Ga naar de inhoud

Volgens de Europese Commissie staat de bodemkwaliteit onder grote druk, onder meer door de industrie, de landbouw, het toerisme en de verstedelijkingsdruk. De lidsta­ten moeten meer inspanningen leveren om de bodem te beschermen. Om dit te bereiken, heeft de Commissie vrijdag de Bodemrichtlijn gepresenteerd.

De richtlijn schrijft voor dat lidstaten vermindering van de bodemkwaliteit moeten tegen­gaan. Daartoe moeten ze onder meer inventariseren waar sprake is van erosie, vervuiling, verdichting, verzilting, aantasting van het bodemle­ven of andere problemen. Ze moe­ten vervolgens saneringsplannen opstellen om deze processen te stoppen. Bij de verkoop van gronden die mogelijk vervuild zijn, moet zowel de overheid als de koper een attest krijgen van de toestand van de bodem.

Tot nog toe bestond nauwelijks Europese wetgeving voor bodembeheer- en sanering. Niettemin heeft de Nederlandse landbouworganisatie al duidelijk laten verstaan dat ze de Bodemrichtlijn een goed voorbeeld vindt van overbodige wetgeving. Binnen Europa komen ruim 300 verschillende bodemtypes voor. Dergelijke materie moet je niet Europees trachten te regelen, luidt het.

Bron: De Tijd/Agrarisch Dagblad

Meer informatie: waarom een Bodemrichtlijn?

 

Hieronder volgt een vertaling van MEMO/06/341, Brussel, 22 September 2006

Vragen en antwoorden rond de Thematische Strategie voor bodembescherming

 

Wat is het belang van de grond ?

De grond is letterlijk een van de grondslagen voor onze economische welvaart en onze levenskwaliteit. Al onze menselijke activiteiten zijn op een of andere wijze verbonden met de grond.

Grond is een fundamentele en onvervangbare natuurlijke bron. Hij vormt de essentiële verbinding tussen de onderdelen waaruit ons leefmilieu bestaat. Hij vervult ook een aantal functies. Hij produceert voedsel en vezels; is de schakel tussen aarde, lucht en water ; bergt, filtert en transformeert veel stoffen waaronder water, stikstof en koolstof; en hij vormt in feite de belangrijkste koolstofopslag van de wereld.

De bodem (‘soil’ betekent zowel bodem als grond; het woord staat ook voor land en teelaarde) biedt leefomgevingen (habitats) en speelt daarom een sleutelrol in de bescherming van de biodiversiteit. De diversiteit van de bodem is op zich van belang want in Europa alleen zijn er 320 hoofdbodemsoorten en in ieder van die soorten zijn er enorme variaties in fysische, chemische en biologische eigenschappen. Er zijn honderden jaren nodig om een paar centimeter teelaarde te produceren. Deze natuurlijke hulpbron is cruciaal en daarbij in grote lijnen niet vernieuwbaar.

 

Waardoor wordt de bodem bedreigd ?

Op veel plaatsen in Europa neemt de bodemkwaliteit versneld af als gevolg van bepaalde praktijken in de land- en bosbouw, of door vervuiling, stadsuitbreiding en klimaatverandering. Soms neemt de bopdemkwaliteit af door natuurlijke verschijnselen, maar het wordt verergerd door allerlei vormen van niet duurzame menselijke toepassingen.

Het verlies aan teelaarde (erosie) wordt verergerd door onaangepaste verbouwtechnieken en ongeëigende teeltpraktijken. De bodem wordt minder vruchtbaar en het waterecosysteem wordt vervuild.

Organische stof, de organische fractie van de teelaarde, is zeer belangrijk voor de vruchtbaarheid, de structuur, het vermogen water vast te houden en de biodiversiteit van de bodem. De bodem is ook een voorname opslagplaats van koolstof. Sommige praktijken van grondbeheer zorgen ervoor dat agrarische bodems koolstof opslaan en daardoor bijdragen aan de matiging van de klimaatverandering. Het verlies van organische stof in de bodem bedreigt de bodemvruchtbaarheid, de bodemstructuur en het vermogen van de bodem om regenwater vast te houden. Het verergert ook de klimaatverandering.

Onze bodem bevat enig zout, maar de meeste verzilting (opbouw van zouten in de bodem) komt door de wijze waarop de mens via irrigatie ingrijpt in de natuurlijke waterhuishouding. Kunstmest kan ook zouten toevoegen aan de bodem. Bij gevolg daalt de vruchtbaarheid van de bodem en het kan tenslotte gebeuren dat deze nauwelijks meer in staat is enigerlei plantengroei te verdragen.

Overdreven veedichtheid en het onaangepaste gebruik van zware landbouwmachines verdicht de bodem al te zeer. Dit verlaagt het vermogen van de bodem om water vast te houden en zuurstof te leveren aan de plantwortels. Daar komt weer bodemerosie van, toenemende waterafstroming en meer uitstoot van broeikasgassen.

Stedelijke en industriële uitbreidingen en transportnetwerken hebben een belangrijk deel van de bodem in de EU afgegrendeld : een onomkeerbaar verlies van vruchtbaar land. (Hiermee wordt bedoeld enerzijds de onttrekking van gronden aan de landbouw, anderzijds de daarmee gepaard gaande afsluiting van de grond voor regenwater door het aanbrengen van niet waterdoorlatende verhardingen of bebouwing).

Als gevolg van meer dan 200 jaar industrialisatie heeft Europa een bodemvervuilingsprobleem wegens het gebruik en de aanwezigheid in veel productieprocessen van gevaarlijke stoffen en slechte of onaangepaste beheerspraktijken.

De biodiversiteit neemt af : met de biodiversiteit van de bodem wordt niet alleen bedoeld de diversiteit aan genen, soorten, ecosystemen en functies, maar ook de verwerkingscapaciteit van het ecosysteem (de stofwisseling van het systeem[1]). Bodemdiversiteit wordt beïnvloed door al de bovengenoemde degradatieprocessen.

Verscheidene van deze bedreigingen worden versterkt door de effecten van de klimaatverandering zoals toename van de temperatuur en extreme weersomstandigheden, en kunnen verwoestijning versnellen. Toenemende regenval kan bv. in sommige gebieden de erosie versnellen, terwijl streken die droger worden onderhevig zijn aan toenemende verzilting.

 

Heeft bodemvervuiling invloed op de gezondheid ?

Voedsel- en voederteelten kunnen vervuiling uit de bodem opnemen. Dit kan invloed hebben op de kwaliteit van producten die circuleren op de interne markt en tezijnertijd op de gezondheid van mens en dier in de EU. Grondverschuivingen kunnen tot ongelukken leiden.

 

Wat is de omvang van het probleem ?

De laatse paar decennia is er een aanzienlijke toename van bodemdegradatieprocessen. Deze processen zullen waarschijnlijk verder versnellen als er niets aan wordt gedaan om de bodem te beschermen.

Erosie : 115 miljoen ha (12% van Europa’s totale landareaal) lijdt onder watererosie en 42 miljoen ha kampt met winderosie, 2% is er ernstig aan toe.

Verlies aan organische stof : Ongeveer 45% van alle bodems in Europa bevatten weinig tot zeer weinig organische stof (0-2% organisch koolstof) en 45% bevat een middelmatige hoeveelheid (2-6% organisch koolstof). Verlies aan organische stof is vooral aan de orde in Zuid-Europa, maar ook delen van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Nederland en Zweden hebben ermee te maken.

Verdichting : schattingen van risicogebieden lopen uiteen van 36 tot 32% van Europese ondergronden die zeer kwetsbaar zijn en 18% die tamelijk kwetsbaar zijn.

Verzilting : ongeveer 3,8 miljoen ha in Europa heeft te maken met de accumulatie van oplosbare zouten. De meest getroffen gebieden zijn Campania in Italië, de Ebro vallei in Spanje en de Grote Alföld in Hongarije.

Grondverschuivingen : hebben de neiging veelvuldiger voor te komen bij een klei-achtige ondergrond, stijle hellingen, hevige en overvloedige neerslag en landverwaarlozing, zoals in de Alpine en Mediterrane regio’s.

Vervuiling : ongeveer 3,5 miljoen sites zijn mogelijk vervuild. Een half miljoen sites zijn naar verwachting echt vervuild en wachten op herstel.

Afgrendeling: het bodemoppervlak dat bedekt is met ondoordringbaar materiaal vertegenwoordigt ongeveer 9% van het hele gebied in de Lidstaten. Tussen 1990 en 2000 nam het afgegrendelde gebied in de EU15 met 6% toe en de vraag naar nieuwe constructies en transportinfrastructuren als gevolg van toenemende stedelijke uitbreidingen neemt voortdurend toe.

 

Waarom te handelen op Europees niveau ?

Het 6e Milieu Actie Programma van de Gemeenschap[2] roept op tot de ontwikkeling van een Thematische Strategie rond bodembescherming. De Gemeenschapsinstellingen hadden veel lof voor de Mededeling van de Commissie "Naar een Thematische Strategie voor Bodembescherming" [3], die op EU-niveau aanzette tot het debat over bodembescherming.

Op EU-niveau is actie nodig omdat :

–          De bodem is een niet-hernieuwbare natuurlijke hulpbron die van gemeenschappelijk belang is voor Europa vanweg de cruciale functies die hij vervult voor de samenleving en de ecosystemen.

–          Europese milieuwetgeving is onvolledig zonder bodembeleid ; bij gebrek daaraan is een hoog niveau van milieubescherming in Europa niet mogelijk[4].

–          Verschillen tussen de lidstaten in het omgaan met bodemproblemen zou de concurrentie kunnen verstoren binnen de eengemaakte markt.

–          De meeste kosten van bodemvervuiling drukken niet op de grondeigenaren, die voor de vervuiling verantwoordelijk zijn, maar op de belastingbetalers.

–          Bodemvervuiling heeft consequenties tot over de landgrenzen.

–          Bodemvervuiling zou invloed kunnen hebben op de kwaliteit van voedsel- en voederproducten.

–          De gezondheid van de Europese bevolking kan lijden onder bodemvervuiling.

–          Er zijn charters en conventies, waarin de Gemeenschap participeert, aangenomen om op wereldschaal de bodem te beschermen.

 

Wat heeft de EU tot nu toe gedaan aan bodembescherming ?

Milieuwetgeving van de Gemeenschap rond water, afval, chemicaliën, preventie van industriële vervuiling, natuurbescherming en pesticiden, bevat voorzieningen voor bodembescherming. Vereisten van onderlinge flexibiliteit (cross-compliance) en het plattelandsontwikkelingsbeleid introduceren aspecten van agrarische bodembescherming in het hervormde Gemeenschappelijk Landbouw Beleid, GLB.

De bestaande EU-wetgeving verschilt evenwel in blikveld en doelstelling en doet onvoldoende aan belangrijke bodemproblemen omdat het niet alle soorten bodems bestrijkt en niet gericht is op alle soorten bedreigingen. Omdat bodemvervuiling doorgaat en zelfs toeneemt, is al die wetgeving eenvoudigweg niet genoeg.

 

Waarom is de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid niet genoeg ?

Aanzienlijke voordelen worden verwacht van de koppeling van de directe betalingen aan boeren ("cross-compliance") aan de toepassing van "bodemvriendelijke" landbouwpraktijken. Die maatregelen zijn echter niet overal verplicht en zijn alleen van toepassing op boeren die betaling ontvangen, wat niet het geval is voor alle soorten van landbouwactiviteiten. Boeren die geen betaling ontvangen zijn niet verplicht deze bodemvriendelijke praktijken te aanvaarden. Cross-compliance zal daarom maar voor een deel bijdragen tot bescherming en duurzaam gebruik van de grond.

 

Waarom nu handelen ?

De laatste decennia is er een aanzienlijke toename geweest van bodemdegradatieprocessen. Deze processen zullen waarschijnlijk versneld doorzetten als er nu niets gedaan wordt aan de bescherming van de bodem.

In de Europese Unie hebben maar negen Lidstaten specifieke wetgeving rond bodembescherming, gewoonlijk gericht op zeer specifieke bedreigingen, bv. verwoestijning in Griekenland, Italië, Portugal en Spanje, vervuiling in Nederland, Duitsland en België (Vlaanderen). Omdat de bodemdegradatie voortgaat en zelfs erger wordt, is deze wetgeving eenvoudigweg niet genoeg.

 

Waarom gaat het bij de Thematische Strategie rond bodembescherming ?

De Strategie bestaat uit een Mededeling van de Commissie aan de andere EU-instellingen, een voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad en een Effectbeoordeling.

De Mededeling bepaalt het kader. Deze verklaart waarom meer actie nodig is om een hoog niveau van bodembescherming te verzekeren. Zij stelt een tienjaars-werkprogramma voor de Europese Commissie vast.

De Richtlijn is in drieën gestructureerd:
1. Preventieve maatregelen – Lidstaten moeten instaan voor een duurzaam bodemgebruik. Als de bodem zo wordt gebruikt dat zijn functies erdoor belemmerd worden, moeten beperkende maatregelen worden genomen. Invloeden van andere soorten van beleid moeten beoordeeld worden.

2. Identificatie van het probleem – Lidstaten zullen de gebieden aanduiden waar risico bestaat van erosie, van verlies van organische stof, van verzilting, van verdichting, van afgrendeling, en van grondverschuivingen. Wat betreft vervuiling zullen zij een inventaris opmaken van vervuilde sites.

3. Operationele maatregelen –Lidstaten zullen handelend moeten optreden inzake de geïdentificeerde risico’s door programma’s van maatregelen op te nemen voor de risicogebieden, nationale herstelstrategieën voor de vervuilde sites en maatregelen om vergrendeling te beperken of te verminderen. Zij zijn echter vrij om te beslissen hoever ze willen gaan in hun bodembeleid, om hun eigen doelstellingen te bepalen en om te beslissen hoe en door wie ze uit te voeren.

De Effectbeoordeling bevat een analyse van de economische, sociale en milieukundige invloeden van de verschillende opties die in de voorbereidingsfase werden overwogen en van de tenslotte behouden maatregelen.

 

Wat zijn de doelstellingen van de Strategie ?

De doelstelling van de Strategie is de gemeenschappelijke en alomvattende benadering te omschrijven met het oog op de bescherming van bodemfuncties, op grond van de volgende principes :

1. Voorkoming van verdere bodemdegradatie en bescherming van bodemfuncties : Door in te grijpen in het bodemgebruik en beheerspatronen, wanneer bodem wordt gebruikt en zijn functies worden geëxploiteerd; door in te grijpen bij de bron, als de bodem werkt als een sink/receptor (bv. volgens de Kyoto-regels) voor de gevolgen van menselijke activiteiten en milieufenomenen.

2. Herstel van gedegradeerde gronden tot een zodanig niveau dat overeenstemt met een functioneel huidig of beoogd gebruik, rekening houdend met de kosten van het bodemherstel.

 

Wat is er nieuw aan de strategie ?

De strategie heeft betrekking op het hele scala van bodembedreigingen, op een inclusieve en samenhangende wijze. Het schept een gemeenschappelijk wettelijk kader om te verzekeren dat de bodems in de EU gezond blijven voor komende generaties en in staat blijven de ecosystemen te ondersteunen waarvan onze economische activiteiten en ons welzijn afhangen.

Het is een van de zeven thematische strategieën die de Commissie voorstelt. Zij staan voor de volgende generatie van milieubeleid met inachtname van een algeheel en middellange termijn perspectief. Daarbij worden heldere milieudoelstellingen vastgesteld en gepoogd de meest geëigende instrumenten op te sporen om deze doelsstellingen te realiseren. Ze worden gebaseerd op uitgebreid onderzoek en raadpleging van de belanghebbenden.

 

Waarom is een wettelijk verplichtend instrument nodig ?

De tot nu toe gevolgde versnipperde benadering en de omvang van het probleem met de daaraan verbonden belangrijke neveneffecten en –kosten ten laste van de samenleving toont aan dat de afwezigheid van een gerichte beleidsbenadering niet voldoende is geweest om de bodem te beschermen. Bovendien zal het mislopen van bodembescherming iedere inspanning hinderen die is gedaan om doelen te realiseren volgens bestaande wetgeving op het vlak van water, natuur, klimaatverandering, biodiversiteit, menselijke gezondheid en voedselveiligheid. De bodem verdient hetzelfde beschermingsniveau als de andere milieu-elementen (lucht en water), omdat hij het ontbrekende stuk is in de puzzle om de milieu-elementen doeltreffend te beheersen.

Toch is de Richtlijn die door de Commissie wordt voorgesteld flexibel. Erkend wordt dat een eenheidsoplossing niet werkt.

 

Wat voor invloed zal de strategie hebben op ander beleid van de EC ?

De geïntegreerde Richtlijn voor het voorkomen en beheersen van de vervuiling (IPPC) zal worden herzien. De daarin voorkomende aspecten van bodembescherming en vervuilingspreventie zullen worden aangescherpt.

De Europese Commissie zal de bijdragen van Lidstaten beoordelen volgens de cross-compliance en zal doorgaan met nauw toe te zien op de invloed van plattelandsontwikkeling en structurele fondsenprogramma’s op de bodembescherming.

De Commissie en de Lidstaten zullen ervoor borg staan dat met bodembescherming en duurzaam gebruik rekening gehouden zal worden door het sectoraal beleid (regionale en stedelijke ruimtelijke planning, transport, energie, landbouw, plattelandsontwikkeling, bosbouw, grondstofwinning, handel en industrie, toerisme, klimaatverandering, milieu, natuur en landschap, geïntegreerd kustbeheer).

De strategie zal ook invloed hebben op het Onderzoekbeleid van de EU. Het voorgestelde Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek (2007-2013) omvat onderzoek naar bodemfuncties op het vlak van "Milieu"-prioriteit binnen het "Coöperation"-thema.

 

Wat zijn de huidige kosten van bodemdegradatie ?

Een schatting maken van deze kosten is moeilijk wegens een gebrek aan voldoende kwantitatieve en kwalitatieve gegevens maar verscheidene studies duiden op aanzienlijke jaarlijkse kosten voor de samenleving, in de orde van grootte van :

erosie : 0,7 – 14 miljard euro

verlies van organisch materiaal : 3,4 – 5,6 miljard euro

bodemverdichting : geen schatting mogelijk

verzilting : 158 – 321 miljoen euro

bodemverschuivingen : tot 1,2 miljard euro per geval

vervuiling : 2,4 – 17,3 miljard euro

afgrendeling : geen schatting mogelijk

biodiversiteitsverlies : geen schatting mogelijk.

Erosie, verlies aan organisch materiaal, verzilting, grondverschuivingen en vervuiling kosten de EU mogelijk tot 38 miljard euro jaarlijks. Terwijl de kosten van de andere bedreigingen niet konden worden beoordeeld, overschrijden de werkelijke kosten van bodemdegradatie waarschijnlijk deze schatting. Het merendeel van deze kosten komen ten laste van de samenleving.

 

Hoeveel zal de toepassing van deze strategie gaan kosten ?

De kosten en voordelen van deze strategie worden aangegeven in de Effectbeoordeling. Zij zijn hoofdzakelijk ontleend aan :

–          identificatie van de risicogebieden en vervuilde sites;

De totale kosten voor identificatie van risicogebieden zullen waarschijnlijk minder zijn dan 2 miljoen euro per jaar bedragen voor de gehele EU. De kosten voor de eerste vijfjaarsperiode ter inventarisatie van vervuilde sites op grond van een voorlopige inventarisatie worden geschat op ongeveer 51 miljoen euro per jaar voor heel de EU. Dit eerste stadium van de inventarisatie zal worden gevolgd door een serie van onderzoeken ter plaatse om na te gaan of er inderdaad een ernstig risico is voor de menselijke gezondheid en het leefmilieu. Deze onderzoeken zouden ten hoogste jaarlijks 240 miljoen euro mogen gaan kosten gedurende de volle 25-jaars periode die is voorzien om de inventarisatie te voltooien.

Het vaststellen van een systeem ter identificatie van het probleem stelt de Lidstaten in staat om zich te richten op bodembescherming en om bodembedreigingen op een systematische, effectieve en efficiënte wijze aan te pakken. Zij zullen in de gelegenheid zijn om meer doelgerichte en efficiënte maatregelen te nemen en strategieën te plannen voor de lange en middellange termijn. Door een duurzaam bodemgebruik aan te moedigen en door te kiezen voor een preventieve benadering zullen de Lidstaten kosten sparen die tot nu toe ten laste kwamen van de samenleving. Deze voordelen zullen in hoge mate opwegen tegen de bijkomende kosten van de Richtlijn.

 

VeRdere maatregelen voor de probleembestrijding te nemen door de Lidstaten

De voorgestelde Richtlijn vereist van de Lidstaten dat zij specifieke maatregelen nemen tegen bodembedreigingen maar het is aan hen om te beslissen over aanvaardbare risico’s, om doeleinden te definiëren en maatregelen te nemen om deze doelen te bereiken. Het is daarom niet mogelijk om de milieutechnische, economische en sociale invloeden van de voorgestelde Richtlijn ten volle te beoordelen. Aleen een kwalitatieve beschijving zou mogelijk zijn.

 

Welke sectoren zullen de meeste invloed ondergaan en hoe zullen zij profiteren van de strategie ?

De samenleving als geheel zal voordeel hebben bij de strategie omdat zij het merendeel van de kosten van bodemdegradatie draagt. Individuele gebruikers van de grond zullen niet langer te lijden hebben van de directe gevolgen van bodemdegradatie zoals verlies aan productiviteit, landontwaarding, het verlies van gebruiksmogelijkheden van de grond, en een verlies van de onroerend-goed-waarde.

De Richtlijn bepaalt niet wie de kosten van haar toepassing draagt; dat is aan ieder Lidstaat om daarover te beslissen. Afhankelijk van de aanvaarde fondsgeldenschema’s zullen de kosten variabel gedragen worden door landeigenaars, economische sectoren, nationale budgetten en het EU-budget. In de baten delen de overheidsadministratie, de samenleving in brede zin en de betrokken economische operatoren.

Niet alle kosten zijn gelijktijdig aan de orde en de toedeling van kosten en baten zal niet gelijk verdeeld zijn over de Lidstaten. Sommige bedreigingen zijn in bepaalde Lidstaten belangrijker dan in andere en sommige Lidstaten zijn verder dan andere in de bestrijding van bodemdegradatie.

 

Heeft de Commissie zich ruim geïnformeeerd over de strategie ?

De Commissie heeft belanghebbenden en het publiek uitgebreid geraadpleegd. In 2003 lanceerde zij een ruim verbreide publieke raadpleging en zette vervolgens een aantal werkgroepen op samengesteld uit deskundigen uit de overheidsadministratie, en agrarische, industriële, milieu- en consumentenorganisaties, wetenschap- en onderzoekinstituten, en diensten van de Commissie, alsook heel wat andere verenigingen die Europa bestrijken en belang stellen in de grond.

In 2004 publiceerden de werkgroepen rapporten over de toestand van de bodems in Europa, de druk die daarop wordt uitgeoefend, de voornaamste krachten achter de bodemdegradatie, samen met een reeks aanbevelingen aan de Commissie. Deze rapporten zijn op het Internet beschikbaar http://ec.europa.eu/comm/environment/soil/index.htm

In 2005 deed de Commissie een Internet raadpleging gericht op burgers, bodemdeskundigen, en organisaties, om daaraan inzichten te ontlenen over specifieke maatregelen. 1206 burgers, 377 bodemdeskundigen en 287 organisaties uit 25 landen reageerden.

91% van de deelnemende burgers en 90% van de deskundigen en organisaties gaven als hun mening te kennen dat het voorkómen en indijken van bodemdegradatie in Europa belangrijk tot zeer belangrijk is. De grote meerderheid van de respondenten onderschreef de benadering van de Commissie om een kader te scheppen op Europees niveau voor het nemen van maatregelen (75% van de burgers en 88% van de deskundigen en organisaties). Een samenvatting van de antwoorden wordt geboden in de Effectbeoordeling, terwijl een uitgebreid rapport over de statistische analyse van alle vragen wordt gepubliceerd op het Internet onder http://ec.europa.eu/comm/environment/soil/index.htm.

 

Wat zijn de volgende stappen ?

De aanvaarding van de Richtlijn door het Europees Parlement en de Raad kan twee jaar vragen. Dan zullen de Lidstaten het omzetten in nationale wetgeving en de toepassing starten :

–          De algemene voorzieningen van de Richtpijn zijn vanaf dat moment van kracht.

–          Binnen vijf jaar na de omzetting moeten zij de risicogebieden hebben vastgesteld.

–          Binnne zeven jaar moeten zij doelstellingen hebben aangenomen en een programma van maatregelen om die doelen te bereiken en de Europese Commissie daarvan verslag hebben uitgebracht.

–          Binnen vijf jaar moeten de Lidstaten een voorlopige inventarisatie van de vervuilde sites hebben voltooid.

–          Binnen zeven jaar moeten zij een nationale herstelstrategie hebben vastgesteld hoe op de middellange en de lange termijn om te gaan met hun vervuilde sites. Zij zullen een fondsenstelsel tot stand brengen voor herstel van verweesde sites (orphan sites) en ook een rapport over de toestand van de grond.

Lidstaten zullen er borg voor staan dat het publiek vroegtijdig en effectief kansen krijgt om deel te nemen aan de voorbereiding, de aanpassing en herziening van de vereiste programma’s van maatregelen voor risicogebieden en nationale herstelstrategieën.

 

Wat de Europese Commissie betreft, zij zal :

–          bevorderen dat de kennis wordt verbeterd en verspreid, en dat informatie en juiste praktijken worden uitgewisseld;

–          juiste praktijken bevorderen om de negatieve effecten van afgrendeling te verminderen;

–          een Gemeenschappelijke UitvoeringsStrategie voorbereiden voor de BodemKaderRichtlijn en de andere pijlers van de strategie;

–          werk maken van een interactie tussen bodembescherming en klimaatverandering;

–          synergieën beoordelen met maatregelen onder de WaterKaderRichtlijn;

–          borg staan voor de integratie van bodembescherming in de productiesector om bodemvervuiling te voorkomen;

–          er borg voor staan dat de acties die worden ondernomen volgens deze strategie worden afgestemd op initiatieven volgens het UNCCD, UNCBD, het Kyoto Protocol en de Alpine Conventie.

 

Zie voor de Strategie en bijbehorende documenten de website :

http://ec.europa.eu/comm/environment/soil/index.htm


[1] Stofwisseling is het totaal van fysische en chemische processen met betrekking tot de instandhouding en de reproductie van leven waarbij voedingsstoffen worden afgebroken om energie te vormen.

[2] Decision 1600/2002/EC of the European Parliament and of the Council.

[3] (COM(2002) 179)

[4] Article 174 of the EC Treaty states that one of the objectives of the EU is a high level of environmental protection.