Ga naar de inhoud
Gaston Martens

De Martenshoeve van Gaston Martens is een gesloten varkensbedrijf met een honderdtal zeugen en een jaarlijkse productie van ongeveer 1500 vleesvarkens. Het gros van de voeders wordt zelf geteeld op de 50 ha akkerland. Rond de boerderij ligt een graasweide voor de zeugen.

Autonomie

Gaston ging al van bij de bedrijfsovername zijn eigen weg. Hij hanteert enkele vuistregels die hem sterk onderscheiden van andere varkenshouders en die alle leiden tot een hoge graad van autonomie:

  • Gaston stelt zelf zijn varkensvoer samen en mengt het ook zelf. Zo is hij zeker van een kwalitatief en divers voeder.
  • Gerst, tarwe, korrelmaïs, aardappelen, bieten, stro en gras komen van de eigen velden. Aanvulling komt van reststromen van een fabrikant van vegetarische producten (tofu, seitan en zonnebloemolie).
  • Om het eiwit op peil te krijgen, komt er nog een kleine hoeveelheid sojaschroot bij.
  • Naast gezond en divers voeder zorgt Gaston voor een zo natuurlijk mogelijk gedrag, want een varken is van nature nieuwsgierig en zoekt de beste plekjes om te slapen, eten, drinken en zijn behoefte te doen.
  • Stalinrichting en de uitloop zijn zo goed mogelijk aangepast, met vluchtroutes voor de zwakkere dieren. Ze krijgen een doel en de mogelijkheid om zelf beslissingen te nemen. Zo vallen de dieren elkaar minder lastig. Op die manier kweek je gelukkige, stressloze en gezonde dieren.
  • Geen preventieve vaccinatie en medicijnen.

Die bedrijfsvoering is Gaston niet ingegeven door wetgeving of maatschappelijke druk. Volgens Gaston schiet de wetgeving rond groepshuisvesting voor zeugen zijn doel voorbij. Omdat de gemeenschappelijke ruimte zo klein is dat er chaos in ontstaat en de varkens liever een hele dag in hun ligbox blijven. Verkeerdelijk wordt dan geconcludeerd dat zeugen geen nood hebben aan vrije loop- en ontmoetingsruimte.

Sleep-in op het stroEigenzinnige boer

Tegen het advies van de rijkslandbouwingenieur in specialiseerde hij zich niet in een bepaalde richting, verdubbelde hij niet het aantal zeugen, ging hij geen gigantische lening aan, liet hij zich niet in contractuele keurslijven dwingen.

Cijfers kunnen Gaston worst wezen. Onderzoekers van het LEI kwamen wel al kwantitatieve gegevens noteren. Ze konden niet geloven dat de Martenshoeve met zulke dramatische kengetallen toch een mooi bedrijfsresultaat wist te realiseren. Er zijn minder dieren, de zeugen werpen minder, er zijn minder biggen per worp, de biggen groeien trager.

Geen VLIF-steun voor Gaston Martens

Naar VLIF-steun kan Gaston Martens fluiten, want het is op die kengetallen dat je wordt afgerekend. Collega’s noemen hem een hobbyist, maar Gaston weet beter: “Door mijn autonomie slaag ik er in om op kleine schaal toch een eerlijk inkomen te verwerven. Mijn voederkost is veel lager, mijn zeugen leven veel langer, mijn lening is betaalbaar, en de prijs in de korte keten ligt hoger”.

Achter die sceptische façade van die professionele varkenshouders hoort Gaston toch meer en meer andere geluiden. Hij heeft de indruk dat collega’s opkijken naar zijn onafhankelijkheid. “Mijn collega’s voelen zich niet goed. Ze zitten vast in een systeem en kunnen niet ingrijpen. Maar ze weten ook dat het bedrijf bij hen stopt, en dat stelt hen gerust.”

Toekomst

In de toekomst wil Gaston

  • nog maar 50 zeugen houden en de afzet van het vlees volledig in eigen handen houden. Hij wil dat zijn varkens minder graan eten en meer ruwvoeder. Zo is er minder concurrentie met de menselijke voeding.
  • Daarvoor gaat hij op zoek naar het juiste type varken.  Hij hoopt dat in samenwerking te kunnen doen met een universiteit. Gaston wil de varkens ook ouder laten worden dan nu het geval is.
  • Verder zou hij de boerderij meer willen openstellen voor het publiek. Met enkele ingrepen in de infrastructuur kunnen bezoekers meer zicht krijgen op wat er op de boerderij gebeurt.
  • Ook wil hij verbredende activiteiten inbouwen zoals zorg, voorlichting en vorming.

 Benny Van de Velde