Ga naar de inhoud
"business as usual is no longer an option"

Met de regelmaat van de klok halen kleine wetenschappelijke studies de media met als boodschap: er is geen alternatief voor industriële landbouw. Dat getuigt niet alleen van slechte journalistiek, maar speelt in de kaart van de agrochemie. Twee recente voorbeelden illustreren dit.

 

 

De gangbare dagbladen en de vak- en wetenschappelijke pers maken zich op die manier schuldig aan de monocultuur van het denken die zo kenmerkend is voor de industriële landbouw.

De ‘wetenschaps’-bijlage van De Standaard 17/06/10 haalt een onderzoek aan waarin de bijdrage van de groene revolutie aan het afremmen van de klimaatopwarming wordt gedocumenteerd. De conclusie van het onderzoek is dat door de meeropbrengst van industriële landbouw in vergelijking met de extensieve landbouw van de jaren ’60, minder onontgonnen land in cultuur is moeten gebracht worden. Dus is er minder ontbost en heeft er minder klimaatopwarming plaatsgevonden. Uiteraard is op enkele conclusies van de wetenschappers fundamentele kritiek die zeer summier aan bod komt in de laatste alinea van het artikel in De Standaard. Biolandbouw, zo luidt het, heeft een even grote opbrengst als conventionele landbouw, maar legt dubbel zoveel koolstof vast. Dit is inderdaad (gezien de methodologie van het artikel, die de koolstof in de bodem niet bekeek) een vernietigende kritiek op de hoofdboodschap. Doorheen het artikel krijgt men immers de indruk dat de hedendaagse biolandbouw hetzelfde is als de ‘ouderwetse manier van boeren’, met als boodschap: industriële landbouw staat niet ter discussie. Het maatschappelijk debat rond duurzame landbouw is niet gediend met zo’n karikatuur van de werkelijkheid, die in DS tot bijna absurde uiting kwam in de commentaar bij de foto van een pesticidensproeiende tractor: “sproeien tegen het broeikaseffect”.

Op 18/05/10 neemt Vilt.be een bericht van het Agrarisch Dablad over getiteld: “effect biolandbouw op biodiversiteit wordt overschat”. Daarin komt een Engelse studie aan bod die tot verrassende cijfers komt: biolandbouw produceert 50% minder opbrengst en verhoogt de biodiversiteit met slechts 12%. Op de studiedag “Biologische landbouw, partner voor biodiversiteit” die Bioforum organiseerde op 11 juni in Tongeren, werd ook van die studie brandhout gemaakt. Administrateur-generaal van het INBO Jurgen Tack, kwam bij nalezing van de gegevens van dat onderzoek, eerder tot de conclusie dat de opbrengstderving in biolandbouw nauwelijks 12% bedroeg, en de meerwaarde voor biodiversiteit 50%.

Jammer dat de media zo selectief en vooral ongenuanceerd bepaalde conclusies uitvergroten. Je zou bijna vermoeden dat ze ook een agenda te verdedigen hebben naast objectieve berichtgeving. Agro-ecologische rijstteelt: alleen de agrochemie verliestHet zo uitvergroten van die kleine wetenschappelijke studies staat in schril contrast met de oorverdovende mediastilte rond het prestigieuze VN-rapport IAASTD (International Assessment of Agricultural Science and Technology for Development). Dat rapport, in omvang vergelijkbaar met het VN Millenium Ecosystem Assessment, stelt over industriële landbouw onomwonden: business as usual is no longer an option. Meer dan 400 wetenschappers concludeerden na 4 jaar wereldwijd onderzoek dat industriële landbouw teveel schadelijke neveneffecten heeft, waaronder die op het klimaat, maar ook op gezondheid, economie, ontwikkeling en milieu. De toekomst ligt in agro-ecologische intensivering, die de schadelijke inputs zoals kunstmest en pesticiden vervangt door propere ecosysteemdiensten. Technieken zoals mengteelten, de terugkeer van bomen in landbouwsystemen, het verhogen van humus in de grond en het gericht inschakelen van nuttige beestjes onder en boven de grond hebben veel meer potentieel voor de toekomst dan de agrochemie (inclusief ggo’s) van vandaag, zo stelt het rapport. Het rapport betreurde de dominantie van het bedrijfsleven in het landbouwonderzoek, wegens teweinig op lange termijn gerichte doelstellingen. Het jammere aan het uitvergroten van kleine studies, is dat de mythe instandgehouden wordt dat ecologie en economie niet samengaan. De realiteit is gelukkig anders (zie bvb. agro-ecologische rijstteelt onderzoek aan Cornell University). Investeren in ecologische infrastructuur rendeert voor alle betrokkenen, behalve voor de agrochemie. Die heeft blijkbaar het alleenrecht op aandacht in de media.

Jeroen Watté