Ga naar de inhoud

De Vakgroep Landbouweconomie van de Universiteit Gent houdt jaarlijks een studiedag. Wat nog nooit eerder gebeurd is…: het werd een namiddag over ‘De economische impact van (g)een ambitieus klimaatbeleid in Vlaanderen.’  Luc Vankrunkelsven was oprecht verrast door het diverse publiek (jongeren, boeren, professoren, etc.), door de heldere, en bij wijlen kritische, uiteenzettingen met uiteindelijk een creatief en levendig debat

Maayke Keymeulen van het Departement Landbouw en Visserij gaf een algemene inleiding over de Vlaamse klimaatstrategie 2050, het Vlaams Klimaat- en Energieplan 2021-2030 en de Europese Green Deal.

Het is in dit artikeltje onmogelijk deze presentatie even over te doen. Goed om weten is dat 25 % van de broeikasgasemissies bij de landbouw CO2 is, 50 % methaan en 25 % lachgas.

34 % is op rekening van verteringsprocessen (vooral herkauwers), 21 % mestopslag, 18% bodem(bewerkingen), 1 % ureum- en kalkgebruik, 21% verwarming serres en stallen, 4 % offroad (landbouwvoertuigen), 1 % visserij. Geen onbelangrijk detail: CO2 blijft duizenden jaren in de atmosfeer; Methaan is 28 keer straffer, maar is na 10 jaar afgebroken; lachgas is 265 keer sterker dan CO2 en is na 100 jaar afgebroken…

Wat me opviel, is het verschil tussen ‘klimaatstrategie 2050’ en ‘klimaatplan 2030’. In het eerste vind ik bij ‘randvoorwaarden’ terug dat de ‘koolstofvoetafdruk buiten de grenzen van Vlaanderen moet gereduceerd worden. Zeg maar: veevoedertoevoer (vooral overzeese soja uit de Cerrado en Amazone van Brazilië, uit Argentinië, de VS en andere landen). En: ‘geen delokalisatie activiteiten naar andere regio’s’. Het vreemde is dat je daar dan niets van terug vindt in het ‘plan 2030’.

Langs de andere kant is het interessant dat eindelijk de uitstoot van ons landbouwmodel buiten het Vlaamse gezichtsveld, stilaan wordt gezien. Wervel zit niet voor niets al 30 jaar op deze nagel te kloppen.

De knik van 2006-2008

Verschillende sprekers kwamen er op terug dat we goed bezig waren, maar dat er vanaf 2006 terug een toename van uitstoot is. Half jaren ‘90 werd heel wat reductie gerealiseerd met een strenger mestbeleid en begin jaren 2000 met de warme sanering van Minister Vera Dua. Anno 2001 kwam er in dit beleid een nutriëntenhalte, maar nadien werd dat ‘vergeten’. Sinds 2006 werden het ‘nutriëntenrechten’, die wel niet meteen gelinkt zijn aan het klimaat. Je kon rechten bij krijgen, als je kon aantonen dat je aan mestverwerking doet. Daar kippenmest het gemakkelijkst te verwerken is, werd pluimvee booming business. De voederconversie bij kippen mag dan al positiever zijn dan bij koeien, het pluimveevoer is vooral gebaseerd op overzeese soja. Koolstofvoetafdruk buiten de grenzen dus. Rond die tijd liet ook op Europees niveau het melkquotum los. De toenmalige Vlaamse regering wou dat boeren terug konden groeien en investeren. Gevolg: vanaf 2008 explosie van stallenbouw voor melkvee. Vleesvee vermindert, melkvee neemt enorm toe. Varkensstapel stijgt ook terug. Stikstof- en ammoniakbeleid wordt niet gehaald. Klimaatdoelstellingen evenmin.

Toch naar afbouw?

De laatste spreker, landbouweconoom Jeroen Buysse, is bijzonder sceptisch over het Vlaams beleidsplan 2030, omdat er onzekerheid is over de cijfers. En er zijn de gemiste kansen van beleidskeuzes (groei!) in het verleden.

Enkele voorbeelden van onzekerheid bij de cijfers. De mestbank heeft het over 40 miljoen kg kunstmest die in Vlaanderen wordt uitgestrooid. In werkelijkheid zou het 80 miljoen kg kunnen zijn.

Bij mestverwerking zou 1 à 2 % omgezet worden in lachgas. Sommigen beweren: 10 %.

Hij eindigt met twee simulaties:

– totaalverbod op kunstmest.
– ofwel reductie dieraantallen met 30 %, vergelijkbaar met het melkquotum dat dus afgeschaft is, met alle gevolgen van dien.

De spreekster Els Lemeire pleitte voor een nieuwe balans tussen landbouw en klimaat. Ze sprak namens het ELK (Expertisecentrum voor landbouw en klimaat van het ILVO).

In dit verhaal is er veel aandacht voor vermindering soja in het veevoer, eiwittransitie, agroforestry en verzorgen van de bodem als mogelijke bezinkingsplaats van CO2. ‘Herstel de bodem, red de landbouw en het klimaat’ was een opgemerkte opinie van Jeroen Watté in De Standaard. Inderdaad, landbouw is een deel van het probleem, maar kan ook deel van de oplossing zijn: agroforestry of bomenlandbouw, maar ook weiland. Met een doordacht omweidingssysteem kan weiland veel koolstof opslagen. Zie elders op deze website: https://www.grootoudersvoorhetklimaat.be/sojaverslaafde-landbouw-bedreigt-klimaat/

Enkele websites van wat deze namiddag werd voorgesteld:
www.ilvo.vlaanderen.be/ELK
www.klimrekproject.be
https://www.ugent.be/bw/agricultural-economics/nl/landbouwstudiedag/#Inhoud