Ga naar de inhoud

Drie jaar geleden startte Joe, met het Vrijselhof, een biologisch gecertificeerd agro-forestry project op in Kontich. Een goede en gezonde grond is de basis van een welvarend landbouwbedrijf, aldus lag daar de eerste focus. Een volledig verdichte bodem in erbarmelijke staat schrikte Joe echter niet af. In deze voorbereidende fase wist hij verbluffende resultaten in bodemkwaliteit te realiseren, o.a. door compostthee te sproeien. Wervel ging in 2018 op bezoek bij het bedrijf. Ontdek het portret.

“De bedoeling is om bomen op te kweken uit eigen zaad.”

Henri-Joe Dieryck van Het Vrijselhof wil binnen 10 jaar 300 families voorzien van alles wat ze kunnen gebruiken: granen, vlees, groenten, kruiden, algen, paddestoelen en vis. Ze mikken daarvoor op permacultuur, en dat op 9 hectare.

uitdaging 1: een bodem in topconditie

Om onze plannen te kunnen realiseren, moeten we eerst de bodem in topconditie krijgen. Alleen heeft de bodem last van een historische compactie, ergens tussen 30 en 80 cm onder de grond, dieper dan de ploegzool gaat.

oplossing 1: varkens

We wilden eerst varkens inschakelen tegen die compactie: een volwassen varken wroet immers zo’n 150 vierkante meter per dag om. Het plan was simpel: voor de zomer kochten we biggen van 25 kilogram. Die gaven we dan veel ruwvoer en we lieten ze wroeten. In het najaar zouden we dan varkens van zo’n 100 kilogram kunnen verkopen.  Alleen kozen we een ras dat niet goed tegen de zon kon, met als gevolg dat ze niet heel het veld hadden omgewroet.

oplossing 2: gewasrotatie

We lieten de grond dus infrezen en zijn er met een diepwoeler doorgegaan. Na twee valse zaaibedden zaaiden we wintergerst in. Zodra die geoogst is, zullen we nog eens diepwoelen en hennep zetten als tweede teelt. Die kan staand rotten en de bodem voeden voor we hem dorsen. Zo zullen we enkele keren moeten diepwoelen met een rotatie van granen en gewassen specifiek tegen compactie. Nadien willen we er meer groenten op gaan telen.

uitdaging 2: Hernieuwbaar bouwen

Hennep voedt niet alleen de bodem, het kan ook dienen als bouwmateriaal. We willen gebouwen restaureren en ook nieuwe gebouwen optrekken met een mengsel van kalk, leem en hennepscheven. Dat materiaal – Hempcrete – heeft een hoge isolatiewaarde, is bijna niet brandbaar, is schimmelwerend en heeft goede vochtregulerende en akoestische eigenschappen. Verwarmen willen we met geothermie.

uitdaging 3: zaden vinden

We kochten in de Verenigde Staten groentezaad dat gecertificeerd niet-genetisch gemodificeerd is. Een prof van de ULB die zaden uit de biohandel bestudeerd had, beweerde dat 80% van het volume van de zaden op één of andere manier genetisch gemodificeerd is. Prioriteit is dus eerst dat zaad te vermeerderen op kleine oppervlaktes, die jaar na jaar groeien.

doel : bomen kweken uit zaad

De bedoeling is om in onze gebouwen bomen op te kweken uit zaad, zelfs onze fruitbomen. Dat klinkt misschien als een gek idee, maar we willen het zeker doen. We weten dat je ongeveer duizend zaden nodig hebt om tot één appelboom te komen en dat de meeste uit zaad opgekweekte appels niet lekker zijn. Ongeveer één op duizend voldoet aan de eisen qua smaak en houdbaarheid. Maar door variëteiten te enten op andere onderstammen, krijgen we appels die aangepast zijn aan de bodem en het doel, of het nu consumptie-, houdbaarheids- of ciderappels zijn.

doel: 70.000 zaden

De eerste appel zullen we pas na 5 tot 7 jaar kunnen proeven. We mikken op 70.000 zaden. Als we dan 2.000 appelbomen overhouden, kunnen we nog heel hard gaan selecteren en hopen om toch enkele bomen over te houden met goed fruit. Ook van peer, kers, pruim, abrikoos, walnoten, hazelnoten en kleinfruit willen we streekeigen variëteiten ontwikkelen.

Volstrekte verwaarlozing, een methode van Mark Shepard

Sheer, Total, Utter Neglect (“volstrekte verwaarlozing”) is een methode voor plantenverzorging die het de planten zo moeilijk mogelijk maakt. Je werkt via massaselectie zodat enkel de sterkste overleven: daarmee ga je verder. Van de planten die sterven of het minder goed doen, trek je je niets meer aan.

Oogstbomen in groepjes

We gaan de oogstbomen niet op een rij aanplanten, maar in groepen. Zo helpen we enerzijds kruisbestuiving en kunnen we anderzijds makkelijker oogsten. De groepjes bestaan uit maximum 20 bomen van eenzelfde type die op ongeveer hetzelfde moment geoogst worden. Zo kan je alles ter plekke oogsten. Het fruit dat op de grond valt kunnen varkens of andere dieren snel opeten voor het begint te gisten, noem het stootfoerageren. Bomenrijen kunnen ook, maar dan als ecologische corridor en een manier om de wind te breken. De houtproductie dient voor composthout en brandhout, niet voor timmerhout.

Circulaire economie

We hebben ook een vijver, die niet alleen zal dienen als waterreservoir. We willen er ook planten op telen en vissen in kweken. De niet-verkoopbare groentedelen worden verwerkt via insecten, die de dierlijke eiwitten aanleveren voor de viskweek. De slachtresten van de vissen geven we deels aan zoetwater-rivierkreeften, deels aan varkens.

rivierkreeften

De varkens lopen rond op het veld en zorgen zo voor een vrij gesloten systeem. Met honderd kuub compost per jaar kunnen we onze nutriëntenkringloop helemaal rond krijgen. We werken daarvoor ook samen met de gemeente die snoeisel van natuurreservaten naar hier brengt om te composteren en er een vrij groot overdekt plein mee te verwarmen. Afval bestaat eigenlijk niet in de landbouw. Er zijn alleen grondstoffen die telkens omgevormd worden naar producten met een kleiner volume, maar een hogere waarde. We beginnen met groenten die 2 euro per kilo kosten en eindigen met rivierkreeften die meer dan 40 euro per kilo waard zijn. Zo zien wij circulaire economie.

Zin in meer?

Ontdek andere agroforestryportretten in de brochure ‘bomen voor veerkracht’