Ga naar de inhoud
Nikolai tijdens een bezoek aan West-Vlaamse varkenshouder die eigen voeders wint

Wervel laat je kennismaken met Nikolai Pushkarev.

Hoe kwam je in contact met Wervel?

Ik had vroeger van Wervel gehoord naar aanleiding van bezoeken aan Mundo-B. Op een gegeven moment ging ik op zoek naar een plek om m’n interesse in de landbouw verder uit te bouwen en toen kwam ik op een website over vrijwilligerswerk een vacature tegen van Wervel. Deze laatste zocht medewerkers eiwittransitie. Ik nam contact op en dit bleek voor mij een zeer goede vondst!

Wat motiveert je precies om je voor Wervel in te zetten?

Fascinatie voor de agrarische wereld. Ik zie graag een gerevitaliseerd platteland waarin landbouw zijn multifunctionele rol kan spelen. Landbouw op dezelfde manier behandelen als een industrieële sector is een doodsteek, met als gevolg verstikking van de maatschappij.
Ik heb zelf een studie Europees recht afgerond en een tijdje in en rondom de Europese Unie gewerkt. Hoewel ik vroeger letterlijk droomde van een pil die de noodzaak om te eten zou vervangen, begon ik langzamerhand meer bezig te zijn met voedsel en smaken. De eerste echte aanzet tot interesse in landbouw kwam dus letterlijk door de buik. Daarna kwam een moment waarop ik m’n werk opzegde en een tijd in Zuid Amerika op verschillende boerderijen ging werken. Hier sloeg het vuur echt aan want ik realiseerde me de eindeloze mogelijkheden van de landbouw en zijn diepe verwovenheid met zowat alle aspecten van het leven. Niet minder belangrijk is dat het boerenbestaan ook een volwaardige en boeiende levensstijl kan bieden die niet mag verdwijnen.

Hoe belangrijk is Wervel voor jou als consument?

Moeilijk te zeggen. Ik koop al jarenlang voornamelijk biologische producten liefst op de markt, eet zelden vlees; daar zal waarschijnlijk weinig aan veranderen. Jammer genoeg nog geen kemp broek aangeschaft.

Hoe blik je terug en vooruit op je engagement bij Wervel?

Mijn relatief korte tijd bij Wervel heeft me al veel interessante inzichten en ideëen opgeleverd. Voor de toekomst is er nog veel te doen. Ik werk in elk geval verder aan het in beeld brengen van relevante landbouwhandelsstromen aan de hand van Europese statistieken, aan een brede economische analyse om de onzichtbare kosten van de soja-gebonden veeteelt boven water te brengen, het stemgedrag van Europarlementariers over landbouw in kaart brengen etc.: er zullen ongetwijfeld nog veel zaken opkomen.
Op langere termijn, na het afronden van m’n huidige studie landbouweconomie, kijk ik er naar uit om een thema uit te werken voor een doctoraat.