Ga naar de inhoud
My Post 5

Voor het landbouw- en voedselbeleid van de volgende jaren staat er veel 
op het spel. De Europese, Federale en Regionale verkiezingen van 26 mei 
zijn cruciaal, daar het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese 
Unie nadien wordt heronderonderhandeld. Het proces loopt al enkele 
jaren, maar is nog verre van afgerond. Daarom mengt Wervel zich in het 
debat met een memorandum.

1. De grond : een basisproductiemiddel

  • Bescherming van landbouwgronden tegen grondspeculatie en wildgroei voor andere doeleinden dan landbouw. Effectieve invoering van het verdichtingsprincipe in de stedenbouw.
  • Plafonnering van de prijs van landbouwgronden, zowel voor verkoop als voor verpachting.
  • Actieve rol van de overheid in het beheer van de landbouwgronden.

2. De landbouw: een beroep met toekomst

  • Rechtvaardige verdeling van de marges binnen de verschillende schakels van de voedselketting, met bijzondere aandacht voor prijzen en inkomens van de boer en van de consument. Effectieve bevoegdheid van het ketenoverleg hierin, op basis van de waarnemingen door het prijzenobservatorium.
  • Recht op onderhandeling door producentenorganisaties met handel, industrie en distributie over sectorale overeenkomsten inzake prijzen en volumes van landbouwproducten.

3. Moderne landbouw gebaseerd op agro-ecologie

  • Ontwikkelen van de beste methoden inzake agro-ecologie in combinatie met biologische landbouw, in functie van de landbouwregio’s en de landbouwteelten. Grotere rol hierin van onderzoek en ontwikkeling door de overheid.
  • Streven naar grondgebonden veehouderij, in functie van de beschikbare voederoppervlakte. Streven naar gemengde bedrijven of naar complementaire samenwerking tussen akkerbouw- en veeteeltbedrijven.
  • Investeren in eiwithoudende voeder- en voedingsteelten, ook in teelten met veelzijdige toepassingen zoals kemp.
  • Ontwikkelen en verspreiden van technieken, teelten en landbouwmethoden, onder meer boslandbouw, om het humusgehalte en de vastlegging van koolstof in de bodems gestadig te verhogen.
  • Integratie van agro-ecologie met het waterbeheer en met het behouden en verhogen van de biodiversiteit.
  • Herstel en behoud van de bodem in zijn functies als zuiverend organisme, als opslagreservoir van grondwater en als buffer van de afvoer van oppervlaktewater. 
  • Herstel en behoud van de bodem in zijn functie van drager en voeder van ondergronds en bovengronds levende organismen, in een zo groot mogelijke onderlinge samenhang (symbiose) en diversiteit.

4. Gezonde en toegankelijke voeding

  • Efficiënte en transparante werking van het Voedselagentschap. Meer controles in bedrijven waar zich de grootste risico’s voordoen. Nadruk op begeleiding en niet op sanctionering, voor kleinere bedrijven en coöperatieven.
  • Nastreven van een goed evenwicht in de voeding door gebruik van meer plantaardige eiwitten en minder dierlijke eiwitten. Minder publiciteit voor en gebruik van suikers en schadelijke vetten. Zo weinig mogelijk geraffineerde voedingsproducten. Voorrang in keukens van openbare diensten, scholen en bedrijven aan lokale en seizoensgebonden producten, afkomstig van landbouwbedrijven die duurzame praktijken toepassen.
  • Plafonnering van de prijzen van basisvoeding, waarbij gekort wordt op winstmarges van de distributie.

5. Steun aan de lokale landbouw, streven naar voedselsoevereiniteit

  • Steun aan de korte keten, erkenning van de rol van de boer in verwerking en vermarkting van voedsel, als evenwaardige partner naast de agro-industrie en de grootdistributie.
  • Uitbouw van zones of gordels rond de steden, waar voedsel geteeld wordt in functie van de voedselvoorziening van die steden.
  • Oprichting van regionale en intercommunale groothandelsmarkten die zich bij lokale producenten bevoorraden tegen kostendekkende prijzen.

 6.Grondige hervorming van het GLB

  • Bescherming van de interne landbouwproductie gebaseerd op een gezond, duurzaam en sociaal rechtvaardig landbouw- en voedingsmodel. Uitsluiting van internationale handelsakkoorden die hieraan niet voldoen. Geen handel zonder gelijkwaardige normen of niet gebaseerd op reële behoeften.
  • Regeling van de markten van de belangrijkste landbouwproducten op basis van quota gebaseerd op de binnenlandse vraag, naargelang de specificiteit van elk land en elke regio.
  • Het systeem van inkomenspremies (hectaresteun) dient evenwichtiger en vooral rechtvaardiger te worden. Criteria als reële landbouwactiviteit en tewerkstelling inbouwen en een bijkomende positieve impact op het premieniveau voorzien van geleverde diensten aan de maatschappij (bijvoorbeeld maatregelen voor biodiversiteit en koolstofopslag). Positieve discriminatie (toekenning van hogere premies) van kleine bedrijven en van diverse samenwerkingsvormen.
  • Garantie voor rechtvaardige inkomens voor de landbouwers. Voor productie- en aanbodbeheersing, met  het oog op stabiele en voldoende landbouwprijzen, moet ook gebruik gemaakt kunnen worden van minimumgarantieprijzen en openbare opslag.