Ga naar de inhoud

In hedendaagse graanketens kennen de verschillende spelers elkaar niet meer. Dat is zo bij het graan dat in ons brood belandt maar het geldt ook bij het brouwen van bier. Hoe kan het anders? In onze webinar over gezonde graanketens inspireerden Pajotse boer Tijs Boelens en agro-ecoloog Lucas Van den Abbeele met hun verhaal over de zoektocht naar oude tarwerassen, lekker bier en een graanketen mét een sterke positie voor de boer.

Lees ook: Gezonde graanketens: waarom en hoe brood beter kan

Pajotse granen: een lange zoektocht

Tijs Boelens is biotuinder bij de Groentelaar. Al meer dan tien jaar gaat hij ook actief op zoek naar oude tarwerassen. Na inspirerende gesprekken met Karel Goddeau van geuzestekerij De Cam in Gooik, ging hij op zoek naar het tarweras kleine rosse van Brabant, waar vroeger traditioneel lambiekbier mee gebrouwen werd. Onderzoeker Lieven Decrick vond een Limburgse rosse tarwe variëteit die een paar jaar tussen de groenten werd vermeerderd. Tijs raakte helemaal verslingerd aan oude tarwerassen na een bezoek aan Nicolas Supiot tijdens een studiereis in 2013 met het Netwerk Zelf Zaden Telen (nu: Vitale Rassen). In het Pajottenland zijn al enkele coöperatieve molens zoals de Flietermolen of de Heetveldemolen die samenwerken met bakkers, maar om landrassen (met lagere opbrengst per hectare) van de grond te krijgen, was meer nodig. 

Tijs klopte aan bij de brouwerij 3 Fonteinen, omdat zij ook een sterke klemtoon leggen op ambachtelijkheid. Zo ontstond bij de brouwerij de interesse in lokaal geteelde granen, waarbij Tijs de hulp inriep van professor agro-ecologie Marjolein Visser van de ULB. Zij coachte haar student Lucas Van den Abeele naar een internationale Masteropleiding agro-ecologie, waarbij Lucas zijn thesis deed, specifiek over het samen met de boeren opzetten en ontwikkelen van het granennetwerk Pajottenland. Als wellicht eerste opgeleide Vlaamse agro-ecoloog kon hij aan de slag om dit netwerk vanuit de brouwerij verder te coördineren. Cruciaal uitgangspunt in dat granennetwerk was een versterking van de positie van de boer.

Belgisch bier: what’s in a name?

Lucas spreekt van lambiek- en geuzebieren als “zuurdesembroden binnen de bieren” omdat er geen gist wordt toegevoegd, en omwille van het lange proces: drie jaar is er nodig om van oude Geuze te kunnen spreken. Alles gaat traag, in tegenstelling tot veel bieren die al op zes weken klaar zijn. Enkele koppigaards hebben dat brouwersambacht in ere gehouden tegen de industrialisatie in. 

Minder dan 3% van het graan voor brouwerijen in ons land is van Belgische origine, voor de mouterijen is het 1%. Van het bakgraan is maximum 10% inlands. Zowel bij boeren als bij brouwers is veel kennis verloren gegaan, omdat de actoren elkaar niet meer kennen. 

De lijm van het netwerk: vertrouwen

In de veredeling van granen is sterk geselecteerd op rendement en eiwitgehalte, maar heel weinig op eigenschappen die voor bioboeren belangrijk zijn, namelijk ziekteresistentie en uitstoeling (aantal halmen per plant). Het granennetwerk pakt deze punten aan door opnieuw de link te herstellen: brouwers komen op het veld bij de boer, en boeren komen in de brouwerij. De rol van een coördinator is cruciaal in zo’n netwerk, onder andere om kennisontwikkeling en -uitwisseling te organiseren, ook internationaal. Vanuit de brouwerij kwam een engagement voor een prijszetting die perspectief kon geven aan de boeren, zodat ze vertrouwen krijgen om mee te investeren in het gezamenlijke leerproces.

Prijzenzoektocht

De eerste insteek van de brouwerij was om de boeren zelf een prijs te laten zetten en niet te discussiëren over de prijs. Maar omdat boeren het verleerd zijn hun eigen kostprijs te kennen, namen ze gewoon de marktprijs plus x procent erbij. Maar die prijs is wispelturig, en staat niet in verhouding met het risico of het gepresteerde werk van boeren. Dus zijn ze naar een prijs per hectare overgestapt: 2500 euro/hectare in 2019. Nadien kwam het besef dat nu ineens al het risico bij de brouwerij lag, en dat vonden de boeren ook niet correct en met weinig kans op duurzaamheid. Er werd dan een contract opgesteld dat de prijszetting op twee manieren bepaalt. Ten eerste is er een prijs/hectare die rekening houdt met de hoeveelheid risico en het werk verbonden aan die teelt. Voor tarwerassen die zelden geteeld worden is het risico uiteraard hoger dan voor rassen die al beter gekend zijn. Ten tweede is er de prijs/ton die rekening houdt met de kwaliteit én de kwantiteit. De brouwerij engageert zich om een maximum van x ton graan af te nemen. Wordt er teveel geproduceerd door het netwerk, dan kunnen boeren het overschot nog op de reguliere markt kwijt. Ieder jaar wordt dit model verder verfijnd.

Samen met Lucas hopen we dat dit model dat de boer au serieux neemt, navolging krijgt op andere plaatsen of toch tenminste inspirerend werkt. Er is zeker een parallel met risicodeling en prijszetting in Community Supported Agriculture. Een innovatief initiatief dat Lucas aanhaalt in de broodsfeer, is de bakkerij Le Pain Levé in Schaarbeek die met gedifferentieerde prijzen werkt: een reguliere paarse prijs, een blauwe prijs (-20%) en een oranje prijs (+10%). Zo wordt de koper deels verantwoordelijk gemaakt voor de prijs. In Nederland bracht Elske Raats enkele initiatieven in kaart voor een eerlijk loon, bijvoorbeeld via solidaire betaling.

 

Meer info

www.wervel.be/tarwe voor achtergrondinfo over innovaties in de graanketen

Presentaties: (Creative Commons Naamsvermelding 4.0 België licentie)

Herbekijk webinar gezonde graanketens