Ga naar de inhoud

In een gewone winkel ga je als klant binnen, koopt het nodige en vertrekt weer. Simpel toch? Maar door die anonimiteit wordt er geen relatie opgebouwd. Alles wordt inwisselbaar, terwijl ons voedselsysteem net nood heeft aan sterkere banden. In de tweede bijeenkomst van het lerend netwerk voor samenwinkels bespraken we de verschillende rollen die klanten kunnen opnemen om zo een gemeenschap vorm te geven.

Samenwinkels: een bonte verzameling

Met een heerlijke salade, ter plekke gekneed brood en (zelfgemaakte vegan kaas ontvingen Ruth, Vera en Mathias ons in hun coöperatieve winkel Ricolab in Deurne. Een bonte verzameling van bestaande initiatieven en geïnteresseerden kwam bijeen om zowel praktische als academische ervaringen uit te wisselen. 

In het lerend netwerk zijn er zowel gesloten en open coöperatieven als vzw’s. Afhankelijk van die keuze is de betrokkenheid al dan niet ingebakken in de werking. Als je lid moet zijn van de winkel om er je inkopen te doen, is het eenvoudiger om je ook verder in te zetten. Ricolab is bijvoorbeeld een open winkel, met slechts een beperkt aantal coöperanten. In eerste instantie waren dat de initiatiefnemers, nadien konden de klanten ook coöperant worden. De aankoop van een coöperatief aandeel is een sluitstuk van een engagement om de winkel te ondersteunen. Als klant kan je ook altijd deelnemen aan activiteiten. Voor de initiatiefnemers en de klanten klopt het coöperatieve idee: winst is niet het hoofddoel, wel het werken aan een goede relatie met de boeren en leveranciers, aan een winkel als plek die open staat voor activiteiten en samenwerkingen.   

Niet alleen de betrokkenheid van de klant is belangrijk, maar ook de stem van de boeren en de andere leveranciers. Zo heeft Ricolab in haar bestuur ook een boer aangetrokken. Werknemers worden aangemoedigd om coöperant te worden.

Motieven om aan te sluiten

In haar masterproef onderzocht Yolène Sempels de drijfveren van leden om zich te engageren bij een coöperatieve winkel.  Ze vond dat de belangrijkste reden het bevestigen van de eigen waarden en identiteit was. De meeste samenwinkels zijn gestoeld op de LEF-waarden:  lokaal, ecologisch en fair. Door je aan te sluiten bij een samenwinkel identificeer je jezelf hiermee. Een ander motief is de sociale interactie die gepaard gaat met het engagement: de gezellige babbel, een fijne activiteit.  In de onderzochte winkels waren de “nutsmotieven” zoals ledenkorting of tax shelter een stuk minder belangrijk. 

Hoe kunnen klanten zich engageren? 

Klanten kunnen zich op verschillende manieren inzetten:

  • Ambassadeur zijn en vertellen over hun winkel tegen vrienden en familie.
  • Door deel te nemen aan activiteiten die de samenwinkel organiseert en zo de verbondenheid tussen de leden versterken. Of er zelf organiseren.
  • Financieel bijdragen aan de samenwinkel via ledenbijdragen, crowdfunding of door extra aandelen aan te schaffen.
  • Vrijwilligerswerk doen in de winkel. 
  • Deelnemen aan de besluitvorming of een mandaat opnemen.

Die vormen van inzet komen ook voor bij de andere aanwezige samenwinkels.

Niet alle klanten zijn gemotiveerd om een rol op te nemen. Soms hebben ze de tijd of de vaardigheden niet. Door in te zetten op communicatie en ontmoeting kan de verbondenheid toenemen wat kan motiveren om extra rollen op te nemen. Maar het is ook niet nodig dat iedereen zich in dezelfde mate engageert. Een mooi beeld is dat van de kar die trekkers nodig heeft om vooruit te gaan, maar ook duwers en zitters. Samen geven alle betrokkenen het initiatief gewicht, wat essentieel is om te blijven bestaan.