economische verliezen en schade aan de reputatie voor het gehele regime. Dierlijke productielijnen hebben regelmatig te maken met collateral damage die te herleiden is tot de schaal en intensiteit van productiemethoden.

Pressure: druk op het regime vanuit andere subsystemen

Pressure is de aanduiding van druk die niches uitoefenen op het regime: een alternatieve manier om aan een maatschappelijke behoefte te voldoen fnuikt de dominante manier. Deze druk kan zich manifesteren in de vorm van competitie of van vervanging. De druk vanuit niches op het eiwitregime is misschien nog wel het meest zichtbaar in de supermarkt: bij sommige winkels nemen de ‘alternatieve’ producten maar liefst een kwart van de schapruimte voor vers vlees in. Drift zag in 2008 geen toename in het aandeel vegetariërs of veganisten, maar wel dat “part-time vegetariër” ofwel “flexitariër” begrippen zijn geworden.

Het regime reageert op deze pressure. Bijvoorbeeld door de VLAM-campagne die het begrip “flexivoor” lanceert. Een Nederlands voorbeeld van een regimereactie op deze pressure is Campina’s strategie voor duurzame ontwikkeling: “nieuwe melk”. Het gaat hier om melk die puur wordt aangeboden (dus niet als bewerkte zuivel). Zeshonderd van de zesduizendCampina-boeren produceren melk op een wijze die anders is in de zin van: gebruik van duurzame soja; meer weidegang; ‘goede’ vetten. Overigens wordt op de site van Campina uitsluitend ingegaan op de voordelen van deze melk voor de gezondheid van de consument. Het Drift-onderzoek zag het flexitarisme – dat door sommigen toch al als trend werd aangeduid – nog niet leiden tot een reële verandering in gedrag in 2008. Inmiddels zijn er gegevens beschikbaar die toch wijzen op een licht dalende vleesconsumptie bij ons. Maar ook veranderingen die zich voornamelijk afspelen in het maatschappelijk debat – de hetze rond de smaak van witblauw – kunnen natuurlijk wel dienen om bepaald gedrag te labelen. Dat zorgt er dan misschien voor dat individuen zich met het onderwerp van debat gaan identificeren.

Pas als die drie vormen van druk op het regime krachtig genoeg zijn, kan een transitie plaatsvinden. Wat vertragend werkt is dat het regime beschikt over een directe lijn naar het beleid en daar zijn voordeel mee kan doen om een deel van die symptomen te bestrijden. Meestal slagen regimespelers er in om het leeuwenaandeel van de overheidsmiddelen binnen te rijven om zichzelf in stand te houden.

Jeroen Watté

Herwerking naar Vlaamse context van een fragment uit: De Eiwittransitie – Dertig jaar issue, kans op take-off (Carolien Hoogland, Harry te Riele & Jan Rotmans, 2008).