Ga naar de inhoud

Recent staat De Standaard in het teken van het varken. De opinies over de varkenshouderij zijn zeer welkom: ze kunnen ons veel leren over de sector en zijn problematiek. Maar ook schuilt er iets giftigs onder het gras, namelijk een addertje van misinformatie.

In “Krimpen of groeien: het dilemma van de varkenssector” (28 februari 2015) wordt Joris Coenen van de Belgian Meat Office aangehaald. Deze beklaagt zich erover dat terwijl de productiviteit top is de malaise van de varkenssector gedeeltelijk kan worden verklaard door “het feit dat de boeren geen genetisch gemanipuleerd veevoeder mogen gebruiken”.

Bij zulke statements gaat de alarmbel. Boeren mogen geen genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) in hun veevoer gebruiken?

Laat we beginnen met soja, zoals bekend een belangrijk bestanddeel van het varkensmenu in de intensieve teelt. Nog op donderdag 26 februari, tijdens een studiedag over eiwitten bij ILVO (Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek), bevestigde een vertegenwoordigster van Bemefa (koepel van de Belgische mengvoederindustrie) dat de organisatie met moeite 30.000 ton GGO-vrije soja bij elkaar kan scharrelen op de wereldmarkt. 95% van de 600.000 ton soja die in 2014 in België voor veevoer werd gebruikt is dus genetisch gemodificeerd. Is dit illegaal? Welnee, momenteel zijn zeven soorten GGO soja geautoriseerd in de EU voor gebruik in veevoeders.

Over naar maïs. Tussen 2011-2014 voerde de EU gemiddeld 10 miljoen ton maïs in. Ongeveer 2/3 van deze invoer komt uit Argentinië, Brazilië, Canada en de Verenigde Staten. In de VS en Canada is meer dan 90% van de verbouwde maïs genetisch gemodificeerd en in Argentinië en Brazilië meer dan 80%. De kans dat import gedomineerd wordt door GGO’s is dus groot. Is dit illegaal? Welnee, momenteel zijn 29 GGO maïssoorten geautoriseerd voor gebruik in veevoeders. Eén maïssoort, de bekende MON810, mag ook in Europa zelf worden verbouwd.  

Op dezelfde wijze zijn drie soorten GGO koolzaad toegelaten voor invoer en gebruik. Dit biedt kansen, aangezien wereldwijd ongeveer een kwart van de verbouwde koolzaad genetisch gemodificeerd is. Voor granen als tarwe, rogge en gerst bestaan geen commerciële GGO varianten.

Er is kortom een waaier aan mogelijkheden om veevoer te ‘verrijken’ met genetisch gemodificeerd product, wat overigens ook voluit gebeurt. Dit weet Joris Coenen donders goed. Waarom dan een dergelijke uitspraak? Misschien gaat het om het volgende. Hoewel een groot aantal gemodificeerde gewassen zijn toegelaten voor invoer, is er maar één soort die ook binnen Europa mag worden verbouwd. Suggereert meneer Coenen nu dat de problemen van de varkenssector zijn opgelost met  meer GGO teelt in Europa? Een twijfelachtige stelling, maar daar kan in elk geval over worden gediscussieerd. Het leven wordt een stuk eerlijker als we dingen gewoon recht voor zijn raap zeggen, zonder bedrog.

Nikolai Pushkarev

 

_____________________

Bronnen

Sojaverbruik: BEMEFA

Invoer maïs: Europese Commissie

Verhouding van importlanden maïs: EUROSTAT

Geautoriseerde GGO soorten: EU register of authorized GMOs (Europese Commissie)

Informatie over GGO’s wereldwijd: “GMO Compass” maïs koolzaad