Ga naar de inhoud
pompoenschieten

Net nu Wervel campagne voert met “De appel valt ver van de boom”, las ik in Boer en Tuinder een klein artikeltje dat mijn aandacht trok. ‘EK pompoenschieten in Bikschote’. Het huidige record pompoenschieten ligt op 517 meter. Er worden nog wel eens tomaten of eieren geslingerd op betogingen of manifestaties, maar deze keer was ik wel echt geraakt door dit treffende bericht.

Dat onze huidige landbouwcultuur veel geërfd heeft van de grote wereldoorlogen, dat wisten we al. Maar dat het zo diep zou zitten, dat schiet me m’n petje te boven. Kunstmest en landbouwchemicaliën zorgden er in de na-oorlogse enerzijds voor dat er veel voedsel was en dat sociale onrust veroorzaakt door honger uit de wereld werd geholpen. Anderzijds zorgde deze chemische revolutie ervoor dat de producenten van oorlogsmunitie en gifgassen geen inkomensderving leidden. Ondertussen is de situatie verbeterd, dacht ik. De voedselproductie schiet niet meer tekort, integendeel. Er is zelfs overschot. En ook de landbouwcultuur begint zich stilaan te bezinnen. Het geweer werd van schouder gewisseld, zoals ze zeggen. Terwijl legers omgedoopt worden tot peacekeepers en bestrijdingsmiddelen tot gewasbeschermingsmiddelen, wordt er weer volop met spek geschoten en met dure termen als “duurzame landbouw”, “respect voor het milieu” en “dierenwelzijn”. Maar voor de landbouwproducten zelf is respect blijkbaar nog niet weggelegd. Boerenbond pleit nochtans samen met de ngo’s voor een speciale behandeling van landbouwproducten binnen de wereldhandel. Omdat landbouwproducten de basis zijn van ons bestaan en er niet op gespeculeerd mag worden. Ze verdienen respect, dachten we samen …

En dan zie je die pompoenen door de lucht suizen.

Ik schiet niet op de pianist. Ik verwijt het geen enkele deelnemer noch de organisator. Amusement op het platteland is broodnodig. Ook creatieve machinebouwers hebben we nodig en trefdagen zoals deze zorgen voor meer sociale cohesie.

Geen van de schutters of toeschouwers zal zich herinneren van waar het eerste pompoentje ons continent binnen kwam? Laat staan dat het een van hen zou te binnen schieten hoe de Spaanse avonturier het zaad meekreeg van zijn Amerikaanse onderdaan onder de voorwaarde dat hij het met respect zou behandelen. In centraal Guatemala waar de pompoen eeuwenlang met geduld en respect werd veredeld aan de voet van maïs, bonen en tomaten, noemt men de ronde pompoen q’ok. het afgeleide werkwoord q’okoonk betekent zoveel als “een negatieve invloed uitoefenen op iemand van wie geen respect werd verkregen”. Pompoenen zijn behoorlijk zwaar om van de verre akkers tot thuis te dragen. Maar als je niet alles oogst wat je zaaide, zit de oogst het jaar erop flink tegen. Verder is er een soort verbondenheid die bepaalt dat je eigen gedrag ook een invloed heeft de opbrengst van je akker en dat wat je je teelt aandoet, ook je gemeenschap kan overkomen. Dus vooral niet laten vallen, die pompoen.

Vallen levenswijsheden onder het “vrije verkeer van goederen”? Of behoren ze tot de categorie “economische vluchtelingen” en mogen ze niet binnen? Wervel smokkelde een kleinood over de transculturele grens:
Duurzame landbouw heeft geen doelstellingen. Duurzame landbouw bereik je ook niet met grof geschut. Duurzame landbouw heeft een uitgangshouding en kan van daaruit zeer ver reiken. Veel verder dan 517 meter … maar wanneer komt er schot in de zaak?

Patrick De Ceuster