Ga naar de inhoud
Yggdrasil, juni 2013 - klik voor vergrote weergave

Kan je met agro-ecologische productietechnieken de wereld voeden?

Voorstanders van de gangbare landbouw blijven twijfel zaaien over de toekomstmogelijkheden van biologische landbouw. Om nog maar te zwijgen over het potentieel van permacultuur. Nog een stap verder en agro-ecologie krijgt het etiket elitair opgekleefd, wegens alleen geschikt voor wie grond of geld heeft. De mantra is dat je met agro-ecologie geen 7 miljard mensen kan voeden, laat staan de verwachte 9 miljard in 2050.

Ze wekken op die manier de indruk als zou de gangbare landbouw dit wel kunnen.

Cijfers over de hoeveelheid opbrengst per hectare zouden moeten aantonen dat de groene revolutie en de agro-industriële landbouw succesvol is, en dat we daar verder moeten op inzetten. Meer chemie en vooral technologie zouden dé vooruitgang betekenen in de landbouw, de ogen zijn daarbij vooral gericht op het potentieel van genetisch gewijzigde gewassen.

Complexe vraagstukken kan je echter niet met een eenvoudig cijfertje beantwoorden. Willen we effectief 9 miljard mensen voeden in 2050, dan is meer nodig dan een stijgende graanoogst. Vooreerst is honger een politiek vraagstuk. Vandaag is er meer dan voldoende voedsel om de 7 miljard aardbewoners te voeden, en toch zijn er bijna 1 miljard hongerigen. In 2011 werd wereldwijd 2,3 miljard ton graan geoogst, waarvan slechts 46% gebruikt is om mensen te voeden. De rest ging naar de veestapel of naar biobrandstoffen. Landbouwproducten gaan naar diegene die ze kunnen betalen. Mensen hebben honger omdat ze arm zijn. In de eerste plaats moet de politiek dit armoedeprobleem aanpakken.

Alleen focus op productiecijfers van beperkt aantal gewassen is gevaarlijk.

Masanobu Fukuoka in zijn legendarische boek The One-Straw Revolution: “Als er een voedselcrisis komt, dan is de oorzaak niet zozeer de ontoereikendheid van de natuurlijke productiviteit, maar wel het extravagante optreden van de mens zelf.” De reden waarom de zogenaamde verbeterde landbouwtechnieken nodig lijken, is volgens hem, dat de natuurlijke balans van het ecosysteem dermate verstoord is geraakt door toepassing van diezelfde technieken, met als gevolg dat de bodem er uiteindelijk afhankelijk van is geworden.

Fukuoka (1913-2008) was een Japanse plantenziektekundige-boer-filosoof. Hij ontwikkelde een landbouwmethode die noch machines vergt, noch chemie. Jaar na jaar zag hij de bodem van z’n boomgaarden en akkers verbeteren. Zijn methode vergt minder werk en toch bleken de opbrengsten vergelijkbaar met de meest productieve Japanse boerderijen die gebruik maken van alle moderne technische know-how.

Gangbare landbouwecosysteem daarentegen is als een drugsverslaafde

Het gangbare landbouwecosysteem is als een drugsverslaafde, die overleeft op energieverslindende stikstofmeststoffen, aanvoer van fosformeststoffen en gebruik van schadelijke pesticiden.

De gevolgen zijn gekend:

  • aanhoudende uitputting van de bodem,
  • verlies aan (bodem)biodiversiteit,
  • aantasting van het grondwater.

Dat is niet vol te houden. Als het in 2050 niet zal lukken om 9 miljard mensen te voeden, dan is dat omdat we niet snel genoeg een radicaal andere weg inslaan met gesloten kringlopen en beperking van externe input.

De nutritionele output per oppervlakte

Het is niet evident om met de klassieke meetinstrumenten de opbrengsten van een biodivers agro-ecologisch productiesysteem te meten en te vergelijken. Bij voedselbossen en andere polyculturen oogst je op verschillende tijdstippen en oogst je verschillende gewassen. De opbrengst van het individuele gewas kan dan lager zijn dan bij een monocultuur, maar dat geldt niet noodzakelijk voor de totale output van alle gewassen samen. Dat blijkt ook uit onderzoek van Vandana Shiva (1). Zij bestudeerde meerdere cases, waarbij de nutritionele output van agro-industriële monoculturen telkens werd vergeleken met dat van biologische polyculturen. Cijfers werden verzameld over de opbrengst van de betrokken gewassen, maar ook van hun nutritionele waarde: eiwitten, koolhydraten, vetten en diverse vitaminen, mineralen en spoorelementen. Niet alleen de totale opbrengst bleek hoger bij de biologische polyculturen, maar ook de nutritionele meerwaarde was veel gunstiger. Eén enkel gewas kan immers nooit alle essentiële nutriënten voor een evenwichtige voeding bevatten. Dat toont de absurditeit aan van oplossingen zoals Golden Rice, een ggo-monocultuur met een hogere concentratie van één bepaald vitamine.

De efficiëntie van een productiesysteem meten

Verder zeggen hoge productiecijfers niets over de efficiëntie van een voedselproductiesysteem en de mate waarin het zichzelf in stand kan houden. Door de aangerichte schade moeten we in de eerste plaats een inhaalbeweging doen om de bodems weer in orde te stellen én het ecologisch evenwicht te herstellen. Organische stofopbouw is ook productie, ook al brengt het niet onmiddellijk geld op. Productie is dus meer dan het aantal ton verkoopbare gewassen dat een hectare oplevert. Een productiesysteem louter en alleen beoordelen vanuit een financieel-economische invalshoek is synoniem voor roofbouw plegen op de toekomst.

Wie op een duurzame manier wil produceren, zal rekening houden met de niet in geld uit te drukken waarde van de noodzakelijke humusopbouw, én de productie die noodzakelijk is voor het in stand houden van een evenwichtig ecosysteem. Dat betekent onder meer dat je een deel van je opbrengst opoffert aan het ecologische systeem om het evenwicht te behouden.

Ander meetkader nodig

Om zinvolle uitspraken te kunnen doen over de volledige opbrengst en de efficiëntie van een voedselproductiesysteem is een ander meetkader nodig. Opnieuw past een verwijzing naar Vandana Shiva, die al in de jaren ’90 een aanzet gaf voor zo’n kader (2). Dergelijk kader documenteert de volledige agrobiodiversiteit van een landbouwbedrijf: planten, bomen en dieren. Het dient een indicatie te geven over de mate waarin die agrobiodiversiteit een bijdrage levert aan de opbouw en het onderhoud van de bodem en het in balans houden van het ecologisch systeem.

De opbrengst van het verkoopbare gewas moet je plaatsen naast de eventuele bijkomende kosten voor de aankoop van externe input (grondstoffen, energie-input). Dergelijk kader zou aan de boer of tuinder een reëel beeld geven van de efficiëntie van zijn productiesysteem.

Esmeralda Borgo


Wat brengt dat op?

Over de productiviteit van permacultuur bestaan weinig gegevens in termen van verkoopbare opbrengst. Vooreerst is het aantal permacultuur-projecten die maximale productiviteit nastreven met het oog op de commercialisering binnen het gangbare economische systeem eerder beperkt. Vanuit de permacultuur-principes lijkt dit ook niet wenselijk, en is het beter om, indien het de bedoeling is om (een deel van de) opbrengst te verkopen, dit te doen via CSA of zelfpluksystemen. Dus: korte keten met rechtstreeks contact is met en betrokkenheid van de consument.

De wetenschappelijke wereld laat permacultuur over het algemeen links liggen. Een uitzondering is het Franse Institut National de la Recherche Agronomique (INRA), dat eind 2011 startte met een drie jaar durend onderzoek op la ferme biologique du Bec Hellouin, in het Noord-Franse departement Eure. De eerste tussentijdse resultaten (3) lijken te suggereren dat een voltijdse kracht een volwaardig inkomen kan halen uit een groenteproductiesysteem in permacultuur op 10 are (1000 m2).

Dit toont het potentieel aan van permacultuur om mooie resultaten te realiseren op moeilijk bewerkbare gronden:

  1. Recent verscheen een getuigenis van de Amerikaan David Blume, die 9 jaar permacultuurboer is geweest. Op amper één hectare, waarvan de helft uit terrassen op een heuvel van 35° bestond, produceerde hij voldoende voedsel om meer dan 300 mensen (via CSA) te voeden, 49 weken per jaar (4).
  2. Op het Krameterhof van Sepp Holzer in de Oostenrijkse Alpen is dat ook te zien. Holzer creëert via allerlei technieken microklimaten die toelaten om tot op 1500 meter hoogte een veelheid aan fruitbomen en zelfs veeleisende appelsoorten als Golden Delicious goed te laten gedijen (5).

Voetnoten:
1 Shiva, (V.) & Singh (V.), Health per acre, organic solutions to hunger and malnutrition, 2011.
2 Shiva, (V.), Towards a biodiversity-based productivity framework, ILEIA Newsletter, 1996, Vol. 12, No 3, p. 22.
3
www.wervel.be/fermedubec
4 www.wervel.be/davidblume
5 Holzer, (S.), Holzer’s permacultuur, 2012.